Les 24 Het nieuws Flashcards

(21 cards)

1
Q

3 kenmerken van nieuws

A
  • nieuws is selectief
  • nieuws is conservatief
  • nieuws is repetitief
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Taxonomie

A

de wetenschap van het indelen van individuen of objecten in groepen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Nepnieuws

A

Is nieuws die fake is maar eruit ziet als echt nieuws. Het word vaak gedeeld via media, websites,..

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

2 redenen wrm nepnieuws verspreid word?

A
  • om via reclameadvertenties geld te verdienen
  • word bewust gedaan om de publieke opinie, de mening van de meerderheid te beïnvloeden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe beoordeel je informatie?

A

Je gaat na of dat de bron:
- bruikbaar
- correct
- betrouwbaar (wie en waarom?)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

2 doeleinden van nepnieuws

A
  • politiek
  • commercieel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

3 vormen van nepnieuws

A
  • Reclame
  • Propaganda
  • Slechte Journalistiek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Confirmation bias

A

We hechten meer waarde en belang aan nieuws dat binnen ons denkkader past. Onze ideeën en overtuigingen worden bevestigt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wrm is het moeilijk om nepnieuws volledig van het internet te halen?

A

Nepnieuwssites kunnen verboden worden, maar de berichten zelf worden gedeeld door sociale media.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat betekent ‘het kind niet met het badwater mogen weggooien’

A

Dat het jammer zou zijn dat de toegang tot het echt nieuws zou verdwijnen door de ban op het nepnieuws. Dus eigenlijk met het slechte tegelijk het goede verwerpen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Framing

A

is een overtuigingtechniek in de communicatie waarbij mensen beïnvloed worden door het nauwkeurig selecteren van woorden en beelden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

9 factoren

A
  • Drempelwaarde
  • frequentie
  • negativiteit
    -onverwachtheid
  • duidelijkheid
  • personalisatie
  • betekenisvolheid
  • elitelanden
  • elitemensen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Drempelwaarde

A

Hoe groter qua schaal of hoe intenser de gebeurtenis, hoe nieuwsgeloofwaardiger.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Frequentie

A

Gebeurtenis die onverwacht, buitengewoon zijn, word eerder nieuws dan routinematig nieuws.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Negativiteit

A

Slecht nieuws is geloofwaardiger dan goed nieuws.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

onverwachtheid

A

Gebeurtenissen die plots plaatsvinden zijn geloofwaardiger dan lange termijn gebeurtenissen.

17
Q

Duidelijkheid

A

Hoe minder vaag een gebeurtenis, hoe geloofwaardiger.

18
Q

Personalisatie

A

Nieuws waarin 1 of enkele mensen die centraal staan zijn sneller nieuwsgeloofwaardiger.

19
Q

Betekenisvolheid

A

Een gebeurtenis die als cultureel nabij ervaren word ervaren, is nieuwsgeloofwaardiger.

20
Q

Elitelanden

A

Nieuws van wereldgrootmachten zijn geloofwaardiger dan nieuws van minder invloedrijke landen.

21
Q

Elitemensen

A

De media besteed eerder aandacht aan bekende mensen dan aan onbekende mensen.