Msamiati somo la tano Flashcards
(55 cards)
1
Q
Eerste
A
-a kwanza
2
Q
tweede
A
-a pili
3
Q
schrijven
A
-andika
4
Q
schrijven aan
A
-andikia
5
Q
goed geluk
A
bahati nzuri
6
Q
pech
A
bahati mbaya
7
Q
brief
A
barua (-)
8
Q
aankomen/arriveren
A
-fika
9
Q
zich verheugen/blij zijn
A
-furahi
10
Q
duur
A
ghali
11
Q
hier, deze plek
A
hapa
12
Q
ongeveer
A
hivi
13
Q
deze
A
hizi
14
Q
het was
A
ilikuwa
15
Q
het zal zijn
A
itakuwa
16
Q
gisteren
A
jana
17
Q
eergisteren
A
juzi
18
Q
als, indien
A
kama
19
Q
precies, exact
A
kamili
20
Q
minder, tekort
A
kasa/kasoro
21
Q
morgen
A
kesho
22
Q
overmorgen
A
kesho kutwa
23
Q
vanaf, komende van
A
kutoka
24
Q
waarom, hoezo?
A
kwa nini?
25
waarom?
kwa sababu gani?
26
echt, inderdaad
kweli
27
(be-)eindigen, afmaken
-maliza
28
keer
mara (-)
29
eerste keer
mara ya kwanza
30
volgend jaar (komend jaar)
mwaka ujao
31
maand
mwezi (mi)
32
volgende maand (komende maand)
mwezi ujao
33
enzovoort
na kadhalika
34
banaan
ndizi (-)
35
hoeveel?
ngapi?
36
half
nusu (-)
37
half uur
nusu saa
38
veel
nyingi
39
(jullie) allemaal
(ninyi) nyote
40
geld
pesa
41
goedkoop, makkelijk
rahisi
42
kwart
robo (-)
43
kwartier
robo saa
44
tripje, tochtje, reis
safari (-)
45
klok, horloge, uur
saa (-)
46
danken, dankbaar zijn
-shukuru
47
middelbare school
shule ya sekondari (-)
48
tegenwoordig
siku hizi
49
datum
tarehe (-)
50
wandelen, bezoeken
-tembea
51
bezoeken
-tembelea
52
Europa
Ulaya
53
vragen
-uliza
54
goed, op een goede manier
vizuri
55
vroeger, lang geleden
zamani
