Ondernemingsrecht verbintenissenrecht (ppt 1) Flashcards

(126 cards)

1
Q

Wat is een verbintenis? (DEF)

A

Een rechtsverhouding tussen twee (of meer) personen op grond waarvan de ene een aanspraak heeft op een prestatie vanwege de andere. Deze prestatie bestaat uit een geven, een doen of een laten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat heeft de ene partij op grond van een verbintenis?

A

Een aanspraak op een prestatie vanwege de andere partij.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat kan de prestatie inhouden?

A

Een geven, een doen of een laten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de verschillende bronnen van verbintenissen?

A

Rechtshandelingen en rechtsfeiten. (art 5.3 BW)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke soorten rechtshandelingen zijn er?

A

Eenzijdige rechtshandelingen en meerzijdige rechtshandelingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke soorten rechtsfeiten zijn er?

A

Oneigenlijke overeenkomsten, onrechtmatige daden (buitencontractuele aansprakelijkheid), en de wet. (Art 5.127 BW)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn gewilde verbintenissen?

A

Rechtshandelingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn verbintenissen buiten de wil om?

A

Rechtsfeiten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wie is de schuldeiser in een verbintenis?

A

Degene met het vorderingsrecht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wie is de schuldenaar in een verbintenis?

A

Degene met de verbintenis/schuld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke soorten verbintenissen zijn er? (7)

A

1- Onvoorwaardelijke en voorwaardelijke verbintenissen
2- verbintenissen onder tijdsbepaling
3- alternatieve verbintenissen
4- samengevoegde (deelbare) en hoofdelijke verbintenissen
5- resultaats- en middelenverbintenissen
6- verbintenissen intuitu personae
7- Cumulatieve verbintenissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn voorwaardelijke verbintenissen?

A

Verbintenissen die aan voorwaarden zijn gekoppeld. (art 5.139 en 5.141 BW)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat gebeurt er als de voorwaarde vervuld is?

A

De verbintenis zal plaatsvinden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat houdt een opschortende voorwaarde in?

A

De verbintenis is opgeschort tot de gebeurtenis zich voordoet. (Art 5.139 BW)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Geef een voorbeeld van een opschortende voorwaarde.

A

Rayan koopt een auto van Delvoie, afhankelijk van goedkeuring. Als de auto goedgekeurd wordt gaat de koop door en zijn ze beide gebonden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is een ontbindende voorwaarde?

A

De verbintenis komt tot stand, maar wordt ontbonden wanneer de gebeurtenis zich voordoet. (art 5.147 BW)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Geef een voorbeeld van een ontbindende voorwaarde.

A

Rayan koopt de auto, maar het contract wordt ontbonden als de auto afgekeurd wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is een voorwaarde?

A

Een gebeurtenis die in de toekomst ligt en onzeker is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat zijn verbintenissen onder tijdsbepaling?

A

Verbintenissen die pas afdwingbaar zijn op een bepaald moment in de tijd. (art 5.149 BW)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Geef een voorbeeld van een verbintenis onder tijdsbepaling.

A

Delvoie trakteert iedereen op 1 april.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Hoe kan een verbintenis onder tijdsbepaling aan een voorwaarde gebonden zijn?

A

Je mag beginnen werken als je al je vakken slaagt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat zijn alternatieve verbintenissen?

A

Situaties waarin je een verbintenis/prestatie via verschillende alternatieven mag uitvoeren. (art 5.157 BW)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Geef een voorbeeld van alternatieve verbintenissen.

A

Terugbetalen in geld of in bepaalde goederen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat is de situatie bij samengevoegde verbintenissen?

A

Meerdere personen zijn schuldenaar van dezelfde verbintenis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Wat is hoofdelijkheid?
Uitzondering waarbij elke schuldenaar gehouden is tot de gehele verbintenis.
26
Wanneer is hoofdelijkheid van toepassing?
Moet in de wet voorzien zijn of uitdrukkelijk in de overeenkomst bedongen zijn.
27
Geef een voorbeeld van hoofdelijkheid.
Rayan en Warre huren samen een appartement voor €1000 per maand.
28
Wat betekent het als een verbintenis deelbaar is?
Elke persoon is gehouden tot betaling voor zijn deel.
29
Wat kan de verhuurder doen bij een deelbare verbintenis?
De verhuurder kan bij elk €500 gaan halen.
30
Wat gebeurt er bij hoofdelijkheid als de ene schuldenaar niet betaalt?
De verhuurder kan dat deel vorderen van de andere schuldenaar.
31
Wat is passieve hoofdelijkheid?
Een vorm van aansprakelijkheid waarbij een persoon aansprakelijk is voor de schulden van een ander. (art 5.160 BW)
32
Wat is actieve hoofdelijkheid?
Hier zijn er verschillende schuldeisers ipv schuldenaren. Elke schuldeiser kan het geheel opeisen maar moet dit dan verdelen onder de andere schuldeisers. (art 5.170 BW)
33
Wat zijn resultaatsverbintenissen?
De schuldenaar verbindt zich tot het leveren van een bepaald resultaat. (art 5.72, 2de lid BW)
34
Wat gebeurt er als het resultaat van een resultaatsverbintenis niet behaald wordt?
De verbintenis is niet nagekomen.
35
Geef een voorbeeld van een resultaatsverbintenis.
Rayan gaat Delvoie zijn huis lichtblauw verven.
36
Wat zijn middelenverbintenissen?
Inspanningsverbintenis waarbij geen resultaat gegarandeerd wordt, maar men zijn best doet. (art 5.72, 1ste lid BW)
37
Wat is het doel van een middelenverbintenis?
Alle redelijke middelen inzetten als een normaal en redelijk persoon.
38
Geef een voorbeeld van een middelenverbintenis.
Een arts die zijn best doet om een patiënt te genezen, maar geen resultaat garandeert.
39
Wat is de definitie van overmacht?
Situatie waarin een verbintenis niet kan worden nagekomen door onvoorziene omstandigheden. (art 5.226 BW)
40
Wat zijn verbintenissen intuitu personae?
Verbintenissen die afhankelijk zijn van de specifieke kwaliteiten van de medecontractant, waardoor ze niet overdraagbaar zijn.
41
Geef een voorbeeld van een verbintenis intuitu personae.
Een schilderij laten schilderen door Rubens. Je wilt dat hij dat zelf doet, niet een van zijn leerlingen.
42
Wat zijn cumulatieve verbintenissen?
Verbintenissen waarbij de schuldenaar meerdere prestaties moet leveren om van de schuld bevrijd te zijn (art 5.156 BW).
43
Wat kan de schuldeiser eisen bij cumulatieve verbintenissen?
Dat alle prestaties gelijktijdig worden nagekomen.
44
Geef een voorbeeld van een cumulatieve verbintenis.
Om je geldschuld in te lossen moet je 50 euro en 20 US dollar betalen.
45
Wat is een overeenkomst?
Een contract dat ontstaat uit de samenvallende wilsuiting van twee of meer partijen.
46
Overeenkomst of contract (DEF)
Een (meerzijdige) rechtshandeling die steunt op de samenvallende wilsuiting van twee of meer partijen die erop gericht is tussen hen een of meer verbintenissen tot stand te brengen.
47
Wat is het doel van een overeenkomst?
Het tot stand brengen van verbintenissen.
48
Wat houdt wilsautonomie in?
Het principe dat partijen zelf mogen beslissen welke contracten ze sluiten en op welke voorwaarden. (art 5.15 BW)
49
Wat zijn de basisprincipes van overeenkomsten (verbintenissen)?
1- Wilsautonomie en contractvrijheid 2- Bindende kracht (tussen partijen) 3- Consensualisme 4- Relatieve werking.
50
Wat is contractvrijheid?
De vrijheid om contracten te sluiten over zaken die iemand toebehoren, waarbij beide partijen er beter van worden.
51
Wat is de impact van contractvrijheid op welvaart?
Het bevordert de welvaart omdat beide partijen denken dat ze een goede zaak hebben gedaan.
52
Welke situatie kan leiden tot nietigheid van een contract?
Wanneer contracten onder dwang, dwaling of geweld zijn gesloten.
53
Wat is tegenwoordig verboden met betrekking tot contractvrijheid?
Discriminatie bij het sluiten van contracten.
54
Wat is bindende kracht?
De verplichting tussen partijen om een contract na te komen, onder het principe 'beloofd is beloofd' (art 5.69 BW).
55
Wat is de sanctie van de wet voor het niet nakomen van contracten?
Dwang om de nakoming van de contracten te verzekeren.
56
Wat is consensualisme?
De wilsovereenstemming tussen partijen volstaat om een contract tot stand te laten komen, zonder speciale formaliteiten (art 5.18 BW).
57
Wat is vereist voor het ontstaan van een contract?
Toestemming van beide partijen.
58
Welke uitzonderingen op het principe van consensualisme zijn er?
Plechtige overeenkomsten en zakelijke overeenkomsten.
59
Wat zijn zakelijke overeenkomsten?
Overeenkomsten die de afgifte van een zaak vereisen om tot stand te komen (art 1919 oud BW, art 5.29 BW).
60
Wat zijn plechtige overeenkomsten?
Overeenkomsten waarvoor bepaalde pleegvormen vereist zijn, zoals naar de notaris gaan. (art 2.36 BW: voorbeeld)
61
Wat houdt dynamische totstandkoming in?
Je bent bezig met het contract te sluiten.
62
Wat is een aanbod?
Een verbintenis uit eenzijdige wilsuiting.
63
Wat gebeurt er als de tegenpartij ja zegt op het aanbod?
Dan komt het contract tot stand.
64
Wat is een aanvaarding?
De wilsuiting van de andere partij die de overeenkomst tot stand doet komen.
65
Wat betekent de bindende kracht van een contract?
Het contract geldt als wet tussen de partijen.
66
Wat betekent relatieve werking?
Het contract geldt alleen tussen de partijen, derden zijn niet gebonden (art 5.69 BW).
67
Onder welke voorwaarden moet een contract schriftelijk worden bewezen?
Voor contracten boven de €3500 moet er schriftelijk bewijs zijn.
68
Wat zijn partijen vrij om te doen tijdens de onderhandelingen?
Ze kunnen onderhandelingen aanvangen, voeren of afbreken. (art 5.15 BW)
69
Wat kan een benadeelde partij krijgen als de onderhandelingen foutief worden afgebroken?
Schadevergoeding
70
Wat is het verschil tussen zakelijke rechten en persoonlijke rechten?
Zakelijke rechten: gelden erga omnes Persoonlijke rechten: enkel de partijen moeten zich aan de verbintenis houden (bv: contract) (art 5.103 BW)
71
Kan de rechter verplichten tot verdere onderhandelingen of het contract gesloten laten verklaren?
Nee, een rechter kan enkel schadevergoeding toekennen als de onderhandelingen foutief afgebroken zijn. (art 5.17 BW)
72
Wat zijn de 4 geldigheidsvoorwaarden voor het sluiten van een contract?
art 5.27 BW 1- Toestemming van de partijen 2- Bekwaamheid om een contract aan te gaan 3- Een bepaald of bepaalbaar en geoorloofd voorwerp 4- Een bestaande, oprechte en geoorloofde oorzaak
73
Welke 2 invalshoeken voor de totstandkoming van een contract kennen we?
1- Dynamische totstandkoming 2- Statische totstandkoming
74
Wat bedoelt men met de dynamische totstandkoming van een contract?
Het proces waarbij partijen bezig zijn een contract te sluiten, met wisselwerking via aanbod en aanvaarding.
75
Welke tijdsduur kan voorafgaan aan het sluiten van een contract?
Geen tijd (bv. metrokaartje kopen via app) tot een heel lange periode (bv. complexe overname).
76
Wat is een aanbod in het contractenrecht?
Een eenzijdige rechtshandeling met alle elementen van een overeenkomst, bedoeld om bij aanvaarding een contract tot stand te brengen (art. 5.19 BW).
77
Wanneer komt een overeenkomst tot stand bij aanbod en aanvaarding?
De aanvaarding is de wilsuiting van de andere partij die de overeenkomst tot stand doet komen (art. 5.20 BW).
78
Wat gebeurt er als de aanvaarding nieuwe voorwaarden bevat?
Dan is er sprake van een nieuw aanbod; de onderhandelingen blijven dynamisch.
79
Aanbod (DEF)
Eenzijdige rechtshandeling waar alle elementen van de overeenkomst in vervat liggen, zodanig dat voor de aanvaarding ervan van de andere partij de overeenkomst tot stand komt
80
Wat onderzoekt men bij de statische benadering van contractsluiting?
Of het contract geldig tot stand is gekomen
81
Wat is geldige toestemming bij contractsluiting?
Bestaande, volwaardige, op elkaar afgestemde wil, uitgedrukt uitdrukkelijk of stilzwijgend.
82
Wat zijn wilsgebreken die toestemming ongeldig kunnen maken? (4)
Art 5.33 BW 1- Dwaling 2- Bedrog 3- Geweld 4- Misbruik van omstandigheden
83
Wat is dwaling in het contractenrecht?
Een niet-uitgelokte verkeerde voorstelling van de werkelijkheid die leidt tot een contract. (art. 5.34 BW)
84
Wanneer is dwaling ongeldig voor het contract?
Als die verschoonbaar is, d.w.z. een normaal, redelijk en voorzichtig persoon zou hetzelfde gedaan hebben in dezelfde omstandigheden.
85
Dwaling (DEF)
De niet-uitgelokte verkeerde voorstelling van de werkelijkheid waardoor een partij een overeenkomst sluit die hij/zij anders niet zou gesloten hebben of niet onder dezelfde voorwaarden
86
Wat is bedrog?
Een door een andere partij uitgelokte vergissing (art 5.35 BW).
87
Moet bedrog verschoonbaar zijn?
Nee, je mag naïef zijn, je moet het bedrog niet persé doorzien
88
Wat is een belangrijke voorwaarde van bedrog?
Het bedrog moet uitgelokt zijn door iemand anders en moet gelinkt kunnen worden aan die persoon (art 5.33 BW)
89
Wat is geweld bij contractsluiting?
Dreiging met onrechtmatig kwaad waardoor een contract niet uit vrije wil wordt gesloten (art 5.36 BW)
90
Wat is een voorbeeld van dwaling?
Rayan koopt een Auto van Delvoie voor €1000, als Delvoie vraagt hoe hij ermee weg wilt gaan zegt Rayan dat hij ermee gaat rijden. Delvoie zegt dat dat niet zal lukken want er zit geen motor in. Rayan dacht dat hij een auto met een motor kocht, hij was dus duidelijk aan het dwalen
91
Wat is een voorbeeld van bedrog?
Rayan ziet een mooie auto staan bij Delvoie, Delvoie weet dat het een auto zonder motor is. Toch misleidt hij Rayan en laat hij hem denken dat hij een auto zonder motor koopt.
92
Wat is een voorbeeld van geweld?
Delvoie dreigt ermee Rayan te vermoorden als hij de auto niet koopt.
93
Kan psychisch geweld ook onder ‘geweld’ vallen?
Ja, als het een onrechtmatig kwaad betreft (bv. dreigen met onterecht puntverlies).
94
Wat is een belangrijke voorwaarde van geweld?
Het geweld moet onrechtmatig zijn. Als je iemand dagvaardt omdat hij zijn factuur niet betaalt dan is dat niet onrechtmatig
95
Geweld (DEF)
De uitoefening van of de bedreiging met een kwaad tegenover een contractpartij die anders de overeenkomst niet zou hebben gesloten of in andere omstandigheden
96
Misbruik van omstandigheden (DEF)
Bestaat wanneer bij de contractsluiting een kennelijk onevenwicht tussen de prestaties van de partijen als gevolg van het misbruik door de ene partij van omstandigheden die verbonden zijn aan de zwakke positie van de andere partij (art 5.37 BW)
97
Wat is misbruik van omstandigheden?
Misbruik van de zwakke positie van de andere partij bij contractsluiting, leidend tot een kennelijk onevenwicht. (art 5.37 BW)
98
Wat is de mogelijke sanctie bij misbruik van omstandigheden?
Nietigverklaring of aanpassing van de overeenkomst door de rechter.
99
Wie is handelingsbekwaam om een contract te sluiten?
In principe iedereen, behalve bij wettelijke uitzonderingen (bv. minderjarigen). (art 5.41 BW)
100
Wat zijn de voorwaarden voor het voorwerp van een contract? (4)
(art. 5.51 BW) 1- Moet bestaan of kunnen bestaan 2- Moet in de handel zijn 3- Moet bepaald/bepaalbaar zijn 4- Moet geoorloofd zijn.
101
Wat is een voorbeeld van een voorwerp dat niet voldoet aan de voorwaarden?
Bv: een draak kan je niet verkopen, want die bestaat niet
102
Wat is een voorbeeld van een voorwerp dat nu nog niet bestaat
Bv: een veulen dat nog geboren moet worden Bv: Taylor Swift die de rechten van haar toekomstige album verkoopt
103
Wat betekent ongeoorloofd?
Strijdig met de wet, openbare orde of goede zeden (Art 5.51 BW) Als je er niet mee naar de rechter kan gaan, dan is het heel wss ongeoorloofd
104
Wat is een voorbeeld van een ongeoorloofd voorwerp?
Je huurt een huurmoordenaar in om de prof te vermoorden, dat is ongeoorloofd Drugsdeals zijn ook ongeoorloofd
105
Oorzaak (DEF)
De rechtstreekse en determinerende beweegreden van partijen om het contract te sluiten
106
Wanneer is de oorzaak ongeldig?
Als de oorzaak ongeoorloofd is, dus strijdig met de wet, de openbare orde of de goede zeden
107
Geef een voorbeeld van een geoorloofd voorwerp maar een ongeoorloofde oorzaak?
Bv: je koopt een huis, dat is een geldig voorwerp. Als je daar een drugslabo wilt beginnen, dan is de oorzaak ongeoorloofd.
108
In welk artikel kan je de sanctie van de ongeoorloofde oorzaak terugvinden?
Art 5.59 BW
109
Is benadeling een algemene geldigheidsvereiste voor contracten?
Nee, benadeling is geen algemene geldigheidsvereiste, maar geldt enkel in specifiek wettelijk geregelde gevallen (art. 5.38 BW).
110
In welke gevallen kan benadeling leiden tot sancties in het contractenrecht?
Alleen in uitzonderlijke gevallen, zoals het leeuwenbeding (art 4:2 WVV in het vennootschapsrecht of bij benadeling van de verkoper met meer dan 7/12de bij verkoop van een onroerend goed (art. 1674 oud BW).
111
Wat betekent de bindende kracht van een overeenkomst?
Eens een geldige overeenkomst is gesloten, moet ze worden uitgevoerd zoals overeengekomen. De overeenkomst heeft kracht van wet tussen partijen en de rechter kan uitvoering afdwingen.
112
Wanneer mag een overeenkomst worden gewijzigd?
Enkel met wederzijdse toestemming van de partijen (dus via een nieuwe overeenkomst) of op basis van een wettelijke bepaling.
113
Op welke rechtsmiddelen kan iemand zich beroepen als er sprake is van wanprestatie? (7)
1- Gedwongen uitvoering in natura 2- Uitvoering bij equivalent 3- Recht op vervangende schadevergoeding 4- Ontbinding 5- Prijsvermindering 6- Recht om de uitvoering van de eigen verbintenis op te schorten 7- Verandering in omstandigheden
114
Wat is ‘gedwongen uitvoering in natura’?
De partij wordt verplicht om de prestatie te leveren zoals oorspronkelijk overeengekomen. Dit is het voorkeursscenario (plan A), maar niet altijd mogelijk of zinvol.
115
Geef een voorbeeldsituatie wanneer gedwongen uitvoering in natura niet zinvol is
Je verplicht iemand om een portret te schilden en die wilt dat niet afmaken, dat zal nogal een mooi portret worden
116
Wat is het probleem met gedwongen uitvoering in natura?
Het is niet altijd zinvol of mogelijk. Je kan niet iemand dwingen om iets te doen (bv: je kan niet de schilder zijn hand vasthouden en zo je huis laten schilderen)
117
Wat is een dwangsom?
Een door de rechter opgelegde geldsom die moet worden betaald per dag vertraging of per inbreuk, om uitvoering van de verbintenis te stimuleren.
118
Wat is uitvoering bij equivalent?
Volgens art. 5.85 BW: de oorspronkelijke prestatie wordt vervangen door een gelijkaardige prestatie, bv. via een derde op kosten van de schuldenaar.
119
Wat is vervangende schadevergoeding?
Volgens art. 5.2 BW: de schuldeiser krijgt een geldsom als compensatie zodat hij zich bevindt in de situatie alsof de verbintenis correct was uitgevoerd.
120
Wat is ontbinding van de overeenkomst?
Het beëindigen van de overeenkomst wegens wanprestatie, hetzij via de rechter, hetzij eenzijdig (art. 5.90 BW). Het vereist een ernstige schending van de verbintenissen.
121
Geef een voorbeeldsituatie waar de ontbinding geoorloofd is?
Je huurt een kot maar al maanden lang is er de hele tijd vanalles kapot en de kotbaas doet er niets aan, dan kan je de ontbinding aan de rechter vragen
122
Wat houdt prijsvermindering in?
Volgens art. 5.97 BW: bij gedeeltelijke uitvoering kan de schuldeiser een proportionele vermindering van de prijs vorderen. Niet combineerbaar met schadevergoeding.
123
Wat is de ‘exceptie van niet-uitvoering’ (ENAC)?
Volgens art. 5.239 BW: het recht van een partij om de uitvoering van haar eigen verbintenis op te schorten zolang de wederpartij in gebreke blijft.
124
Geef een voorbeeldsituatie van de ENAC
Zolang de kotbaas de verwarming niet maakt (in de winter), betaal jij de huur niet totdat de kotbaas de verwarming maakt
125
Wat betekent ‘verandering van omstandigheden’ bij contracten?
Volgens art. 5.74 BW: bij onvoorzienbare en buitensporig bezwarende omstandigheden kan een partij heronderhandeling vragen (vroegere imprevisieleer).
126
Geef een voorbeeldsituatie van verandering van omstandigheden
Een aannemer sluit een vastprijscontract voor woningbouw. Door een onverwachte crisis stijgen de prijzen van bouwmaterialen sterk. De uitvoering wordt extreem duur. De aannemer kan heronderhandeling vragen omdat de uitvoering buitensporig bezwarend is geworden.