Les 20 Taalvariatie Flashcards

(9 cards)

1
Q

Taalvariëteit

A

is een soort taal, dus een soort NL dat mensen gebruiken in bepaalde situaties of context.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

informeel

A

niet-zakelijk, voor de privésfeer, losse omgang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

formeel

A

zakelijk, officieel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

de sociale afstand

A

mate waarin personen of groepen elkaar als vreemd of zich net verbonden voelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

3 grootste verschillen standaardtaal en dialect

A
  • regio
  • situatie
  • ontvanger
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wrm verdwijnt dialect?

A
  • mensen worden mobieler
  • Ouders geven het dialect niet meer door
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Standaardnederlands

A

is de officiële vorm van het Nederlands

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

‘De taal vastzetten in een boekschroef? dan gaat ze dood, de taal’ Wat betekent dit?

A

Een taal is verandert en groeit steeds, een taal die niet mag veranderen en dus vastgezet wordt, sterft uit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Stadhuistaal

A

is Nederlands in een elitair, stijf jasje.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly