Les 16 Flashcards

(16 cards)

1
Q

leenwoorden

A

zijn woorden die het Nederlands uit andere talen heeft overgenomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

2 soorten leenwoorden

A

Bastaardwoorden en Vreemde woorden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bastaardwoorden

A

zijn leenwoorden die aan het Nederlands zijn aangepast, vaak zie je niet meer goed dat ze uit andere talen komen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Vreemde woorden

A

zijn leenwoorden die hun oorspronkelijke uitspraak en spelling hebben behouden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Alternatief

A

Een andere mogelijkheid of keuze.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Circuleren

A

Rondgaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

(iets) duiden

A

Uitleggen of interpreteren wat iets betekent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Fenomeen

A

is een waarneembaar verschijnsel, gebeurtenis of omstandigheid, vaak buitengewoon of opvallend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

krakkemikkig

A

Iets die/dat als zwak of onstabiel wordt gezien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

kruisbestuiving

A

beïnvloeding door anderen dan leden van de eigen groep.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

nestelen

A

zich ergens vestigen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

stoutmoedig

A

moedig gedrag vertonen, bereid risico te nemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

territorium

A

woongebied van een individu of een groep. (van dieren dat tegen indringers verdedigd wordt)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

vakjargon

A

taal die binnen een bepaald beroep gebruikt word.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

vrijpostig

A

Brutaal of te vrij in je gedrag, zonder rekening te houden met wat hoort of gepast is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly