Studietaak 2 Flashcards

(20 cards)

1
Q

Wat wordt er bedoeld met variantieanalyse?

A

Een parametrische statistische procedure waarin aan de hand van de F-ratio het best passende lineaire model wordt bepaald. Bij experimentele designs wordt deze test gebruikt om te bepalen of groepsgemiddelden van drie of meer onafhankelijke groepen significant van elkaar verschillen. Bij eenwegsvariantieanalyse is er één onafhankelijke variabele met meerdere niveaus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de Kruskal-Wallistoets?

A

De non-parametrische variant van eenwegsvariantieanalyse.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat voor design heeft een eenwegsvariantieanalyse?

A

Bij eenwegsvariantieanalyse is er sprake van een between-subjects design omdat je meerdere onafhankelijke groepen met elkaar vergelijkt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Kun je vanuit de MStotal (variantie) de standaarddeviatie berekenen?

A

ja, door de wortel te nemen uit de variantie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Als je per groep het aantal observaties, de gemiddelde score en de standaardafwijking weet, heb je dan voldoende informatie om een variantieanalyse uit te voeren?

A

Ja, dat klopt. Als je per groep het aantal observaties, de gemiddelde score en de standaardafwijking hebt, dan heb je voldoende informatie om een variantieanalyse uit te voeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat kun je aantonen met behulp van een eenwegsvariantieanalyse?

A

Of de gemiddelde scores van een aantal groepen significant van elkaar verschillen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Kan een eenwegsvariantieanalyse gebruikt worden bij steekproeven waarbij de groepen niet normaal verdeeld zijn?

A

Nee. Nullhypothese hoort te stellen dat de groepen niet van elkaar verschillen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waar komt de verklaarde variantie vandaan bij een F-toets?

A

Uit de verschillen tussen de groepen die je wilt vergelijken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waar komt de onverklaarde variantie vandaan bij een F-toets?

A

Uit de verschillen tussen alle individuen die niet kunnen worden verklaard door de groepen waar ze in zitten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke stappen moet je ondernemen voor de F-toets?

A

Stap 1. Bereken de kwadratensom binnen de groepen (SSwithin).
Stap 2. Bereken de tussengroepen-kwadratensom (SSbetween).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe bereken je de tussengroepen-kwadratensom?

A

Door voor elke groep het totaalgemiddelde af te trekken van het groepsgemiddelde, vervolgens te kwadrateren en te vermenigvuldigen met het aantal scores in de betreffende groep. Daarna tel je al deze waarden bij elkaar op.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Aan welke eisen moeten variabelen voldoen om een variantieanalyse uit te voeren?

A

Een onafhankelijke nominale variabele voor de verschillende groepen en een afhankelijke variabele op interval- of rationiveau.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat geeft de variantie aan?

A

Hoe de spreiding rondom het gemiddelde wordt gekarakteriseerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn numerieke variabelen?

A

Variabelen op interval- of rationiveau

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zegt de variantieanalyse over de variabelen?

A

Hoe groter de spreiding, hoe verder de scores van het gemiddelde afliggen, des te minder het gemiddelde iets over de scores zegt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe bereken je de F- toets?

A

Verklaarde variantie/onverklaarde variantie
ofwel
SS between/df1 /
SS within/df2

17
Q

Wat betekent ANOVA?

A

Analysis of Variance.

18
Q

Wat is het verschil tussen een t-toets en een eenwegsvariantieanalyse?

A

Bij de t-toets vergelijk je altijd twee onafhankelijke populatiegemiddelden met elkaar en met de eenwegsvariantieanalyse vergelijk je altijd 3 of meer onafhankelijke populatiegemiddelden met elkaar.

19
Q

Waarom is een eenwegsvariantieanalyse geen multivariate analyse?

A

Je gebruikt nog steeds twee variabelen (dus bivariate analyse), maar meerdere groepen.