Les 3 Flashcards
(34 cards)
1
Q
To celebrate
A
Vieren
2
Q
It’s my birthday
A
Ik ben jarig
3
Q
The birthday
A
De verjaardag
4
Q
The cafe
A
Het café
5
Q
Congratulations
A
Gefeliciteerd
6
Q
Pleased to meet you
A
Prettig met je kennis te maken
7
Q
To know (people)
A
Kennen
8
Q
One another
A
Elkaar
9
Q
To treat (someone to something)
A
Trakteren
10
Q
Would like
A
Graag willen
11
Q
To call (someone over)
A
Roepen
12
Q
The waiter
A
De ober
13
Q
The waitress
A
De serveerster (emphasis on the ‘veer’ & pronounced like number 4)
14
Q
To order
A
Bestellen
15
Q
Well then
A
Nou
16
Q
A short while
A
Het poosje
17
Q
Once more/one more time
A
Nog een keer
18
Q
Yes, please
A
Ja, graag
19
Q
A round
A
Het rondje
20
Q
Another
A
Nog maar
21
Q
Therefore
A
Daarom
22
Q
Pay
A
Betalen
23
Q
To settle the bill
A
Afrekenen
24
Q
Another
A
Nog maar
25
Can I have a beer
Mag ik een bier ajb
26
I would like a beer
Ik will graag een bier ajb
27
Can I have the bill please
Mag ik de rekening ajb
28
I’d like to pay/settle
Ik wil graag betalen/ ik Wil graag afrekenen
29
Can we settle/pay
Kunnen we afrekenen/ betalen
30
The first
De eerste
31
The second
De tweede
32
The third
De derde
33
The fourth/fifth
De vierde, de vijfde
34
The 20th
De twintigste (from 20 onwards you add ‘ste’)
