Oefentoets Flashcards

(39 cards)

1
Q

Welke toets wordt niet gebruikt om waarnemingen die bij dezelfde respondenten zijn uitgevoerd zijn te analyseren?Paired samples t-test
One-way ANOVA.
Repeated measures

A

One-way ANOVA.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke toets wordt wel gebruikt om waarnemingen die bij dezelfde respondenten zijn uitgevoerd zijn te analyseren?
Paired samples t-test
One-way ANOVA.
Repeated measures

A

Paired samples t-test
Repeated measures

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een andere letter voor de standardized coefficent (gestandaardiseerde regressie coëfficiënt)?

A

b*

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een andere letter voor ongestandaardiseerde regressie coëfficiënt?

A

b

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het bereik van de gestandaardiseerde regressie coëfficiënt?

A

Groter dan .5 Sterk Positief
Tussen .3 en .5 Matig Positief
Tussen 0 en .3 Zwak Positief
0 Geen Geen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke toets is niet geschikt voor een within-subjects design?
afhankelijke t-toets
onafhankelijke t-toets
Herhaalde meting

A

onafhankelijke t-toets
Een within-subjects design wordt ook wel een dependent groups of repeated measures design genoemd, omdat onderzoekers gerelateerde metingen van dezelfde participanten in verschillende condities vergelijken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Is er sprake van een Within subjects design bij een afhankelijke t-toets?

A

Bij de afhankelijke t-toets is er sprake van een within-subjects design omdat je twee variabelen uit één groep met elkaar vergelijkt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Je wilt het effect van een docentenopleiding op de prestaties van docenten in de klas meten. Je scoort hiervoor eerst de prestatie van docenten (op een schaal van 10) voor ze aan de docentenopleiding starten en meet hun prestatie opnieuw nadat ze de opleiding afgerond hebben.

Welke statistische analyse is het meest geschikt om deze data te analyseren?

afhankelijke t-toets
chi-kwadraattoets
onafhankelijke t-toets

A

Afhankelijke t-toets. Dit is een individuele score op twee momenten gemeten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een geschikte H1-hypothese voor een onafhankelijke t-toets?

Vwo-leerlingen hebben een hogere motivatie dan havo-leerlingen.

Lengte (gemeten in centimeters) hangt samen met gewicht (gemeten in grammen).

De aangeboden leesinterventie heeft geen effect op begrijpend-lezen-scores.

A

Vwo-leerlingen hebben een hogere motivatie dan havo-leerlingen. Onafhankelijke t-toets is toepasbaar bij het vergelijken tussen gemiddelden van twee groepen uit de steekproef.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wanneer gebruik je een variantieanalyse in plaats van een Kruskal-Wallistoets?

als je twee numerieke variabelen hebt

als je de medianen van meer dan twee groepen met elkaar wilt vergelijken

bij een grote steekproef

A

Bij een grote steekproef.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat test de Kruskal Wallis test?

A

De Kruskal-Wallis toets is een niet parametrische toetsingsprocedure voor het testen van hypothesen over de medianen van (semi-continue) data. De Kruskal Wallis toetst of de medianen van twee of meer onafhankelijke groepen gelijk zijn. Intuitief is de Kruskal Wallis gelijk aan een One-way ANOVA, waarbij de data vervangen zijn door hun rangpositie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Je wilt weten of er een verschil is in het aantal minuten dat een kind leest tussen kinderen die nooit, soms of heel vaak naar de bibliotheek gaan.

Welke statistische analyse is hiervoor het meest geschikt?

regressieanalyse
onafhankelijke t-toets
variantieanalyse

A

Variantieanalyse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke uitspraak is niet juist?

De kritieke waarde van een t-toets is een vaststaande waarde zoals bij een Z-score.

De t-verdeling is een symmetrische standaardverdeling.

Het aantal vrijheidsgraden wordt bij een t-toets berekend door: alle onderzoekseenheden - 1.

A

De t-verdeling is een symmetrische standaardverdeling.
De kritieke waarde van een t-toets is een vaststaande waarde zoals bij een Z-score.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke uitspraak is juist over de post hoc-toets bij variantieanalyse?

Je kijkt naar de post hoc-toetsen als je wilt weten of er toch een verschil tussen de groepen is, ondanks het feit dat de F-toets niet significant is.

Een post hoc-toets wordt ook wel een ‘multiple comparisons’ genoemd.

Het aantal hypothesen dat je stelt over de post hoc-toetsen is het aantal vergelijkingen – 1.

A

Een post hoc-toets wordt ook wel een ‘multiple comparisons’ genoemd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Uitrekenen F in Anova tabel

A

mean square between/mean square within

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke uitspraak over de Kruskal-Wallistoets is juist?

De Kruskal-Wallistoets test of voldaan wordt aan de assumpties voor parametrisch toetsen.

Bij de Kruskal-Wallistoets worden de varianties tussen groepen vergeleken.

In SPSS klik je op Analyze – Nonparametric tests – Independent Samples om een Kruskal-Wallistoets uit te voeren.

A

In SPSS klik je op Analyze – Nonparametric tests – Independent Samples om een Kruskal-Wallistoets uit te voeren.

17
Q

Wat is een overeenkomst tussen het General Linear Model (GLM) bij herhaalde metingen en een one-way ANOVA?

Met beide kun je een within-subjects design analyseren.

Met beide kun je zowel een within-subject design als een between-subjects design analyseren.

Met beide kun je een between-subject design analyseren.

A

Met beide kun je een between-subject design analyseren.

18
Q

Welke variabelenkoppel is niet geschikt voor een chi-kwadraattoets?

geslacht en gemiddeld eindexamencijfer

schooltype (jenaplan- en montessorionderwijs) en gebruik van lesmethoden (Wereld in getallen en Getal en Ruimte)
radio_button_checked
sociaaleconomische status (laag-midden-hoog) en voorkeur voor vakken (alfa, bèta, gamma)

A

geslacht en gemiddeld eindexamencijfer (gemiddeld eindexamencijfer is een interval meetniveau). Kruistabellen hebben beide variabelen een categorisch niveau.

19
Q

Met welke variabelen kun je zonder meer een meervoudige regressie uitvoeren?

een nominale afhankelijke variabele en meerdere nominale onafhankelijke variabelen

een numerieke afhankelijke variabele en meerdere numerieke onafhankelijke variabelen

een of meer numerieke afhankelijke variabelen en een of meer numerieke onafhankelijke variabelen

A

een numerieke afhankelijke variabele en meerdere numerieke onafhankelijke variabelen

20
Q

Wat is het verschil in SPSS in opmaak van de variabelen tussen een afhankelijke t-toets en een onafhankelijke t-toets?

Bij de onafhankelijke t-toets gaat het om twee verschillende variabelen voor dezelfde persoon.

Het maakt niet uit waar de variabelen staan.

Bij de afhankelijke t-toets worden twee variabelen met elkaar vergeleken.

A

Bij de afhankelijke t-toets worden twee variabelen met elkaar vergeleken.

21
Q

Pearson Correlatie geeft bij correlations 2.29 aan. Hoeveel procent wordt dan verklaard door de andere variabele?

A

2.29^2= 5.2441 %

22
Q

Je wilt onderzoeken wat het verband is tussen het type onderwijs dat leerlingen volgen (vmbo - havo - vwo) en het favoriete filmgenre van leerlingen (drama - actie - comedy).

Welke statistische analyse is hiervoor het meest geschikt?

chi-kwadraattoets

regressieanalyse

correlatieanalyse

A

chi-kwadraattoets

23
Q

Eta^2 point estimate is .586
Wat is de sterkte van het effect?

De sterkte van het effect is .71.

De sterkte van het effect is hoger dan .71.

De sterkte van het effect is lager dan .71.

A

Sterkte van het effect kan bepaald worden door de wortel van het point estimate te doen, in dit geval is dat dus: wortel van .586= .766. Altijd hoger dan het point estimate dus.

24
Q

Welke uitspraak over de afhankelijke t-toets is juist?

Bij de afhankelijke t-toets vergelijk je de gemiddelden van twee metingen binnen één groep.

De gepaarde metingen moeten op verschillende tijdstippen uitgevoerd worden

Bij zowel de afhankelijke als de onafhankelijke t-toets moeten de steekproeven aselect gekozen zijn.

A

Bij de afhankelijke t-toets vergelijk je de gemiddelden van twee metingen binnen één groep.

25
Wat is een passende eenzijdige H1-hypothese bij een afhankelijke t-toets? radio_button_unchecked Studenten hebben een hoger cijfer voor het statistiektentamen nadat ze de SPSS-opdrachten hebben uitgevoerd dan ervoor. Het maken van de SPSS-opdrachten heeft geen effect op het cijfer voor het statistiektentamen. Studenten die de SPSS-opdrachten hebben gemaakt, hebben hogere cijfers voor het statistiektentamen dan studenten die de opdrachten niet hebben gemaakt.
Studenten die de SPSS-opdrachten hebben gemaakt, hebben hogere cijfers voor het statistiektentamen dan studenten die de opdrachten niet hebben gemaakt.
26
Je wilt het verband bestuderen tussen hoe tevreden kinderen zijn met hun leven (op een schaal van 10) en het gemiddeld aantal minuten per dag dat ze op sociale media doorbrengen. Je gaat uit van een kromlijnig verband. Welke statistische analyse is hiervoor het meest geschikt? correlatieanalyse afhankelijke t-toets regressieanalyse
correlatieanalyse (bijv. Spearman's Rho)
27
Je onderzoekt het verschil in aantal boeken dat kinderen lezen tussen kinderen van 12 jaar en kinderen van 13 jaar. Welke statistische analyse is hiervoor het meest geschikt? afhankelijke t-toets onafhankelijke t-toets chi-kwadraattoets
onafhankelijke t-toets
28
Welke waarde heeft de opgetelde rangscore van de volgende waarden 1-2-2-4-5-5-5-6 bij een Mann-Whitneytoets? 21.5 36 4.5
36
29
Welke uitspraak over variantieanalyse is juist? Het uitvoeren van post hoc-toetsen is in feite het uitvoeren van verschillende onafhankelijke t-toetsen. De toetsingsgrootheid die hoort bij variantieanalyse is de t-waarde. Levene’s toets is een t-toets.
Het uitvoeren van post hoc-toetsen is in feite het uitvoeren van verschillende onafhankelijke t-toetsen.
30
Welke uitspraak is juist? De correlatiecoëfficiënt kan variëren tussen 0 en +1. Een asymmetrische relatie mag beschreven worden met een symmetrische associatiemaat. Grote steekproeven verkleinen de kans op significante effecten.
Een asymmetrische relatie mag beschreven worden met een symmetrische associatiemaat.
31
Welke H1 past bij een factorial repeated measures design? Kinderen die meedoen aan een 3D-interventie hebben een grotere toename in rekenplezier dan kinderen die niet meedoen aan een 3D-interventie. Het fysiek of online volgen van onderwijs heeft geen effect op de toename van studentenwelzijn bij studenten in het hoger onderwijs. De growth mindset van kinderen neemt toe naarmate ze ouder worden.
Kinderen die meedoen aan een 3D-interventie hebben een grotere toename in rekenplezier dan kinderen die niet meedoen aan een 3D-interventie.
32
Wanneer doe je een factorial repeated measures analyse? Bij een within-subjects design. Bij een within- en between-subjects design. Bij een between-subjects design.
Bij een within- en between-subjects design.
33
Welke uitspraak over correlatieanalyse is juist? De effectgrootte bij correlatie is de correlatiecoëfficiënt. Bij een kleine steekproef is een zwakke correlatie al snel significant. De betekenis van de correlatiecoëfficiënt is vergelijkbaar met de betekenis van eta bij variantieanalyse.
De betekenis van de correlatiecoëfficiënt is vergelijkbaar met de betekenis van eta bij variantieanalyse.
34
Wat is een voorwaarde voor een kruistabel? Minimaal 80% van de cellen moet een verwachte frequentie hebben van minimaal 10. Minimaal 20% van de cellen moet een verwachte frequentie hebben van minimaal 1. Er mogen maar weinig tot geen lege cellen zijn en/of niet te veel waarden.
Er mogen maar weinig tot geen lege cellen zijn en/of niet te veel waarden.
35
Waarvoor staat de b* binnen de regressieanalyse? de gestandaardiseerde regressiecoëfficiënt de ongestandaardiseerde regressiecoëfficiënt de intercept/constante
de gestandaardiseerde regressiecoëfficiënt
36
Welke stelling over t-toetsen is juist? Bij zowel de afhankelijke als de onafhankelijke t-toets worden gemiddelden van twee groepen uit een steekproef vergeleken. Bij de afhankelijke t-toets worden binnen een categorische variabele twee variabelen met elkaar vergeleken. Bij zowel de afhankelijke als de onafhankelijke t-toets moeten de variabelen normaal verdeeld zijn en niet te scheef, of beide groepen moeten groter dan 30 zijn.
Bij zowel de afhankelijke als de onafhankelijke t-toets moeten de variabelen normaal verdeeld zijn en niet te scheef, of beide groepen moeten groter dan 30 zijn.
37
Wat is een voorwaarde voor een afhankelijke t-toets? De steekproef moet groter zijn dan 30. Beide variabelen moeten numeriek zijn. Beide statistische populaties moeten normaal verdeeld zijn.
Beide variabelen moeten numeriek zijn.
38
Je hebt scores op een wiskundetoets van 12-jarige kinderen uit Rotterdam, Amsterdam, Maastricht en Breda verzameld. Je wilt graag weten of kinderen uit een bepaalde stad beter presteren dan die uit een andere stad. Je data zijn normaal verdeeld. Met welke toets ga je het best aan de slag? parametrische toets non-parametrische toets paracentrische toets
parametrische toets
39
Welk uitspraak over kruistabelanalyse is juist? Als er niet voldaan wordt aan de voorwaarden van een kruistabelanalyse bij een 2 bij 2-tabel, dan moet in plaats van Chi-kwadraat de Fisher’s Exact toets uitgevoerd worden. radio_button_checked Cramers V kan een waarde van -1 aannemen. radio_button_unchecked Cramers V en phi zijn verwisselbaar.