Onderzoek elleboog Flashcards

1
Q

specifieke inspectie elleboog

A
  • contoeren van elleboog & aangrenzende delen boven/onderarm
  • mogelijke zwelling, atrofie & hypertrofie
  • abnormale verkleuring & littekens
  • standaard valgus stand van 10-15°

functionele inspectie: dweil, flesje open draaien, opworp tennis, golfballetje wegslaan, glas water naar mond… (pijn, L-R, …)

oriënterende palpatie: T, tonus, trofiek, omtrek. Cervicale WZ, schouder, pols/hand meenemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

actief BFO

A
  • alles bilateraal uitvoeren
  • in zit
  • PROMOCO, contractiel en niet-contractiel
  1. flexie/extensie
    - vanuit 0-stand & 90° anteflexie
    - terug naar gestrekt = extensie meetesten
    - onderarmen in supinatie
  2. pronatie/supinatie
    - stand of zit
    - ellebogen 90° flexie & gesteund tegen romp
    - uit neutrale positie eerst handpalm naar beneden, dan naar boven
    - mogleijk met 2 voorwerpen in hand
    - vuist: meer stabiliteit pols
    - compensatie = loslaten ellebogen romp
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

passief BFO deel 1

A
  • in zit
  • PRET
  1. flexie
    - achter P. staan
    - 1 hand langs ventraal-mediaal onder elleboog
    –> met arm schouder fixeren tussen lichaam = lateraal
    - andere hand flexie uitvoeren vanuit pols
    - zacht eindgevoel: biceps x brachioradialis
  2. extensie
    - zelfde houding
    - extensie vanuit 90° anteflexie
    - hard eindgevoel = olecranon x humerus
    - bilateraal: T staat ventraal: wijsvinger onder art. humerulnaris, tot slotextensie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

passief BFO deel 2

A
  1. pronatie
    - vanuit supinatie
    - boven arm fixeren door lichaam P & T
    - beide handen onderarm zo distaal mogelijk omvatten
    - ulna fixeren & radius bewegen
    - hard eindgevoel
    - duimmuizen wijzen naar handrug
  2. supinatie
    - zelfde handvatting maar vanuit pronatie
    - hard eindgevoel
    - duimmuizen wijzen naar palmair
  3. valgus = test mediaal collateraal lig.
    - in zit met schouder in lichte anteflexie
    - hand lateraal rond elleboog & pols
    - met beide handen valgus druk uitvoeren
    - proximale hand duwt naar ulnair, distale hand trekt naar rdiaal
    - 2x uitvoeren: in volledige extensie = geen beweging & lichte flexie = wel beweging
    - elastisch eindgevoel
  4. varus = test lateraal collateraal lig.
    - zelfde handvatting maar mediaal
    - minder elastisch eindgevoel

Hypermobiliteit varus valgus bij volledige ext. wijst op letsel van lig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

weerstandsonderzoek

A
  • in zit
  • elleboog 90° gebogen
  1. flexie
    - achter patient staan ≈ anteflexie
    - fixatie schouder
    - weerstand net boven pols
    - biceps brachii = in supinatie
    - brachioradialis = in neutraal
    - brachialis = in pronatie
  2. extensie
    - fixatie schouder
    - neutraal tussen sup/pro
    - weerstand net boven pols
  3. supinatie
    - biceps brachii & supinator
    - vanuit neutraal stand, 90° flexie en zit
    - 1 hand ventraal radius
    - andere hand dorsaal op ulna
  4. pronatie
    - zelfde handvatting
    - M pronator quadratus, M pronator teres
  5. palmairflexie & dorsiflexie meenemen
    - palmairflexie: 90° anteflexie zit, elleboog gestrekt, pols in ruststand/pronatie,
    hand fixeert elleboog, andere hand weerstand palmaire zijde hand (m flexor carpi rad/uln, M palmaris long.)
    - dorsiflexie: idem, weerstand handrug. M ext carpi rad long & brev & uln.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

SLT m. biceps brachii

A
  1. oriënterende SLT
    - stap 1: gezicht naar muur, abductie met gerponeerde arm tegen muur
    - stap 2: lichaam draaien naar heterolateraal, arm komt zo in retroflexie en endorotatie!
    - stap 3: eindstand = retroflexie met endo/supinatie
    - tegen muur leunen
    - wegkijken van muur
  2. specifieke SLT
    - zittend op stoel
    - tegen rug staan = fixeren
    - trekken aan ventraal pols, naar dorsaal
    - andere hand T: arm ventraal langs schouder fixeren & elleboog
    - verkorting = beperking elleboogextensie + pronatiebeperking
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

SLT m. tricepsbrachii

A
  1. oriënterende SLT
    - hand in nek ≈actief BFO exorotatie
  2. specifieke SLT
    - zelfde beweging
    - fixatie elleboog & pols
    - letten op compensaties lumbaal en scapula
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

SLT m. pronator teres

A
  1. oriënterede SLT
    - in zit: flexie -> gestrekte onderarm
    - maximale supinatie & met andere hand nog meer bijtrekken
  2. specifieke SLT
    - in zit of ruglig met arm naast lichaam
    - supinatie uitvoeren
    - begin in flexie -> extensie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

SKT m. biceps brachii

A
  1. anatomie
    - F. elleboogflexie
    - M biceps &M brachalis = N. musculocutaneus
    - M brachioradialis = N. radialis
  2. waarde 3
    - ≈ weerstands onderzoek
    - pronatie voorkomen = compensatie m. pronator teres
    - fixatie schouder
    - differentiatie voor biceps, brachialis & brachioradialis
  3. waarde 4 & 5
    - weerstand net boven pols
  4. waarde 2
    - zijlig
    - achter patient
    - bovenarm ondersteund door romp & hand aan elleboog
    - onderarm ondersteund door hand aan pols
  5. waarde 1 & 0
    - palpatie ventraal bovenarm
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

SKT m. triceps brachii

A
  1. anatomie
    - F. extensie
    - N. radialis
  2. waarde 3
    - buiklig met 90 abductie
    - onderarm afhanged
    - fixatie = arm tussen tafel & arm
  3. waarde 4 & 5 = weerstand net boven pols
  4. waarde 2
    - in zit met 90° abductie
    - achter patient staan
    - elleboog & pols ondersteunen
    - geen differentiatie nodig
  5. waarde 1 &
    - palpatie dorsaal bovenarm
  6. andere methode = ruglig met 90° anteflexie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

SKT m. supinator & biceps brachii

A
  1. anatomie
    - F. supinatie
    - N. radialis & n. musculocutaneus
  2. waarde 3
    - in zit met elleboog 90° flexie
    - spieren pols & vinger ontspannen
  3. waarde 4 & 5
    - bovenarm met lichaam fixeren
    - beide handen distaal niet boven pols
    - vingers in elkaar haken
  4. waarde 2
    - in buiklig met 90° abductie
    - bovenarm op tafelgesteund, onderarm afhangen
  5. waarde 1 & 2
    - palpatie biveps & supinator
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

SKT m. pronator teres & pronator qaudratus

A
  1. anatomie
    - F. pronatie onderarm
    - N. medianus
  2. waarde 3
    - in zit met elleboog 90° flexie
    - spieren pols & vinger ontspannen
  3. waarde 4 & 5
    - bovenarm met lichaam fixeren
    - beide handen distaal niet boven pols
    - vingers in elkaar haken
  4. waarde 2
    - in buiklig met 90° abductie
    - bovenarm op tafelgesteund, onderarm afhangen
  5. waarde 1 & 2
    - ventraal epicondylus medialis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly