Oud tentamens Flashcards

(69 cards)

1
Q

Hoe verloopt de bloedstroomrichting in de veneuze vasculatuur?

A

Van diep naar oppervlakkig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn kenmerken van homozygote hypercholesterolemie?

A
  • Beide ouders dragen mutatie
  • Zeer ernstige vorm
  • LDL-cholesterol is zeer verhoogd
  • Komt al voor in vroege kinderjaren
  • Symptomen: xanthomen en arcus lipoides
  • Cardiovasculair risico is hoog
  • Behandeling met ezetimib, lomitapide, LDL-aferese en soms levertransplantatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn kenmerken van heterozygote hypercholesterolemie?

A
  • 1 defect LDLR-gen (1 ouder is drager)
  • Mild tot matige ernst
  • LDL-cholesterol is verhoogd
  • Symptomen komen bij volwassen leeftijd
  • Symptomen: xanthomen, arcus lipoides
  • Cardiovasculair risico is verhoogd
  • Behandeling met statines, ezetimib, PCSK9-remmers
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een goede manier om endotheelfunctie te meten?

A

Acetylcholine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarmee meet je arteriële stijfheid van grote vaten?

A

Polsgolfsnelheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn kenmerken van familiaire hyperdysbetalipoproteïnemie?

A
  • Verhoogde triglyceriden
  • Verhoogd totaal cholesterol
  • Gele handlijnen
  • Verhoogd cardiovasculair risico
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn kenmerken van chylomicronemie?

A
  • Sterk verhoogde triglyceriden
  • Acute pancreatitis
  • Eruptieve xanthomen
  • Hepatosplenomegalie
  • Lipemie retinalis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de meest voorkomende vorm van aortaklepstenose in westerse landen?

A

Klepdegeneratie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn kenmerken van syndrome of inappropriate ADH secretion (SIADH)?

A
  • Verhoogd ADH
  • Hyponatriëmie
  • Verlaagd plasmarenine en aldosteron
  • Verlaagd plasma-natrium en plasma osmolaliteit
  • Verhoogd urine-natrium en urine osmolaliteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn kenmerken van diabetes insipidus?

A
  • Verlaagd ADH
  • Polydipsie en polyurie
  • Dehydratie
  • Lage urine osmolaliteit
  • Verhoogde plasma osmolaliteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn kenmerken van normale ADH-secretie met volumedepletie?

A
  • Hyponatriëmie
  • Lage plasma osmolaliteit
  • Hoge urine osmolaliteit
  • Laag urine natrium
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn kenmerken van een feochromocytoom?

A
  • Hypertensie
  • Tachycardie
  • Overmatig zweten
  • Hoofdpijn
  • Gewichtsverlies
  • Orthostatische hypotensie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een typisch klinische manifestatie voor coarctatio aortae?

A

Zwakke of afwezige pulsaties bij de lies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Op welke 3 manieren kan een consulent de compliantie van een consultvrager verhogen?

A
  1. Schriftelijk en mondeling advies
  2. Na advies betrokken blijven
  3. Advies binnen 24 uur geven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Op welke 2 manieren kunnen ulcera voorkomen worden?

A
  1. Opvullen van enkelcoulissen met zacht materiaal
  2. Zo hoog mogelijk maken van verschil tussen werkdruk en rustdruk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke risicofactor is het effectiefst om aan te pakken om een hartinfarct te voorkomen?

A

LDL-cholesterol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Welke aandoening verhoogt de preload van het rechter ventrikel?

A

Pulmonalisstenose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Welke aandoening verhoogt de afterload van het linker ventrikel?

A

Aortaklepstenose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat verhoogt de preload van het linker ventrikel?

A

Perifeer infuus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Welke aandoening wordt onwaarschijnlijk met een ruw systolisch geruis en een hoge polsdruk?

A

Aortaklepstenose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is de belangrijkste klacht bij een mitralisklepinsufficiëntie?

A

Kortademigheid/dyspneu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Met welke factor hangt von Willebrand factor sterk samen in de stollingscascade?

A

Factor VIII

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Hoeveel procent van het totaal aantal sterfgevallen in de westers wereld wordt veroorzaakt door plotse hartdood?

A

15%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat zijn 4 gesprekstechnieken die als ‘toedekkend’ worden beschreven?

A
  1. Samenvatten
  2. Hier en nu
  3. Positief her-etikkeren
  4. Versterken en steunen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Wat zijn kenmerken van diffuse intravasale stolling (DIS)?
- Verhoogd D-dimeer - Verlaagd fibrinogeen - Verlengde PT en aPTT - Verlaagde trombocyten - Bloedingen/petechiën - Orgaanfalen -> nierinsufficiëntie - Trombose
26
Wat zijn kenmerken van TTP?
- Trombocytopenie - Microangiopathische hemolytische anemie - Verhoogd LDH - Verlaagd haptoglobuline
27
Wat zijn 2 klasse geneesmiddelgroepen die cardiovasculaire mortaliteit en morbiditeit verminderde in patiënten met angina pectoris ZONDER hypertensie?
1. Statines 2. Trombocytaggregatieremmers
28
Waar komt een compleet atrioventriculair septumdefect het vaakst voor?
Syndroom van Noonan
29
Wat zijn 3 geschikte modellen om oorzaken van boezemfibrilleren te onderzoeken?
1. Fruitvliegen 2. Atriale appendices 3. Honden
30
Wat kan geïsoleerde systolische hypertensie veroorzaken?
Afbraak van elastinevezels in de aortawand
31
Op welke 3 dingen hebben patiënten een verhoogd risico door kalkafzettingen in de aorta bij chronisch nierfalen?
1. Linker ventrikel hypertrofie 2. Blindheid 3. Herseninfarct
32
Hoe loopt de shunt van het foramen ovale?
Van rechter atrium naar linker atrium
33
Hoe loopt de shunt van de ductus arteriosus?
Van de longslagader naar de aorta
34
Wat zijn kenmerken van arteria renalis stenose?
- Hypertensie - Verhoogd renine - Verhoogd aldosteron
35
Bij welke aandoeningen kan er wél een 4e harttoon gehoord worden, en bij welke niet?
Wel: sinusbradycardie, sinustachycardie Niet: boezemfibrilleren
36
Wat zijn kenmerken van claudicatio intermittens?
- Pijn in de benen - Koud of bleke benen - Verminderde polsslag - Achteruitgang van inspanningstolerantie - Verergering bij activiteit
37
Wat zijn 2 nadelen van acenocoumarol?
1. Stoltijden dienen regelmatig gecontroleerd te worden 2. Er zijn tussen acenocoumarol en bepaalde antibiotica soms onvoorspelbare interacties
38
Hoe verloopt het hartcyclus vanaf de diastole?
1. Isometrische relaxatie 2. Vulling 3. Isometrische contractie 4. Ejectie
39
Hoe verloopt het hartcyclus vanaf de systole?
1. Isometrische contractie 2. Ejectie 3. Isometrische relaxatie 4. Vulling
40
Wat is de formule voor de sensitiviteit?
a / (a + c)
41
Wat is de formule voor specificiteit?
d / (b + d)
42
Wat is de formule voor negatieve achterafkans?
1 - (sensitiviteit / specificiteit)
43
Waarom moet een ernstig gedilateerd hart meer arbeid leveren?
Door een verhoogde wandspanning
44
Waardoor wordt de ventrikelfrequentie tijdens atriumfibrilleren bepaald?
Door de mate van geleiding over de AV-knoop
45
Wat is de formule voor mean arterial pressure (MAP)?
MAP = (2 x diastole + 1 x systole) / 3
46
Wat doet trombomoduline?
Trombomoduline verandert de functie van trombine Trombine gaat door binding van trombomoduline proteïne C activeren om factor V en VIII af te breken
47
Hoe wordt ongefractioneerd heparine gemeten?
aPTT in seconden
48
Hoe wordt vitamine K antagonist gemeten?
PT in INR
49
Waarmee is SIADH geassocieerd?
Carcinomen
50
Waarmee is het antifosfolipiden syndroom geassocieerd?
Complicaties tijdens de zwangerschap Trombose
51
Welke 3 ziektebeelden kunnen de combinatie hypertensie en verlaagd plasma kalium waarde verklaren?
1. Syndroom van Conn 2. Syndroom van Cushing 3. Overmatig dropgebruik
52
Welk lichamelijk verschijnsel/onderzoek maakt het thoracic output syndrome (TOS) waarschijnlijk?
Verdwijnen van arteriële pulsaties bij heffen van arm
53
Wat is een directe oorzaak van ventrikelfibrilleren?
Elektrische re-entry in ventrikel
54
Welk klepdefect past bij een blazend diastolisch geruis over de 2e ICR
Aortaklepinsufficiëntie
55
Wat veroorzaakt een verhoogde preload van het linker ventrikel?
Wandelen
56
Waar duiden de lichamelijke klachten xanthelasmata en verdikking van de achillespezen op?
Familiaire hypercholesterolemie
57
Wat voor effect heeft toename in vaatstijfheid op de bloeddruk?
Verhoogt de systolische bloeddruk Verlaagt de diastolische bloeddruk
58
Hoe meet je coumarine?
PT in INR
59
Hoe meet je heparine?
aPTT in seconden
60
Aan welke endotheelfunctie draagt het eiwit intercellular adhesion molecule (ICAM) vooral bij?
Ontsteking
61
Wat zijn 2 kenmerken van atherosclerotische plaques die de belangrijkste risicofactoren zijn voor een acuut MI?
1. Mate van inflammatie 2. Dikte van fibrotische kap van de plaque
62
Waardoor ontstaat een 3e harttoon?
Door snelle vulling vanuit het linker atrium naar het linker ventrikel
63
Welke aanpassing schiet tekort bij diastolisch hartfalen?
Variatie vulling van linker ventrikel
64
Wanneer is een revascularisatie (percutane coronaire interventie (PCI, ook wel ‘dotter’ genoemd) of coronary artery bypass grafting (CABG)) geïndiceerd?
Bij elke stenose met aangetoonde ischemie?
65
Wat is de belangrijkste oorzaak voor plotse hartdood bij sporters boven de 35 jaar?
Coronair lijden
66
Welke test van de hemostase is in de regel het ernstigst gestoord bij een patiënt met Hemofilie A (een erfelijk tekort aan stolfactor VIII)?
De geactiveerde partiële tromboplastinetijd uitgedrukt in seconden (aPTT (s))
67
Met welk aanvullend onderzoek kan je de ziekte van Takayasu bevestigen?
PET scintigrafie CT-scan van aortaboog
68
Wat is een contra-indicatie voor tranexaminezuur?
Hematurie
69
Wat zijn kenmerken van thyreotoxicose?
- Kortademigheid - Dikke enkels - Zweterige huid - Koorts - Tachycardie en hypertensie - Verhoogde CVD - Hepatomegalie - Crepitaties in longen