Msamiati somo la Pili Flashcards
(76 cards)
1
Q
Thuis
A
Nymba
2
Q
Markt
A
Soko
3
Q
Winkel
A
Duka
4
Q
Jij gaat naar Ali
A
Unakwenda kwa Ali
5
Q
Wij komen bij meneer Hasani vandaag
A
Tunatoka kwa mzee Hasani
6
Q
Hij gaat langs bij zijn vriend
A
Anapita kwa rafiki yake
7
Q
Geef antwoord (mv)
A
Jibuni
8
Q
Klas
A
Darasa
9
Q
Of
A
Au
10
Q
Later
A
Baadaye
11
Q
Fiets
A
Baisekeli
12
Q
Bus
A
Basi (-) (ma-)
13
Q
WInkel
A
Duka (ma-)
14
Q
Gaan
A
-enda (kwenda)
15
Q
Doen, maken
A
-fanya
16
Q
Lesgeven, onderwijzen
A
-fundisha
17
Q
Auto, voertuig
A
gari (ma-)/(-)
18
Q
Trein
A
Gari la moshi
19
Q
eze hier (pl, mens/dier)
A
Hawa
20
Q
Ziekenhuis
A
Hospitali (-)
21
Q
Deze hier (sg, mens/dier)
A
Huyu
22
Q
Noemen, roepen
A
-ita
23
Q
Genoemd worden
A
-itwa
24
Q
Komen
A
-ja
25
Koffie
Kahawa
26
Stoel
Kiti (vi-)
27
Met, voor, naar, bij
Kwa
28
Hoe, op welke manier
Kwa nija gani?
29
Eten
-la
30
Vandaag
Leo
31
Brengen
-leta
32
Taal
Lugha
33
Melk
Maziwa
34
Middag
Mchana
35
Fransman
Mfaransa
36
Ugandees
Mganda
37
Voet, been
Mguu (mi-)
38
Nederlander
Mholanzi
39
Duitser
Mjerumani
40
Stad
Mji (mi-)
41
Brood
Mkate
42
Kenyaan
Mkenya
43
Malawiaan
Mmalawi
44
Amerikaan
Mmerekani
45
Masai
Mmasai
46
Portugees
Mreno
47
Sukuma
Msukuma
48
Tanzaniaan
Mtanzania
49
Vrouw
Mwanamke
50
Man
Mwanamume
51
Engelsman
Mwingereza
52
Land
Nchi (-)
53
Vliegtuig, vogel
Ndege (-)
54
Wachten
-ngoja
55
Jullie
Ninyi
56
Straat, manier, methode
njia (-)
57
Huis
Nyumba (-)
58
Drinken
-nywa
59
Zien, voelen
-ona
60
Elkaar zien
-onana
61
Houden van, graag willen
-penda
62
Postkantoor
Posta (-)
63
(uit)rusten
-pumzika
64
Wij
Sisi
65
Markt
Soko (ma-)
66
Lezen, studeren
-soma
67
WIllen, op 't punt staan
-taka
68
Probleem
tata
69
Vandaan komen
-toka
70
Trein
treni (-)
71
Hoe heet je?
Unaitwaje?
72
Zij
Wao
73
Waar?
Wapi?
74
Hun
Yao (-ao)
75
Jullie (bezittelijk)
Yenu (-enu)
76
Ons
Yetu (-eto)
