Ondernemingsrecht Flashcards

(303 cards)

1
Q

Wat is een belangrijke voorwaarde voor de geldlening?

A

Effectieve geldoverdracht van geld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een onroerend goed?

A

Bijvoorbeeld een huis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het verschil tussen digitale inhoud op een materiële drager en digitale inhoud niet op een materiële drager?

A

Digitale inhoud op een materiële drager volgt het regime van goederen, terwijl digitale inhoud niet op een materiële drager als niet-tastbaar wordt beschouwd en onder een ander systeem valt.

Voorbeeld: Een CD met software is een materiële drager, terwijl een downloadlink naar software dat niet is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een herroepingsrecht?

A

De mogelijkheid om af te zien van de koop van een product of dienst binnen een bepaalde termijn zonder opgave van redenen.

Dit geldt vooral voor overeenkomsten op afstand en buiten verkoopruimten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de sancties bij het niet naleven van informatieverplichtingen door de verkoper?

A
  • Beding niet bindend voor de consument
  • Mogelijkheid tot schadevergoeding
  • Termijnen voor consumenten beginnen niet te lopen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de uitzonderingen op het herroepingsrecht?

A
  • Gepersonaliseerde producten
  • Bederfelijke waren
  • Verzegelde producten waarvan de verzegeling is verbroken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het herroepingsrecht voor consumenten?

A

De consument behoudt zijn herroepingsrecht en kan binnen 14 dagen van gedachten veranderen.

Dit geldt zolang de consument niet heeft ingestemd met het gebruik van het programma.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de gevolgen van oneerlijke handelspraktijken?

A

Oneerlijke handelspraktijken zijn verboden en consumenten kunnen terugbetaling eisen zonder teruggave van het product.

Ondernemingen riskeren strafrechtelijke boetes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de definitie van een oneerlijke handelspraktijk?

A

Een handelspraktijk die in strijd is met professionele toewijding en het economisch gedrag van de gemiddelde consument wezenlijk kan verstoren.

Dit is vastgelegd in art VI.93 WER.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat houdt de regeling inzake minnelijke invordering van consumentenschulden in?

A

Het doel is consumenten te beschermen tegen buitensporige kosten bij niet-naleving van betalingstermijnen.

Dit is ingevoerd als reactie op hoge consumentenschulden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de verplichting van een onderneming bij ongevraagde levering?

A

De onderneming moet de consument informeren over de openstaande bedragen en schadebedingen.

Dit is vastgelegd in Boek XIX WER.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een forfaitair bedrag in het kader van invorderingskosten?

A

Een vast bedrag dat wordt toegevoegd aan de schuld, afhankelijk van het openstaande bedrag

Bijvoorbeeld, bij een schuld van €100 kan er €40 extra bij komen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat houdt de precontractuele informatieplicht in?

A

De verplichting om informatie te verstrekken vóór het sluiten van een overeenkomst

Dit is van toepassing bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is ondernemingsrecht?

A

Alles rond het ondernemen, alles wat met het voeren van economische activiteiten te maken heeft, zodra je iets doet waarmee je inkomsten genereert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het ondernemingsbegrip volgens Art I.1, 1° WER?

A

Iedere natuurlijke persoon die zelfstandig een beroepsactiviteit uitoefent en iedere rechtspersoon (bv: VUB, BV, NV, VZW, stichtingen, de Belgische Staat, de gemeente, bepaalde overheden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de verschillende vormen van ondernemingen? (5)

A
  • Eenmanszaak
  • Vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid (maatschap)
  • Vennootschap met onvolkomen rechtspersoonlijkheid (Comm.V., VOF)
  • Vennootschap met volkomen rechtspersoonlijkheid (BV, CV, NV, SE)
  • Andere vormen (vzw, stichting, sui generis)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is het verschil tussen een functioneel en algemeen ondernemingsbegrip?

A

Functioneel: regels in het WER hangen niet af van rechtspersoonlijkheid maar van economische activiteit. Algemeen: gebaseerd op juridische structuren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is de vrijheid van ondernemen?

A

Art II.2 en II.3 WER
Je bent vrij om te ondernemen, om een zaak te starten en om daar je inkomen mee te verwezenlijken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat zijn de voorwaarden om een onderneming te starten? (8)

A

1- Naar de notaris gaan voor de oprichting
2- Inschrijven bij een erkend ondernemingsloket
3- Registreren bij de KBO
4- Openen zichtrekening
5- Aanvragen BTW-identificatie
6- Aansluiten bij een sociaal verzekeringsfonds
7- Voeren van een boekhouding
8- Voldoen aan vestigingsvoorwaarden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is de functie van de Kruispuntbank voor Ondernemingen (KBO)?

A

Art III.15 en III.16 WER
Unieke databank voor belangrijke gegevensverzameling, toekennen van een ondernemingsnummer (art III.22 WER)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wanneer moet je je registreren bij de KBO?

A

KB nr 56 van 10 november 1967
Voor aanvang van de ondernemingsactiviteiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wanneer moet je een zichtrekening openen?

A

Voor aanvang van de ondernemingsactiviteiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat is de verplichting voor BTW-plichtige ondernemingen?

A

Een rekeningnummer openen en een BTW-nummer aanvragen voor de onderneming start

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat is het btw-nummer van een onderneming?

A

Het btw-nummer is hetzelfde als het ondernemingsnummer, maar geactiveerd voor btw-doeleinden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Waar en wanneer vraag je btw-identificatie aan?
Bij de FOD Financiën, na toekenning van het ondernemingsnummer maar vóór de aanvang van de activiteiten.
26
Voor wie is btw-identificatie verplicht?
Voor btw-plichtige entiteiten die aan btw-onderworpen activiteiten verrichten. Niet iedereen is btw-plichtig, bv. medische beroepen zijn vaak vrijgesteld.
27
Wat is het doel van een btw-identificatie voor een onderneming?
Het stelt de onderneming in staat om btw te heffen en af te dragen op haar verkopen, zodat de belasting op toegevoegde waarde uiteindelijk bij de eindverbruiker terechtkomt.
28
Wat is de rol van een sociaal verzekeringsfonds voor zelfstandigen?
Afdragen van sociale zekerheidsbijdragen als je als WG een WN hebt, dit moet je zelf doen als zelfstandige
29
Hoe vaak moet een zelfstandige sociale zekerheidsbijdragen betalen?
4x per jaar
30
Wanneer moet een onderneming zich aansluiten bij een sociaal verzekeringsfonds?
Na de toekenning van het ondernemingsnummer, maar vóór de aanvang van de activiteiten.
31
Waar sluit je je aan bij een sociaal verzekeringsfonds?
Via een erkend ondernemingsloket.
32
Wat houdt het voeren van een boekhouding in?
Volledig stelsel van boeken en rekeningen volgens het principe van het 'dubbel boekhouden' (art III.84 WER)
33
Wat zijn de criteria voor een 'kleine onderneming'?
art III.85 * Omzet laatste boekjaar < 500.000 EUR * VZW’s, IVZW’s en stichtingen mogen niet meer dan één van de criteria uit art III.85 §2 WER overschrijden
34
Welke ondernemingen zijn verplicht een volledige boekhouding te voeren?
Vennootschappen met volkomen rechtspersoonlijkheid zijn altijd verplicht een dubbele boekhouding te voeren.
35
Wie moet een boekhouding voeren?
art. III.82 WER In België opgerichte rechtspersonen en maatschappen, en eenmanszaken actief in België. Niet: natuurlijke personen-bestuurders.
36
Wat zijn vestigingsvoorwaarden?
Art III.2 tot III.14 WER Regels om een bepaald beroep te kunnen uitoefenen, zoals vergunningen en technische eisen Beperkingen waaraan je moet voldoen om bepaalde ondernemingsactiviteiten te mogen uitvoeren
37
Geef een voorbeeld van een vestigingsvoorwaarde op basis van veiligheid.
Om bewaker te worden moet je een blanco strafblad hebben.
38
Waarom bestaan vestigingsvoorwaarden?
Om bekwaamheid te garanderen, om sociaaleconomische redenen, om veiligheids- en gezondheidsrisico’s te beperken, en om bovenmatige hinder te vermijden.
39
Wat zijn eigen middelen in de context van financiering?
Middelen die van jou zijn en die je kan investeren, zoals erfenis of spaargeld
40
Wat zijn vreemde middelen in de context van financiering?
Middelen die je krijgt maar die je op een gegeven moment moet terugbetalen, meestal met een extra vergoeding
41
Wat is de rol van een ondernemingsloket?
Centraal aanspreekpunt voor administratieve formaliteiten en procedures
42
Wat gebeurt er na registratie bij de KBO?
Je krijgt een ondernemingsnummer toegekend, dat verplicht vermeld moet worden op alle uitgaande stukken
43
Wat is een eenmanszaak?
Een natuurlijke persoon die zonder juridische constructie besluit om een onderneming te starten
44
Wat is een vennootschap?
Een juridische structuur waarin twee of meer personen samen ondernemen
45
Kredietverstrekker (DEF)
Degene die je het krediet/het geld ter beschikking stelt. Deze wordt de schuldeiser. De onderneming wordt de schuldenaar
46
Wat is een belangrijke wijziging met het nieuwe WER?
Advocaten, vrije beroepers en VZW’s kunnen nu failliet verklaard worden
47
Wat moeten ondernemers doen voor aanvang van hun activiteiten?
Aanvragen van een BTW-identificatie en aansluiten bij een sociaal verzekeringsfonds
48
Wat is het risico van een eenmanszaak?
Persoonlijke aansprakelijkheid voor schulden, je persoonlijke vermogen kan worden gebruikt om schuldeisers te betalen
49
Wat is het grootste verschil tussen eigen middelen en vreemde middelen?
Eigen middelen: geen terugbetalingsverplichting Vreemde middelen: wel een terugbetalingsverplichting
50
Wat is het verschil tussen aandeelhouders en schuldeisers binnen vennootschappen?
Aandeelhouders hebben recht op dividenden en zijn geen schuldeisers, terwijl schuldeisers terugbetalingsverplichtingen hebben
51
Wat is de rol van de inbrenger in een vennootschap?
De inbrenger kan aandeelhouder worden en heeft inspraak in de onderneming
52
Wat is het risico voor een aandeelhouder in een onderneming?
Geen garantie op terugbetaling van geïnvesteerd geld, maar potentieel hogere dividenden
53
Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen aandeelhouders en schuldeisers?
* Aandeelhouders investeren eigen middelen * Schuldeisers verstrekken vreemde middelen met terugbetalingsverplichting
54
Wat houdt de Wet KMO Financiering in?
Regelt financiering voor kleine en middelgrote ondernemingen, niet via aandelen maar via vreemde middelen
55
Waarom werd de wet KMO-financiering ingevoerd?
Omdat KMO’s moeilijk krediet kregen van banken wegens hun risicoprofiel en strenge voorwaarden. Ze konden niet herfinancieren, waardoor de overheid ingreep met een wet die hen meer rechten gaf en de macht van kredietverstrekkers beperkte.
56
Wanneer is de wet KMO-financiering van toepassing?
Enkel op kredietovereenkomsten (niet alle overeenkomsten) tussen kredietgevers en kredietnemers met een link in België, waarbij de kredietnemer een KMO is. Er moeten vier voorwaarden vervuld zijn.
57
Kredietnemer (DEF)
Degene die het geld ter beschikking gesteld krijgt
58
Wat is het toepassingsgebied/de voorwaarden voor de wet KMO financiering? (4)
1- Kredietovereenkomsten 2- Professionele kredietverstrekkers 3- KMO's 4- Link met België
59
Wat is een kredietovereenkomst buiten de context van de wet KMO-financiering?
Een overeenkomst waarbij persoon X geld ter beschikking stelt aan persoon Y, die zich ertoe verbindt dit terug te betalen, eventueel met interest. Het is een gewone consensuele overeenkomst, zonder specifieke wettelijke regeling die moet voldoen aan de 4 geldigheidsvoorwaarden.
60
Wat zijn de 4 geldigheidsvoorwaarden voor overeenkomsten?
*
61
Als je vriend jou geld leent valt dit dan onder wet KMO Financiering?
Nee, maar stel dat die vriend bij de bank werkt en op die manier een krediet met een gunstige interestvoet regelt dan valt het wel onder de wet KMO Financiering
62
Wat zijn de criteria om als KMO te worden beschouwd?
Art 1:24 §1 en §2 WVV * Maximaal 50 VTE werknemers * Maximaal 11,25 miljoen EUR jaaromzet * Maximaal 6 miljoen EUR balanstotaal
63
Wat is de zorgvuldigheidsplicht volgens de Wet KMO Financiering?
Art 4 Wet 21 December 2013 KMO Financiering Goede trouw bij onderhandelen en uitvoeren van overeenkomsten door zowel kredietgever als kredietaanvrager
64
Wat zijn de informatieverplichtingen voor kredietgevers?
Art 5-7 Wet 21 December 2013 KMO financiering * Toelichting van kredietvormen * Opstellen van een ontwerpovereenkomst * Document met kernkenmerken
65
Wat zijn de informatieverplichtingen voor kredietaanvragers?
*De Kmo moet zorgen dat de bank weet waarmee ze te maken hebben, de bank moet weten wat het risico is dat er niet terugbetaald zal worden *Volledige projectinformatie *Details over de financiële toestand *Info over de terugbetalingscapaciteit
66
verplicht de wet KMO financiering een bank om krediet te verstrekken?
Nee, als de bank oordeelt dat je niet kredietwaardig bent dan moet ze meedelen waarom
67
Wat is een kredietovereenkomst?
Een overeenkomst waarbij geld ter beschikking wordt gesteld onder de verplichting tot terugbetaling
68
Welke extra verplichtingen gelden bij een kredietovereenkomst onder de Wet KMO Financiering die niet gelden bij een geldlening?
Specifieke zorgvuldigheids- en informatieverplichtingen tegenover KMO’s.
69
Wat zijn de gedragsregels bij de wet KMO financiering? (3)
Art 10 wet 21 december 2013 KMO Financiering *Zorgvuldigheidsplicht *Informatieplicht *Kredietverstrekker heeft de vrijheid om niet te contracteren, dus om geen geld uit te lenen
70
Wat zijn de voorwaarden voor vervroegde terugbetaling volgens de Wet KMO Financiering?
Art 9 wet 21 december 2013 KMO Financiering Bank moet vervroegde terugbetaling accepteren met betaling van wederbeleggingsvergoeding
71
Wat is het verschil tussen contracten van bepaalde en van onbepaalde duur?
Contracten van onbepaalde duur zijn steeds opzegbaar, er is een opzeggingstermijn en evt een opzeggingsvergoeding. Bij contracten van bepaalde duur zit je vast aan die duur.
72
Is een kredietovereenkomst een contract van bepaalde of van onbepaalde duur?
Van tijdelijke/bepaalde duur
73
Wat is een wederbeleggingsvergoeding?
Het betalen van een som geld aan de bank omdat je de bank dwingt tot het maken van extra kosten
74
Hoe wordt de hoogte van de wederbeleggingsvergoeding bepaald bij vervroegde terugbetaling door een KMO?
*Voor kredieten < €2 miljoen: max. zes maanden interest o.b.v. de overeengekomen interestvoet. *Voor kredieten > €2 miljoen: max. werkelijk geleden schade, volgens de gedragscode.
75
Wat is het verschil tussen een geldlening en een kredietovereenkomst?
Bij een geldlening is effectieve geldoverdracht vereist (overhandiging), bij kredietovereenkomst niet
76
Wat is een geldlening volgens het Oud BW?
Een zakelijke overeenkomst waarbij geld effectief wordt overhandigd met de verplichting tot terugbetaling, ongeacht wie leent of uitleent.
77
Wat is het belang van het onderscheid tussen een geldlening en een kredietovereenkomst onder de Wet KMO Financiering?
Ze vallen onder verschillende regelgevingen met andere verplichtingen, terugbetalingsrechten en beperkingen qua wederbeleggingsvergoeding.
78
Wat zijn de twee soorten leningen volgens art. 1874 Oud BW?
De bruiklening en de verbruikslening. De geldlening is een vorm van verbruikslening waarbij geld effectief wordt overhandigd (art. 1892 Oud BW).
79
Mag je een geldlening vervroegd terugbetalen?
Enkel als dat contractueel is toegestaan. Er bestaat geen automatisch recht op vervroegde terugbetaling.
80
Wat is de maximale wederbeleggingsvergoeding bij een geldlening?
art. 1907bis Oud BW: Maximaal zes maanden interest op basis van de overeengekomen rentevoet
81
Hoe verschilt de wederbeleggingsvergoeding tussen geldlening en Wet KMO Financiering?
*Geldlening: max. 6 maanden interest. *Wet KMO Financiering: < €2 miljoen: max. 6 maanden interest. €2 miljoen: max. werkelijk geleden schade (cf. Gedragscode). *Beide van toepassing: dubbel plafond (beide beperkingen gelden).
82
Onderneming (DEF)
Iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die op duurzame wijze een economisch doel nastreeft, alsmede zijn verenigingen
83
Consument (DEF)
Iedere natuurlijke persoon die handelt voor doeleinden die buiten zijn handels-, bedrijfs-, ambachts- of beroepsactiviteit vallen
84
Vallen overeenkomsten tussen ondernemingen onder het consumentenrecht?
Nee, overeenkomsten tussen ondernemingen vallen niet onder het consumentenrecht. Een VZW wordt ook nooit als consument beschouwd. Enkele natuurlijke personen vallen onder het consumentenrecht
85
Goederen (DEF)
Lichamelijk roerende zaken (art I.1 4° WER)
86
Welke goederen vallen onder de definitie in het consumentenrecht?
* Lichamelijke roerende zaken * Goederen met digitale elementen
87
Wat is het verschil tussen digitale inhoud en digitale diensten?
Digitale diensten (art. I.8, 40° WER): je krijgt toegang tot een online omgeving waar je gegevens kan opslaan, bewerken of creëren. Voorbeelden: Netflix, Facebook, Office 365. Digitale inhoud (art. I.8, 35° WER): je ontvangt iets digitaal dat je kan gebruiken, maar het is geen dienst en niet tastbaar. Voorbeelden: een betalend downloadbaar spel, Word-software.
88
Wat zijn digitale diensten?
Diensten waarbij toegang wordt gegeven tot online gegevens, zoals streamingdiensten
89
Wat zijn de voorwaarden voor goederen?
* Lichamelijk * Roerend
90
Wat zijn de gedragsregels voor kredietverstrekkers?
* Zorgvuldigheidsplicht * Informatieplicht
91
Wat is de definitie van een onderneming volgens het consumentenrecht?
Iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die een economisch doel nastreeft
92
Wat zijn de drie soorten overeenkomsten die mogelijk zijn volgens de WER?
* Buiten verkoopruimten gesloten overeenkomst (art I.8, 31° WER) * Op afstand gesloten overeenkomst (art I.8, 15° WER) * Andere overeenkomst
93
Wat is een buiten verkoopruimten gesloten overeenkomst?
Een overeenkomst die niet in een fysieke winkel wordt gesloten of in een verplaatsbare winkel, zoals op een lokale markt of bij een Tupperwareparty. ## Footnote Voorbeeld: Iemand komt naar je huis met producten om te verkopen.
94
Wat is een op afstand gesloten overeenkomst?
Een overeenkomst waarbij de koper en verkoper niet fysiek oog in oog staan, zoals bij online aankopen. ## Footnote Voorbeeld: Een nieuwe smartphone kopen via een website.
95
Welke informatie moet een onderneming verstrekken aan consumenten voor het sluiten van een andere overeenkomst?
Art VI. 45 en VI.64 WER * Voornaamste kenmerken van het product * Identiteit van de onderneming * Totale prijs * Betalings-, leverings- en uitvoeringsmodaliteiten * Klachtenbeleid * Garantieregeling * Duur van de overeenkomst of opzeggingsvoorwaarden * Verkoopsvoorwaarden * Functionaliteit van goederen met digitale elementen
96
Wanneer moet informatie aan de consument worden verstrekt?
Voor sluiting van de overeenkomst, zodat de consument voldoende geïnformeerd is voordat hij tot aankoop overgaat. ## Footnote Informatie moet toegankelijk en begrijpelijk zijn voor de gemiddelde consument.
97
Wat moet er gebeuren nadat een op afstand gesloten overeenkomst tot stand is gekomen, naast het vooraf verstrekken van informatie?
Er moet nog een schriftelijke bevestiging gegeven worden waarin het bestaan van de overeenkomst en de voorwaarden duidelijk worden bevestigd (art. VI.46 §7 WER).
98
Wat zijn de elementen van een verkoopovereenkomst?
Art I.8, 33° WER * Een overeenkomst tussen een onderneming en een consument * Waarbij de ondernemer er zich ertoe verbindt om goederen over te dragen aan de consument * Consument betaalt een prijs ## Footnote Dit is geregeld in art I.8, 33° WER.
99
Wat is de herroepingsperiode voor consumenten?
14 kalenderdagen, waarbij de dag van activatie niet inbegrepen (=dag van de koop) is, maar de vervaldag wel. ## Footnote De termijn kan worden verlengd tot de eerstvolgende werkdag als de vervaldag op een zaterdag, zondag of feestdag valt.
100
Hoe wordt de herroepingstermijn berekend bij verkoop van bestellingen die in meerdere delen geleverd worden?
De termijn start de dag na ontvangst van het laatste onderdeel van de bestelling.
101
Wanneer start de herroepingstermijn bij verkoopovereenkomsten met eenmalige levering?
De dag na ontvangst van het product, oftewel de dag na levering.
102
Hoe wordt de herroepingstermijn berekend bij verkoop van bestellingen die in meerdere delen geleverd worden?
De termijn start de dag na ontvangst van het laatste onderdeel van de bestelling.
103
Wanneer begint de herroepingstermijn bij dienstenovereenkomsten?
Op de dag van sluiting van de overeenkomst, niet bij het starten van de dienst.
104
Hoe werkt de herroepingstermijn bij levering van digitale inhoud zonder materiële drager?
De termijn start op het moment van sluiting van de overeenkomst die toegang geeft tot de digitale inhoud (bijvoorbeeld een downloadlink).
105
Wat geldt er als “activatie” van de herroepingstermijn bij levering van digitale inhoud op materiële drager?
De dag van levering van de materiële drager (zoals een CD).
106
Hoe kan een consument het herroepingsrecht uitoefenen?
Met een simpele e-mail, zonder ingewikkelde formaliteiten.
107
Juist of fout: als je in de winkel iets koopt en je kan het terugbrengen, dan is het een herroepingsrecht?
Fout, dan is het een commercieel recht, geen herroepingsrecht
108
Wanneer is het herroepingsrecht van toepassing?
* OVK op afstand gesloten (online shopping) * Buiten verkoopruimten gesloten OVK want je voelt je mss onder druk gezet
109
Wat is een essentieel element voor het herroepingsrecht?
De betalingsverplichting
110
Wat zijn de gevolgen van een tijdige herroeping voor een verkoopovereenkomst?
* Beëindiging van de overeenkomst (art VI.52 WER) * Terugzending van goederen binnen 14 kalenderdagen (art VI.51 WER) * Volledige terugbetaling inclusief standaard verzendkosten * Consument betaalt retourkosten
111
Wat zijn de gevolgen van een niet correcte informatieverstrekking over het herroepingsrecht?
De herroepingsperiode kan met maximaal 12 maanden worden verlengd. ## Footnote Dit geldt als de consument pas later goed geïnformeerd wordt.
112
Wanneer vervalt het herroepingsrecht?
*Als de consument uitdrukkelijk instemt met de herroepingstermijn * Als de consument erkent dat hij zijn herroepingsrecht verliest. * Als de onderneming het akkoord tijdig bevestigt ## Footnote Ook als de onderneming tijdig bevestigt dat de uitvoering is gestart.
113
Wat zijn onrechtmatige bedingen? (DEF)
Art 5.52 BW Een kennelijk onevenwicht tussen rechten en plichten van partijen ten nadele van de consument. ## Footnote Deze bedingen zijn niet afdwingbaar.
114
Op welke 2 manieren worden onrechtmatige bedingen beoordeeld?
1- Zwarte lijst 2- Algemene norm
115
Wat is een zwarte lijst in de context van onrechtmatige bedingen?
Een lijst met >30 specifieke bedingen die automatisch onrechtmatig zijn. (art VI.83 WER) ## Footnote Deze zijn opgesomd in het WER.
116
Wat is de bewijslast bij onrechtmatige bedingen die niet op de zwarte lijst staan?
De consument moet 'kennelijk onevenwicht in zijn nadeel' aantonen. Iets dat zo nadelig is voor de consument dat het niet correct is, maar bewijslast is voor hem ## Footnote Dit betekent dat de consument moet bewijzen dat er een duidelijk onevenwicht is.
117
Wat zijn oneerlijke handelspraktijken?
Art VI.93-VI.103 WER Praktijken waarbij een onderneming een consument op oneerlijke wijze probeert te overtuigen om een overeenkomst te sluiten.
118
Wat is het verschil tussen oneerlijke handelspraktijken en oneerlijke marktpraktijken?
Oneerlijke handelspraktijken = tegenover consumenten Oneerlijke marktpraktijken = tegenover andere ondernemingen
119
Moet de volledige overeenkomst vervallen bij een onrechtmatig beding?
Nee, alleen het ongeldige beding is niet uitvoerbaar; de rest van de overeenkomst blijft gelden.
120
Welke sanctie dreigt een onderneming op te lopen als ze onrechtmatige bedingen opneemt?
Ze riskeert strafrechtelijke boetes.
121
Hoe moet je een vraag oplossen op het examen over onrechtmatige bedingen?
Stap 1: stel jezelf de vraag als het beding op de zwarte lijst staat (zie art VI.83 WER) Stap 2: Zo neen, schept het een kennelijk onevenwicht tussen de rechten en verplichtingen van partijen ten nadele van de consument?
122
Wat is krimpflatie?
De verpakkingen blijven hetzelfde, maar er zit minder in. Je hebt de indruk dat je hetzelfde koopt, maar je krijgt minder waar voor je geld. ## Footnote Dit geeft de indruk dat de consument hetzelfde koopt, maar met minder waar voor zijn geld.
123
Wat zijn misleidende handelspraktijken?
Praktijken waarbij onjuiste informatie wordt gegeven of belangrijke informatie wordt weggelaten om je met verkeerde voorwendselen zaken te laten kopen ## Footnote Voorbeeld: Greenwashing.
124
Wat is een agressieve handelspraktijk?
Een praktijk die de keuzevrijheid van de consument beperkt door **intimidatie**, **dwang** of **ongepaste beïnvloeding**. ## Footnote Voorbeeld: een verkoper die de consument dwingt om een contract te tekenen.
125
Wat is een typisch kenmerk van een misleidende handelspraktijk?
De consument denkt A, maar de onderneming bedoelt eigenlijk B; men wordt op het verkeerde been gezet.
126
Wat is het verschil tussen 'een onderneming zijn' en 'voorwaarden om een onderneming te starten'?
Je bent niet automatisch een onderneming door de voorwaarden te vervullen. De voorwaarden moeten vervuld zijn vóór je een onderneming mag voeren. Bv. een influencer die occasioneel handelt is geen onderneming, tenzij het duurzaam wordt.
127
Wat is greenwashing?
Een misleidende praktijk waarbij bedrijven hun producten onterecht als milieuvriendelijk voorstellen om consumenten te beïnvloeden
128
Wat is het doel van aansluiting bij een erkend ondernemingsloket?
Administratieve formaliteiten regelen vóór de opstart. Art III.49 WER.
129
Welke informatie valt onder ‘essentiële informatie’ bij misleidende handelspraktijken?
* Bestaan/aard van het product * Voornaamste kenmerken * Verplichtingen van de onderneming * Prijs of prijsberekening * Noodzaak van dienst of herstelling * Kenmerken van de onderneming * Consumentenrechten
130
Welke 2 soorten diensten biedt een erkend ondernemingsloket?
Art III.49 WER 1- Basisdiensten (vast tarief bij wet vastgelegd) 2- Aanvullende diensten (vrije tarieven) • Bv: aanvullende pensioenverzekeringen
131
Wie moet zich allemaal inschrijven bij een erkend ondernemingsloket?
Art III.49 WER Verplicht voor elke onderneming (eenmanszaak of vennootschap) Niet voor natuurlijke personen-bestuurders
132
Geef een voorbeeld van misleiding over het bestaan/aard van een product.
Een website toont echte meubels, maar verkoopt eigenlijk speelgoedmeubels.
133
Wie moet zich registreren bij de KBO?
Verplicht voor elke onderneming (eenmanszaak of vennootschap) Niet voor natuurlijke personen-bestuurders
134
Geef een voorbeeld van misleiding over de noodzaak van een dienst.
Een garagist zegt dat er dringende herstellingen nodig zijn terwijl dat niet zo is, om extra kosten aan te rekenen
135
Wat zijn de gevolgen van oneerlijke handelspraktijken (dus misleidende en agressieve handelspraktijken)?
* Oneerlijke handelspraktijken zijn verboden (art. VI.95 WER) * De consument kan in bepaalde gevallen terugbetaling eisen zonder het product te moeten teruggeven (art. VI.38 WER) * De onderneming riskeert strafrechtelijke boetes
136
Hoe moet je op het examen een vraag oplossen over oneerlijke handelspraktijken?
Stap 1: staat het op de zwarte lijst? (art VI.100 en VI.103 WER) Stap 2: zo neen, is het een misleidende of een agressieve handelspraktijk? Stap 3: Zo neen, is de handelspraktijk in strijd met de professionele toewijding en wordt of kan het economisch gedrag van de gemiddelde consument erdoor worden verstoord? (beoordelen aan de hand van de algemene zorgvuldigheidsnorm: bonus pater familias)
137
Wanneer is een handelspraktijk oneerlijk?
Een handelspraktijk is oneerlijk als: het in strijd is met professionele toewijding + als het de praktijk verstoort of het economisch gedrag van de gemiddelde consument wezenlijk kan verstoren (art VI.93 WER)
138
Welke 3 beoordelingsmethoden zijn er voor oneerlijke handelspraktijken?
1- Zwarte lijsten (art VI.100 en VI.103 WER) Hier is geen tegenbewijs mogelijk 2- Misleidende of agressieve handelspraktijken Hier ligt de bewijslast bij de consument 3- Algemene norm Consument draagt (grotere) bewijslast
139
Wanneer is de regeling inzake minnelijke invordering van consumentenschulden van toepassing?
Geldt enkel voor pogingen om een schuld te innen ZONDER tussenkomst van de rechtbank
140
Wat is de vereiste voor schadebedingen bij laattijdige betaling?
Een kosteloze ingebrekestelling is vereist voordat schadebedingen kunnen worden toegepast. (art XIX.2 WER) ## Footnote De eerste herinnering moet kosteloos zijn.
141
Wat moet verplicht vermeld worden in een kosteloze ingebrekestelling?
* Openstaand bedrag en bedrag schadebeding * Naam en ondernemingsnummer van de schuldeiser * Beschrijving van het product en datum opeisbaarheid * Wachttermijn van minstens 14 kalenderdagen
142
Wat zijn de belangrijkste principes inzake minnelijke invordering van consumentenschulden?
* Verplichte kosteloze ingebrekestelling alvorens schadebedingen kunnen worden toegepast * Plafonnering van schadebedingen * Regels voor incassobureaus (p.m.)
143
Wat is het alternatief voor nalatigheidsinterest bij laattijdige betaling?
Een forfaitair bedrag, afhankelijk van het openstaande bedrag (art. XIX.4, 1ste lid, 2° WER).
144
Wat dekt de maximale nalatigheidsinterest van 11,5% bij laattijdige betaling?
Ze dekt alle invorderingskosten (bv. deurwaarder, incassobureau).
145
Wat gebeurt er als het schadebeding de wettelijke plafonds overschrijdt?
Het wordt als niet-geschreven beschouwd (art. XIX.4, 3de lid WER) – strenger dan een matiging (dus dat het bedrag wordt gereduceerd naar die 11,5%)
146
Wat moet een onderneming doen minstens één maand vóór het sluiten van een commerciële samenwerkingsovereenkomst?
Een ontwerp van de overeenkomst en een toelichting met overzicht van clausules en noodzakelijke gegevens verstrekken (cooling off-period). ## Footnote Dit kan leiden tot een rechtsgang om schadevergoeding te verkrijgen.
147
Wat zijn onrechtmatige bedingen? (DEF)
Bepalingen die een kennelijk onevenwicht creëren tussen de rechten en plichten van partijen (art VI.93/3 WER) ## Footnote Dit geldt in principe niet voor kernbedingen.
148
Geldt er een bijzondere precontractuele informatieplicht voor andere B2B-overeenkomsten?
In principe niet (art VI.91/2 WER).
149
Wat is de sanctie als de precontractuele informatieplicht niet wordt nageleefd bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten?
De overeenkomst kan nietig verklaard worden.
150
Wat zijn de 3 beoordelingsmethoden voor onrechtmatige bedingen?
1. Zwarte lijst (art VI.91/4 WER) 2. Grijze lijst (art VI.91/5 WER) 3. Algemene norm
151
Wat is de zwarte lijst in het kader van onrechtmatige bedingen?
Een lijst van bedingen die automatisch onrechtmatig zijn, zonder tegenbewijs mogelijk (art VI.91/4 WER) ## Footnote Voorbeelden zijn eenzijdige verbintenissen met voorwaardelijke tegenprestatie.
152
Wat houdt de grijze lijst in?
Een lijst met vermoedens van onrechtmatigheid waartegen bewijs kan worden geleverd (art VI.91/5 WER) ## Footnote Voorbeelden zijn oneerlijke risicoverdeling en uitsluiting wettelijke rechten.
153
Wat zijn de gevolgen van onrechtmatige bedingen?
Ze zijn niet afdwingbaar, maar de overeenkomst blijft in principe bestaan De benadelende partij riskeert ook strafrechtelijke boetes ## Footnote De benadelende partij kan strafrechtelijke boetes riskeren.
154
Wat houdt de algemene norm in in het kader van onrechtmatige bedingen?
Dit is voor bedingen die niet op de zwarte of de grijze lijst staan. De onderneming moet 'kennelijk onevenwicht in zijn nadeel 'aantonen
155
Wat is de definitie van misleidende marktpraktijken?
Art VI.105 WER Praktijken die consumenten of andere ondernemingen op een verkeerde manier informeren ## Footnote Dit valt onder art VI.105 WER.
156
Op welke 3 methoden kan men beoordelen als er sprake is van oneerlijke marktpraktijken jegens andere ondernemingen?
* Pseudo-zwarte lijst (art VI.106, VI.107 en VI.109 WER) Hier is geen tegenbewijs mogelijk * Misleidende of agressieve marktpraktijk (art VI.105 en VI.109/1/2/3 WER) * Algemene norm. Hier draagt de verzoeker (grotere) bewijslast
157
Wanneer zijn marktpraktijken oneerlijk?
art VI.104 WER Als: * Ze strijdig is met eerlijke marktpraktijken + * Beschadiging van beroepsbelangen van andere ondernemingen
158
Wat is het toepassingsgebied van de wet betreffende betalingsachterstand bij handelstransacties?
Betalingsmoeilijkheden door laattijdige betaling in handelstransacties ## Footnote Dit geldt voor transacties tussen ondernemingen en overheidsinstanties.
159
Op wie heeft de Wet Achterstand Betalingstransacties toepassing?
Het gaat over handelstransacties tussen: * Ondernemingen onderling (art 2, 2° Wet Achterstand Betalingstransacties) OF * Ondernemingen en overheidsinstanties (art 2, 3° Wet Achterstand Betalingstransacties)
160
Welke regels/wet krijgen voorrang: De regels van de insolventieprocedure of de Wet Achterstand Betalingstransacties?
De regels van de insolventieprocedures krijgen voorrang op die van de Wet Achterstand Betalingstransacties (art 3, 2de lid Wet Achterstand Betalingstransacties)
161
Wat is de standaard betalingstermijn indien geen termijn is vastgelegd?
30 kalenderdagen ## Footnote Dit is te rekenen vanaf de ontvangst van de factuur of goederen/diensten.
162
Kan de datum van de ontvangst van de factuur contractueel worden vastgelegd?
Nee, kan niet contractueel worden vastgelegd (art 4/1 §1, 5de lid en §2, 4de lid Wet Achterstand Betalingstransacties)
163
Vanaf wanneer begint de termijn te lopen voor handelstransacties?
De termijn is 30 kalenderdagen en begint te lopen vanaf: * De vastgelegde datum Indien geen vastgelegde datum: * Ontvangst van de factuur * Ontvangst goederen/diensten
164
Wat zijn de sancties bij een voorzien langere betalingstermijn?
Het beding wordt voor niet geschreven gehouden ## Footnote Dit leidt tot een terugval op de standaard termijn van 30 kalenderdagen.
165
Wat is het belangrijkste kenmerk van een overeenkomst met een tussenpersoon?
De producent blijft betrokken in de juridische verhouding met de eindafnemer. Er ontstaat een driehoeksverhouding tussen producent, tussenpersoon en eindklant.
166
Wat is het belangrijkste verschil bij een distributieovereenkomst t.o.v. een tussenpersoon?
De producent verkoopt aan een distributeur die op eigen naam en voor eigen rekening verder verkoopt; er is geen rechtstreekse juridische band tussen producent en eindklant.
167
Vanaf wanneer zijn nalatigheidsinteresten bij betalingsachterstand verschuldigd?
Van rechtswege en zonder aanmaning na afloop van de betalingstermijn.
168
Wat is het standaardpercentage voor nalatigheidsinteresten (in het eerste semester van 2025)?
11,5%
169
Mag er een andere interestvoet dan de standaard 11,5% worden afgesproken?
Ja, maar niet als de schuldenaar een overheidsinstantie is. (Art. 5 Wet Betalingsachterstand Handelstransacties)
170
Wat omvat het recht op schadevergoeding bij betalingsachterstand?
art. 6 Wet Betalingsachterstand Handelstransacties Nalatigheidsinteresten + forfait van €40 voor invorderingskosten + extra invorderingskosten indien hoger dan €40 (mits bewijs).
171
Welk bewijs is vereist voor aanvullende invorderingskosten bovenop de forfaitaire €40?
De schuldeiser moet de bijkomende kosten aantonen en bewijzen
172
Wat kan een schuldeiser doen bij een kennelijk onbillijk contractueel beding over betalingsachterstand?
De schuldeiser mag aan de rechter herziening vragen van dat beding. (Art. 7, 1ste lid Wet Betalingsachterstand Handelstransacties)
173
Mag je onderling een andere betalingstermijn dan 30 dagen afspreken **tussen ondernemingen**?
Ja, de partijen mogen een kortere of langere termijn afspreken, met een maximum van 60 kalenderdagen. (Art. 4 §1, 2de lid Wet Achterstand Betalingstransacties)
174
Wat is de maximale betalingstermijn **tussen ondernemingen** als er onderling een termijn wordt afgesproken?
Maximum 60 kalenderdagen.
175
Wat zijn de regels als de schuldenaar een overheidsinstantie is en men een andere betalingstermijn wil afspreken?
Enkel een langere termijn dan 30 dagen is mogelijk, met een maximum van 60 dagen. De langere termijn moet objectief gerechtvaardigd zijn. (Art. 4 §2, 2de lid Wet Achterstand Betalingstransacties)
176
Wat gebeurt er als een overeengekomen betalingstermijn de wettelijke grenzen overschrijdt?
Het beding wordt voor niet-geschreven gehouden en men valt terug op de standaardtermijn van 30 kalenderdagen.
177
Wat zijn de twee soorten concessies?
1. Aankoopconcessie 2. Verkoopconcessie
178
Welke 3 soorten tussenpersonen kunnen we onderscheiden?
* Handelsagent * Makelaar * Commissionair
179
Welke 2 soorten distributieovereenkomsten kennen we?
* Concessieovereenkomst * Franchising
180
Welke 4 vragen moet je stellen bij het analyseren van een tussenpersoon of distributieovereenkomst?
1) Juridische status van de tussenpersoon 2) Relatie met de opdrachtgever 3) Rol bij contractsluiting 4) Identiteit van de opdrachtgever
181
Van welke tussenpersoon zijn dit de kenmerken?
Van de handelsagent
182
Wat wordt bedoeld met de “juridische status” van een tussenpersoon?
Of de tussenpersoon een zelfstandige is (onderneming) of een werknemer die instructies volgt en deel uitmaakt van de organisatie van de opdrachtgever.
183
Wat bepaalt de “relatie met de opdrachtgever” bij tussenpersonen?
Of die relatie duurzaam is (vaste samenwerking) of occasioneel (eenmalige of toevallige samenwerking).
184
Wat is het verschil tussen onmiddellijke en middelijke vertegenwoordiging?
Onmiddellijk: tussenpersoon verdwijnt volledig, contract is tussen opdrachtgever en klant. Middellijk: tussenpersoon sluit het contract in eigen naam, maar voor rekening van de opdrachtgever (art. 1.8 BW).
185
Waarom is de identiteit van de opdrachtgever belangrijk bij tussenpersonen?
Omdat de eindklant moet weten tot wie hij zich moet richten als de verbintenis niet wordt nagekomen.
186
Wat is de juridische status van een handelsagent?
Een handelsagent is een zelfstandige onderneming.
187
Wat is typisch voor de relatie tussen een handelsagent en zijn opdrachtgever?
Die is in principe duurzaam, met een voortdurende samenwerking.
188
In wiens naam en voor wiens rekening handelt een handelsagent?
In naam en voor rekening van de opdrachtgever.
189
Is de identiteit van de opdrachtgever gekend bij een handelsagent?
Ja, de opdrachtgever is gekend – de consument sluit rechtstreeks met hem een overeenkomst.
190
Van welke tussenpersoon is dit het overzicht?
Van de handelsvertegenwoordiger
191
Wat is een handelsvertegenwoordiger?
art. 4 van de ArbeidsovereenkomstenwetEen werknemer die voor zijn werkgever contracten sluit en producten/diensten verkoopt.
192
Waarom is een handelsvertegenwoordiger geen tussenpersoon?
Omdat hij werknemer is en onder gezag werkt, niet als zelfstandige optreedt.
193
Wat is het verschil tussen een handelsagent en een handelsvertegenwoordiger op juridisch vlak?
Handelsagent = zelfstandige (WER) Handelsvertegenwoordiger = werknemer (Arbeidsovereenkomstenwet)
194
Waarom verwarren ondernemingen vaak handelsvertegenwoordigers met handelsagenten?
Omdat ze handelsagenten kunnen aanstellen maar hen als werknemer behandelen, om zo minder bescherming en verplichtingen te moeten bieden.
195
Wie draagt de bewijslast als er twijfel bestaat over het statuut (agent of vertegenwoordiger)?
De opdrachtgever of werkgever; bij twijfel wordt men geacht handelsvertegenwoordiger te zijn.
196
Ezelsbruggetje: hoe onthoud je het verschil tussen handelsagent en handelsvertegenwoordiger?
Agent = Autonoom (zelfstandige) Vertegenwoordiger = Volgt (werknemer)
197
Van welke tussenpersoon zijn deze kenmerken?
Van de makelaar
198
Van welke tussenpersoon zijn deze kenmerken?
De commissionair
199
Wat doet een makelaar?
Een makelaar brengt potentiële contractspartijen met elkaar in contact, maar komt zelf niet tussen bij de contractsluiting.
200
Wat houdt een aankoopconcessie in?
De concessiegever verbindt zich ertoe om bepaalde producten aan te kopen ## Footnote Dit is voordelig voor de producent.
201
Wat is het belangrijkste verschil tussen een handelsagent en een handelsvertegenwoordiger?
Een handelsagent is zelfstandige, terwijl een handelsvertegenwoordiger een werknemer is ## Footnote Dit heeft gevolgen voor de juridische bescherming.
202
Wat is de rol van een commissionair?
Tekent in eigen naam, maar voor rekening van iemand anders ## Footnote De opdrachtgever blijft vaak onzichtbaar voor de contractspartij.
203
Wat is de maximale betalingstermijn voor een schuldenaar die een overheidsinstantie is?
60 kalenderdagen ## Footnote Deze termijn moet objectief gerechtvaardigd zijn.
204
Welke bedingen zijn kennelijk onbillijk bij betalingsachterstand?
* Zwart beding: bedingen die de betaling van interest voor betalingsachterstand uitsluiten * Grijs beding: bedingen die de vergoeding van invorderingskosten uitsluiten
205
Wat zijn nalatigheidsinteresten?
Rente die van rechtswege en zonder aanmaning verschuldigd is na afloop van de betalingstermijn ## Footnote Standaard bedraagt deze 11,5%.
206
Wat is een verkoopconcessie?
Een overeenkomst waarbij de concessiegever zich verbindt om producten te verkopen, vaak met exclusieve voorwaarden ## Footnote Voorbeeld: een autodealer die afspraken maakt met Audi over prijs en hoeveelheid auto’s.
207
Wat is het hoofddoel van een verkoopconcessie?
Producten laten verdelen/verkopen en zekerheid over exclusieve levering ## Footnote Voorbeelden: auto-importeur, schoolboekenleverancier.
208
Wat is franchising? (DEF)
Een commerciële samenwerkings-overeenkomst tussen twee ondernemingen waarbij de franchisegever commerciële formule en knowhow verleent aan de franchisenemer ## Footnote De franchisenemer krijgt exploitatierecht van de formule en merk, maar draagt het ondernemingsrisico.
209
Wat is een belangrijk kenmerk van de rol van de franchisenemer?
De franchisenemer doet (gedeeltelijk) afstand van zijn bedrijfsvoeringsvrijheid ## Footnote Dit betekent dat de franchisenemer zich moet houden aan de richtlijnen van de franchisegever.
210
Wat zijn de partijen in een franchisingovereenkomst?
Franchisegever (FG) verleent commerciële formule en knowhow en franchisenemer (FN) krijgt exploitatierecht van formule en merk, maar draagt wel het ondernemingsrisico ## Footnote FG heeft een succesvolle handelsnaam en commercieel concept, FN wil met minimale investeringskosten een eigen onderneming voeren.
211
Wat is het verschil tussen een makelaar en een concessiegever?
Een makelaar tekent zelf de verkoopovereenkomst niet, terwijl een concessiegever verplicht is om producten van een leverancier af te nemen ## Footnote Voorbeeld: Shana als makelaar en Peter als concessiegever.
212
Wat is intellectuele eigendom?
Een juridisch systeem dat bescherming biedt voor ideeën en creaties die mensen hebben bedacht ## Footnote Dit voorkomt dat anderen deze ideeën zonder toestemming gebruiken.
213
Waarom is intellectuele eigendom belangrijk voor innovatie?
Het voorkomt dat ideeën worden gestolen, waardoor bedrijven gestimuleerd worden om te investeren in nieuwe ideeën en producten ## Footnote Zonder bescherming zouden concurrenten ideeën kunnen kopiëren en goedkoper aanbieden.
214
Hoe draagt intellectuele eigendom bij aan maatschappelijke vooruitgang?
Het zorgt ervoor dat ideeën gedeeld en gecombineerd kunnen worden, waardoor nieuwe en betere innovaties ontstaan.
215
Waarom mag intellectuele eigendom niet eindeloos beschermd worden?
Omdat nieuwe ideeën alleen kunnen ontstaan door voort te bouwen op bestaande ideeën; eeuwige bescherming zou innovatie blokkeren en de maatschappij benadelen.
216
Welke gemeenschappelijke kenmerken hebben intellectuele eigendom? (8)
* Numerus clausus * Enkel de uitdrukking van ideeën is beschermd * Immaterieel voorwerp * Exclusief gebruiksrecht * In de tijd beperkt * Gelding erga omnes * In geld waardeerbaar * Territorialiteitsbeginsel
217
Wat betekent dat intellectuele eigendomsrechten een numerus clausus kennen?
Het aantal intellectuele eigendomsrechten is wettelijk beperkt; je kunt ze niet zelf bedenken of creëren buiten wat de wet voorschrijft (Boek XI WER).
218
Wat wordt beschermd binnen intellectuele eigendom?
Enkel de concrete uitdrukking of vormgeving van een idee, niet het idee zelf. (Bv: Harry Potter en Wizard’s Hall. Toen het eerste Harry Potter boek was uitgegeven bestond het verhaal ‘Wizard’s Hall’ al. Er was een zekere gelijkenis tussen de 2 verhalen. Als in Wizard’s Hall het hoofdfiguur ook toevallig donker haar had en een bliksemschicht op zijn voorhoofd en een beste vriend die dat Ron noemt dan werd het al moeilijker voor de auteur van Harry Potter om te zeggen dat het haar idee was.)
219
Waarom is intellectuele eigendom een immaterieel voorwerp?
Omdat het onlichamelijk en niet tastbaar is, anders dan bijvoorbeeld een huis.
220
Wat betekent exclusief gebruiksrecht bij intellectuele eigendom?
De houder krijgt een wettelijk monopolie op het gebruik van dat recht.
221
Hoe lang duurt de bescherming van intellectuele eigendom?
De bescherming is tijdelijk; na het verstrijken van een termijn komt het werk in het publieke domein.
222
Wat betekent gelding erga omnes?
Het recht kan tegenover iedereen ingeroepen worden, ook tegenover mensen zonder contractuele relatie. (bv: Banksy kan zeggen dat iemand niet merchandise mag verkopen met zijn tekeningen. Als jij als consument dat ter goeder trouw gekocht hebt, dan kan Banksy nog steeds zeggen dat jouw merchandise vernietigd moet worden)
223
Waarom zijn intellectuele eigendomsrechten in geld waardeerbaar?
Omdat ze economisch belangrijk zijn en vaak waardevoller zijn dan traditionele eigendommen zoals land
224
Wat houdt het territorialiteitsbeginsel in bij intellectuele eigendom?
Intellectuele eigendomsrechten gelden enkel binnen het rechtsgebied waar ze zijn toegekend (bv. België, Europa, VS). (bv: Tommorowland: is een standaard thema/deel in de Disneyparken doorheen de hele wereld. Disney heeft ook een film uitgebracht met de naam Tomorrowland. Toen Disney naar de benelux wou komen stootte ze op een probleem: hier is Tomorrowland merkenrechtelijk beschermd dus zij konden dat niet gebruiken. De film is dan uiteindelijk hier uitgebracht onder de titel “Project T”. toen Tomorrowland (het festival) naar Amerika wou trekken zei Disney dat Tomorrowland daar merkenrechtelijk beschermd is voor hun, daarom noemt Tomorrowland daar “Tomorrowworld")
225
Wat is een octrooi?
Een wettelijk recht dat tijdelijke exclusiviteit verleent voor de exploitatie van een uitvinding (art XI.3 e.v. WER) ## Footnote Het stimuleert innovatie door te zorgen dat uitvinders de tijd en middelen terug kunnen verdienen.
226
Wat is het doel van een octrooi?
Innovatie stimuleren op technologisch gebied
227
Wat zijn de voorwaarden voor het verkrijgen van een octrooi? (4)
* Technologische uitvinding * Nieuw * Resultaat van uitvinderswerkzaamheid * En vatbaar voor industriële toepassing ## Footnote Octrooien moeten worden aangevraagd bij de Dienst Voor de Intellectuele Eigendom.
228
Wat is de maximale duur van bescherming voor een octrooi?
Maximum 20 jaar, mits betaling van jaarlijkse taks (art XI.47 en XI.48 WER) ## Footnote Na deze periode komt de uitvinding in het openbaar domein.
229
Kan een octrooi verlengd worden na de maximale duur van 20 jaar?
Nee, in principe is een octrooi niet verlengbaar.
230
Wat is het recht van de octrooihouder?
Recht op verzet tegen ongewenste exploitatie door derden, en mogelijkheid tot overdracht of licentieverlening
231
Wat is de verplichting van een octrooihouder bij exploitatie?
De uitvinding moet worden geëxploiteerd; anders kan een dwanglicentie worden opgelegd waardoor anderen jouw octrooi mogen gebruiken. ## Footnote Bijvoorbeeld, een Belgisch octrooi geldt alleen in België.
232
Waar moet je een octrooi aanvragen?
Bij de Dienst Voor de Intellectuele Eigendom.
233
Wat is het verschil tussen 'geldend erga omnes' en 'inter partes'?
'Geldig erga omnes' betekent tegenover iedereen, terwijl 'inter partes' betekent tussen partijen ## Footnote Een intellectueel eigendomsrecht kan door de houder tegen iedereen worden ingeroepen.
234
Wat is een voorbeeld van wat niet kan worden beschermd door een octrooi?
Formules of ontdekkingen van materialen die geen uitvinderswerkzaamheid zijn ## Footnote Bijvoorbeeld, de theorie van Pythagoras kan niet worden beschermd.
235
Wat is een dwanglicentie?
Een licentie die anderen de mogelijkheid geeft om een octrooi te gebruiken als de houder het niet exploiteert Anderen krijgen de mogelijkheid een licentie te vragen om jouw octrooi te gebruiken, en jij moet dat toestaan, terwijl je het octrooi blijft houden. ## Footnote Dit is bedoeld om innovatie op de markt te stimuleren.
236
Wat is de rol van openbaarmaking bij octrooien?
De uitvinder moet een gedetailleerde beschrijving van de uitvinding openbaar maken zodat anderen deze kunnen reproduceren ## Footnote Dit is noodzakelijk voor het verkrijgen van een octrooi.
237
Wat is de rol van de franchisegever in een franchiseovereenkomst?
De franchisegever zorgt voor het merk en de algemene kwaliteit van het concept ## Footnote Voorbeeld: Delhaize als franchisegever die franchises verleent aan zelfstandigen.
238
Wat is een uitvinding in de context van octrooien?
Een uitvinding is onder andere de uitvinding van rubber, vulkanisatieapparatuur en het proces om een rubberen band te produceren. ## Footnote Formules en ontdekkingen van natuurlijke materialen zijn geen uitvindingen.
239
Wanneer is een uitvinding "nieuw"?
art XI.6 WER Als ze geen deel uitmaakt van de state of the art is nieuw. Dus als ze nog niet publiek gekend is. ## Footnote Het is vaak moeilijk te bepalen wat wel of niet deel uitmaakt van de state of the art.
240
Wat is een voorbeeld van iets dat niet als nieuw werd beschouwd?
Senseo’s koffiepads – hun octrooi werd ingetrokken omdat de uitvinding al in zekere vorm bestond.
241
Wat wordt bedoeld met een "technologische uitvinding"?
Een uitvinding op technologisch gebied, zoals een product of een proces. Bv: rubber, vulkanisatieapparatuur, of het productieproces van een rubberen band.
242
Wat wordt niet beschouwd als een technologische uitvinding?
Formules, wetenschappelijke theorieën en ontdekkingen van bestaande natuurlijke materialen. Bv: de stelling van Pythagoras of een nieuw mineraal dat je in de grond vindt.
243
Wat is uitvinderswerkzaamheid?
art XI.7 WER Er moet sprake zijn van een extra inventieve stap die niet voor de hand liggend is. ## Footnote Dit zorgt ervoor dat er echt iets nieuws is uitgevonden.
244
Geef een voorbeeld waarbij géén uitvinderswerkzaamheid aanwezig is.
Als je een stoel met uitschuifbare poten hebt, en iemand bedenkt een tafel met uitschuifbare poten – dat is te voor de hand liggend
245
Wat betekent 'vatbaar voor industriële toepassing'?
art XI.8 WER Het moet kunnen worden toegepast in de nijverheid. ## Footnote Voorbeelden zijn ideeën die niet uitvoerbaar zijn, zoals teleportatie.
246
Kan je een octrooi verkrijgen op een Star Trek-transporter?
Nee, want het is niet vatbaar voor industriële toepassing en dus niet technisch realiseerbaar.
247
Wat is het doel van auteursrecht?
Creativiteit erkennen en stimuleren door auteurs te vergoeden voor hun intellectuele scheppingen. ## Footnote Dit gebeurt door auteurs te vergoeden voor hun intellectuele scheppingen.
248
Moet je auteursrecht aanvragen?
Nee, auteursrecht ontstaat automatisch zodra aan de voorwaarden is voldaan; geen registratie vereist.
249
Wat zijn de voorwaarden voor auteursrechtelijke bescherming? (4)
* Het moet een werk van letterkunde of kunst zijn (art 2 Berne Convention) * Origineel zijn (uit je hoofd komen) * Uitgedrukt zijn in een concrete vorm (bv: niet smaak) * En een schepping van de menselijke geest zijn ## Footnote Wetten en overheidsdocumenten zijn niet beschermd.
250
Wanneer kan AI-gegenereerde content toch auteursrechtelijk beschermd zijn?
Als de menselijke input zodanig omvangrijk en creatief is dat het werk als menselijke schepping geldt (bv. Li vs Liu, China 2023).
251
Wat is een voorbeeld van een werk dat niet auteursrechtelijk beschermd is?
Mathematische formules en recepten zijn niet beschermd. ## Footnote De presentatie en uitleg kunnen echter wel auteursrechtelijk beschermd zijn.
252
Waarom zijn smaken niet auteursrechtelijk beschermd?
Omdat smaak subjectief is en niet uitgedrukt kan worden in een concrete vorm.
253
Wat zijn de vermogensrechten onder auteursrecht?
Art XI.165 §1 WER * Reproductierecht = het recht om er kopie van te maken * Distributierecht = het recht om te verkopen ## Footnote Deze rechten zijn overdraagbaar en licentieerbaar.
254
Wat zijn de morele rechten onder auteursrecht?
art XI.165 §2 WER * Recht op openbaarmaking = het recht om te beslissing dat je werk af is en dat je het kan tonen aan het publiek. Iemand anders mag dat niet doen in jouw plaats * Recht op auteurschap = recht om te zeggen dat het jouw werk is = recht om een pseudoniem te gebruiken = recht om anoniem te blijven * Recht op eerbied = verzetten tegen wijziging (hier kan je afstand van doen) = verzetten tegen misvorming of verminking (geen afstand mogelijk) ## Footnote Sommige morele rechten kunnen niet worden afgestaan.
255
Hoe lang duurt de bescherming van auteursrecht?
70 jaar, te rekenen vanaf 1 januari volgend op het overlijden van de enige auteur of langstlevende auteur (art XI.166 WER) of de eerste publicatie (als auteur onbekend is). ## Footnote Dit kan variëren afhankelijk van de omstandigheden.
256
Waarom is de originele Mickey Mouse nu publiek domein, maar de huidige nog niet?
Auteursrecht op het originele personage is verlopen; de nieuwe vormen zijn nog beschermd en mogelijk ook als merk geregistreerd.
257
Wat is de Benelux-merk bescherming?
De bescherming geldt voor de gehele Benelux en moet aangevraagd worden. Je kan je merk niet enkel beschermen binnen België, geldt automatisch voor de BeNeLux ## Footnote Dit voorkomt dat merken alleen voor België beschermd worden.
258
Wat is het doel van het merkenrecht?
Waren en diensten onderscheiden van andere producenten.
259
Welk verdrag regelt het Benelux-merk?
Verdrag van 25 februari 2005 inzake de intellectuele eigendom (BVIE).
260
Wat zijn de voorwaarden voor merkenregistratie? (4)
* Teken * Onderscheidend karakter * Registreerbaar * Beschikbaar voor de productsoort waarvoor registratie wordt aangevraagd - Specialiteitsbeginsel - Anterioriteit - Specialiteit ## Footnote Merken kunnen niet geregistreerd worden als ze niet aan deze voorwaarden voldoen.
261
Wat kan als ‘teken’ in aanmerking komen voor merkbescherming?
Woorden, afbeeldingen, kleuren, geluiden, video’s, hologrammen, enz.
262
Geef een voorbeeld van een niet-onderscheidend teken.
Het woord “bananen” voor een fruitwinkel.
263
Wat zijn de drie zaken die niet merkenrechtelijk beschermd kunnen worden?
* Geur * Smaak * Tast ## Footnote Deze elementen zijn niet registreerbaar als merk.
264
Wat betekent het specialiteitsbeginsel in het merkenrecht?
Merkbescherming geldt enkel voor de waren en diensten waarvoor het werd aangevraagd.
265
Wat is de duur van de basislooptijd van een merkregistratie?
10 jaar, maar onbeperkt verlengbaar zolang de registratie tijdig wordt vernieuwd (art 2.9 BVIE) ## Footnote Het merk moet ook blijven gebruikt worden.
266
Waar moet je een Benelux-merk deponeren?
Bij het Benelux Bureau voor Intellectuele Eigendom (art 2.5 BVIE)
267
Wat is het onderscheidend karakter van een merk?
Het moet in staat zijn om waren en diensten van andere producenten te onderscheiden. ## Footnote Voorbeeld: bananen hebben geen onderscheidend karakter voor een fruitwinkel.
268
Wat gebeurt er als je een merk niet meer gebruikt?
Het merk kan vervallen wegens verlies van onderscheidend karakter.
269
Geef een voorbeeld van een merk dat zijn onderscheidend karakter verloor.
Aspirine, trampoline, nylon.
270
Wat is de aard van de bescherming bij een Benelux-merk?
Recht om derden het gebruik van het merk te verbieden; merk kan worden overgedragen of in licentie gegeven.
271
Wat is de betekenis van anterioriteit in merkenrecht?
Een merk kan niet worden geregistreerd als er al een identiek of verwarrend gelijkend merk bestaat voor (overeenstemmende) producten. ## Footnote Dit voorkomt verwarring bij het publiek.
272
Welke drie vragen moet je jezelf stellen i.v.m. anterioriteit?
* Is het teken identiek voor identieke producten? (bv: teken van de VUB kan je niet gebruiken voor een andere universiteit, mss wel voor een andere type producten) * Is er kans op verwarring bij gelijkenis? * Is er reputatieschade of ongerechtvaardigd voordeel bij gebruik van een bekend merk? (bv: als je het Apple logo wilt gebruiken om taarten te gaan verkopen)
273
Mogen identieke of gelijkende merken naast elkaar bestaan voor verschillende productsoorten?
Ja, dat mag in principe wél op basis van het specialiteitsbeginsel, tenzij het oorspronkelijke merk een zekere faam heeft en er sprake is van reputatieschade of ongerechtvaardigd voordeel. Voorbeeld: Het merk Lotus bestaat zowel voor koekjes als voor auto's. Omdat het om volledig verschillende productsoorten gaat en er geen verwarring ontstaat bij het publiek, kunnen deze naast elkaar bestaan.
274
Wat is de rol van de titularis van een merk?
De titularis kan het merk overdragen aan derden of in licentie geven. ## Footnote Dit geeft flexibiliteit in het gebruik van het merk.
275
Wat houdt het functioneel ondernemingsbegrip in het WER in?
Het functioneel ondernemingsbegrip knoopt niet aan bij de rechtspersoonlijkheid, maar bij de activiteit. Iedereen die op duurzame wijze een economisch doel nastreeft (natuurlijke persoon of rechtspersoon) valt eronder, ongeacht de juridische vorm.
276
Geef voorbeelden van wie wel of niet onder het functioneel ondernemingsbegrip valt.
Eenmanszaak (bv. De opinio): wel – functioneel ondernemingsbegrip – VUB: niet voor het afgeven van diploma’s, wel voor commerciële activiteiten zoals zaalverhuur – Tweedehands.be: verkoop door particulier = geen onderneming, verkoop door professional = wel – OCMW: geen onderneming – Influencers: wel, als ze duurzaam inkomsten genereren
277
Waarom valt de VUB in sommige gevallen onder het functioneel ondernemingsbegrip en in andere niet?
Voor haar onderwijsactiviteit (diploma’s) niet, want dat is geen economische activiteit. Voor commerciële nevenactiviteiten zoals zaalverhuur wel, want dat is een duurzame economische activiteit.
278
Wat gebeurt er bij vervroegde terugbetaling als een KMO een kredietovereenkomst (Wet KMO Financiering) afsluit voor €3 miljoen en het geld meteen ontvangt?
Dan zijn zowel de regels van de Wet KMO Financiering als van de geldlening van toepassing. Er geldt een dubbele beperking op de wederbeleggingsvergoeding: *Maximaal de werkelijk geleden schade, én *Maximaal zes maanden interest.
279
Wat zijn de gevolgen van herroeping bij levering van digitale diensten of digitale inhoud?
* Beëindiging van de overeenkomst * Verbod om de inhoud of dienst te gebruiken of te delen * Volledige terugbetaling.
280
Geef een voorbeeld van een onrechtmatig beding.
Een abonnement met korting enkel bij betaling via domiciliëring. Dit mag niet: je moet nog steeds het abonnement betalen, maar de extra kost voor een andere betaalmethode mag niet aangerekend worden.
281
Is de vrijheid van ondernemen absoluut?
Nee, geen enkele vrijheid is absoluut. De vrijheid van ondernemen wordt beperkt door o.a. consumentenbescherming en milieuregels. De overheid mag deze beperkingen opleggen als ze gerechtvaardigd zijn door het algemeen belang. Hoven en rechtbanken toetsen of het evenwicht tussen vrijheid en algemeen belang gerespecteerd is.
282
Is een makelaar zelfstandig of werknemer?
Een makelaar is altijd een zelfstandige.
283
Wat is typisch voor de band tussen een makelaar en een opdrachtgever?
Meestal is die band occasioneel, maar kan ook duurzaam zijn.
284
Wat is het verschil tussen een makelaar en een handelsagent?
Een makelaar brengt partijen enkel samen, een handelsagent sluit het contract in naam en voor rekening van de opdrachtgever.
285
Wat is een commissionair?
Een tussenpersoon die een contract in eigen naam, maar voor rekening van de opdrachtgever sluit.
286
Wat is het verschil tussen een commissionair en een handelsagent?
De commissionair tekent in eigen naam en maakt de opdrachtgever vaak niet kenbaar; de handelsagent treedt op in naam en voor rekening van de opdrachtgever.
287
Geef een voorbeeld van een makelaar
Een verzekeringsmakelaar die verschillende klanten zoekt voor verzekeringsmaatschappijen, maar zelf geen contracten sluit. Hij brengt klant en maatschappij samen, maar de klant sluit het contract rechtstreeks met de maatschappij.
288
Geef een voorbeeld van een handelsagent
Stel, een fabrikant van sportkleding schakelt een handelsagent in die zelfstandig werkt en namens de fabrikant contracten afsluit met sportwinkels. De sportwinkels kopen rechtstreeks van de fabrikant, niet van de agent. De agent sluit de koopovereenkomst in naam en voor rekening van de fabrikant. De klant (sportwinkel) weet dat de fabrikant de verkoper is, niet de agent. Verschil met makelaar: De makelaar brengt alleen koper en verkoper bij elkaar, maar sluit zelf geen contracten. De handelsagent sluit wél contracten namens de fabrikant.
289
Geef een voorbeeld van een commissionair
Een kunsthandelaar die schilderijen koopt en verkoopt op eigen naam, maar eigenlijk handelt voor rekening van een opdrachtgever die eigenaar blijft van de schilderijen.
290
Geef een voorbeeld van een handelsvertegenwoordiger
Een werknemer die in opdracht van een bedrijf (bijv. een farmaceutisch bedrijf) producten verkoopt aan apotheken en winkels, en contracten sluit onder gezag van dat bedrijf.
291
Welke 2 soorten concessies zijn er?
* Aankoopconcessie * Verkoopconcessie
292
Wat is een concessieovereenkomst
art I.11, 3° WER Een raamcontract tussen twee ondernemingen waarbij de concessiegever het recht verleent om producten/diensten aan te kopen (aankoopconcessie) of te verkopen (verkoopconcessie), vaak met exclusiviteit.
293
Wie is de concessiegever en wie is de concessiehouder?
Concessiegever (CG) verleent het recht, concessiehouder (CH) is de begunstigde van die concessie.
294
Geef een voorbeeld van een aankoopconcessie.
Een schoolboekenleverancier verbindt zich om een bepaald aantal boeken aan te kopen voor scholen.
295
Geef een voorbeeld van een verkoopconcessie.
Een auto-importeur die het recht krijgt om bepaalde auto's te verkopen, vaak exclusief.
296
Wat is het hoofddoel van een verkoopconcessie? Wat is het hoofddoel van een aankoopconcessie?
Producten laten verdelen of verkopen. Zekerheid over exclusieve levering.
297
Wat betekent het dat de concessiegever gedeeltelijk afstand doet van contractsvrijheid?
Dat er vooraf bepaalde voorwaarden vastliggen waar partijen zich aan moeten houden, zoals exclusiviteit of minimale afname.
298
Geef een voorbeeld van een bekende franchisegever.
Delhaize, die haar filialen niet meer zelf uitbaat maar franchises geeft aan zelfstandigen.
299
Waarom is er een bedenktijd van één maand vóór het afsluiten van een franchisingcontract?
Om de franchisenemer te beschermen tegen de macht van de franchisegever en om bezinning mogelijk te maken (precontractuele informatieplicht).
300
Wat betekent het dat de franchisenemer gedeeltelijk afstand doet van bedrijfsvoeringsvrijheid?
De franchisenemer moet het concept en regels van de franchisegever volgen, maar kan binnen bepaalde marges eigen beslissingen nemen.
301
Het merkenrecht (DEF)
Een intellectueel eigendomsrecht dat je toelaat om je goederen en diensten te onderscheiden van je concurrenten
302
303