nw bouw van het atoom Flashcards

(19 cards)

1
Q

n° nodig om de kern stabiel te houden via de sterke kernkracht.

A

kernkracht: kracht tussen de nucleonen. hierdoor trekken p+ en n° elkaar aan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

isotope nucliden/isotopen

A

p+ en e- maar verschillende # n°
-> chemische eigenschappen is niet gelijk aan atoommassa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

nuclidenkaart

A

alle isotopen worden voorgesteld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

instabiele kern

A

instabiele kern zal nr een stabiele toestand vervallen. Energie deeltjes komen vrij (straling uitzenden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

stabiele kern

A

de sterke kernkracht neemt sneller af dan de elektro statische afstoting tussen de P+
=> het # N vergroot tot aantrekkende en afstotende krachten in evenwicht zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

massadeffect

A

bij vroming van een kern bij indiviuduele nucleonen wordt de massa omgezet in bindingsenergie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

bindingsenergie

A

komt vrij bij vorming van een kern en wordt toegevoegd om een kern een elkaar te halen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

radionucliden

A

vervallen spontaan in andere nucliden en zenden energie uit in de vorm van straling of deeltjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

3 bronnen van natuurlijke ioniserende straling

A

1) kosmische straling: afkomstig vd zon en andere sterren
2) straling vd bodem: uitgezonden door bepaalde mineralen in de bodem
3) bouwen en wonen: bouwmaterialen: beton,baksteen,radon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

kunstmatige radioactiviteit

A

1) medische onderzoeken: mensen worden kort blootgesteld aan straling. vb. CT-scan vd hersenen
2) radiotherapie: bij borstkanker en prostaatkanker
3) industrie: kerncentrale om elektriciteit op te wekken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

bestraling

A

je lichaam wordt van een afstand en van buiten het lichaam bestraald. Je lichaam komt niet in contact met radioactief materiaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

besmetting

A

je gaat wel in contact met radioactieve stoffen. kan worden overgedragen via ingeademde lucht en door het eten van besmette voedingsmiddel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

bescherming tegen straling

A

straling kan door ionisatie schade veroorzaken aan biologische systemen. Er kunnen brandwonden ontstaan. hangt af van
- geabsorbeerde dosis
- de soort straling
- het weefseltype

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

veiligheidsmaatregelen

A

-tijd: de tijd minimaliseren bij een radioactieve bron
- afstand: de afstand maximaliseren tot de radioactieve bron
- afscherming: werk met een afscherming die de straling tegenhoudt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

dateringstechnieken

A

om de ouderdom van producten te bepalen gebruik je de halveringstijd van de radio-isotopen
=> radiometrische dotering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

kernfusie
kernfisie

A

fusie: van lichtere kernen naar zwaardere kernen.
fissie: van zwaardere kernen naar lichtere kernen

17
Q

radioactieve afvalstoffen

A

In Be is de kernenergie de grootste producent van kernafval.
Universiteiten, ziekenhuizen en industrie produceren nucleaire afvalstoffen.

18
Q

hoogactief afval

A

hoogactief afval wordt verglaasd; radioactieve deeltjes in smeltoren vermeng met glas