OAC 3 CO Verbale en non-verbale communicatie Flashcards

master Communicatietechnieken gericht op de fysiotherapie praktijk

1
Q

Benoem 4 specifieke kenmerken van verbale communicatie

A
  • Verbale communicatie is niet continue. Zodra de boodschap inhoudelijk is overgebracht is de verbale communicatie over.
  • Verbale communicatie gaat via taal (spreken of schrijven).
  • Verbale communicatie kent een grote mate van controle.
  • Verbale communicatie gebruiken we voor afzonderlijke mededelingen, het overbrengen van gedachten en ideeën
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Benoem 4 specifieke kenmerken van non-verbale communicatie

A
  • We kunnen nooit stoppen met non-verbale communicatie.
  • Non-verbale communicatie kent vele vormen. (houding, expressie, micro expressie, etc.)
  • Non-verbale communicatie bevindt zich op of soms over de grens van het bewustzijn.
  • Non-verbale communicatie ventileert we onze emoties, gevoelens en houding (attitude).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Communicatie bestaat uit:

Verbale communicatie en

non-verbale communicatie

Wat is de procentuele verhouding bij het overbrengen van een boodschap?

A
  • 35% verbale communicatie

–10% inhoud

–25% stemgebruik

  • 65% non-verbale communicatie

Dit betekent dat als je een verdeling zou maken op het overbrengen van de inhoud van je boodschap, 10% inhoudelijk is en 90% gaat over hoe je de boodschap brengt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Noem 4 non-verbale beinvloedende factoren bij communicatie

A

•Houding

-Zitten, staan ,stram, stijf, ontspannen etc.

•Nabijheid

-Gebruik van de ruimte, fysieke afstand tussen mensen.

•Aanraking

-Hand geven, klopje op de schouder, helpende hand bieden,

fysiek contact tijdens het lichamelijk onderzoek etc.

•Lichaamsbewegingen

-Hand en armbewegingen, hoofd knikken, met de voet wippen, benen niet stil kunnen houden, onrustig staan of zitten, niet bewegen etc.

•Gezichtsuitdrukkingen

-Fronsen, glimlachen, tranen in de ogen, opgetrokken wenkbrauwen etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Benoem 5 andere beinvloedende factoren bij communicatie

A

•Ooggedrag

-Oogcontact, wegkijken, staren, aangapen etc.

•Stemsignalen

-Hoogte van de stem, volume van de stem, snelheid van praten, stiltes, ritme, toon, versprekingen, gevoel etc.

•Tijdfactor

-Extra tijd geven, vroeg, laat, gehaast zijn, traag reageren etc.

•Fysieke kenmerken

-Geslacht, huidskleur, lichaamsvorm, kleding, verzorging uiterlijk etc

•Omgeving

-Locatie, plaatsing van het meubilair, verlichting, temperatuur, interieurkeuzes (kleur, inrichting etc.).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de 8 universele basis gezichtsuitdrukkingen?

A

Blij

Boos

Verdrietig

Minachting

Walging

Neutraal

Bang

Verrast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de 6 selectieve communicatieve vaardigheden?

(basis voor een goed gesprek/informatiegaring)

A
  1. Vragen stellen
  2. Parafraseren
  3. Samenvatten
  4. Reflecteren
  5. Concretiseren
  6. Feedback geven / ontvangen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de 3 niet-selectieve comminicatieve vaardigheden

(sturen en beinvloeden van een gesprek)

A
  1. Non verbaal gedrag

(communicatieve technieken)

  1. Verbaal volgen.
  2. Gebruik van stiltes.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly