Part4 Flashcards
(35 cards)
Aanraking en pijn: baby’s
Aanraking: huid op huid contact beïnvloed hersenontwikkeling
Pijn: pasgeborenen en foetussen ervaren pijn
Aanraking en pijn: ouderen
Aanraking: verminderde gevoeligheid, meer waardering.
Pijn: minder gevoelig voor zwakke niveaus, geen verschil hogere niveaus
Gehoor pasgeborenen (en tijdens zwangerschap)
Herkennen stem van moeder en kunnen deze onderscheiden van vreemde stemmen (niet de stem van vader)
Gehoor baby’s 1 maand
Aandacht voor spraak gericht aan baby, beginnen met leren
Gehoor baby’s 7 maanden
Geen verschil in reactie moedertaal en andere talen
Gehoor baby’s 11-12 maanden
Grotere reactie op moedertaal, minder gevoelig voor geluidscontrasten die onbelangrijk zijn voor moedertaal
Gehoor oudere leeftijd
Algemeen: verslechtering in gehoor –> afname haarcellen, gehoorverlies hoge frequenties
Zicht pasgeborenen
- Scherp zicht 30 cm
- Voorkeur hoog contrast en patronen, niet scherp zien
Zicht baby 3 maanden
Kleurenzicht (receptoren volgroeid)
Zicht baby’s 1 jaar
Zelfde zicht als volwassenen
Vormperceptie baby’s
Ontwikkelt met 3 maanden, maanden hiervoor focus op buitencontouren
Gezichtsperceptie baby’s 2 maanden
Voorkeur pratende gezichten (beweging en geluid)
Gezichtsperceptie baby’s 8 maanden
Fear bias = hypersensitiviteit angstige gezichtsexpressies
Gezichtsperceptie baby’s 9 maanden
Minder gevoelig voor verschillen in gezichten van mensen met andere afkomst
Dieptezicht baby’s 1 maand
Ogen knipperen als reactie naderende objecten
Dieptezicht baby’s 4 maanden
Consistentie in grootte (object heeft dezelfde grootte, zelfs op verschillende afstanden)
Dieptezicht baby’s 6-7 maanden
Reageert angstig op diepte, dieptezicht = 2-4 maanden
Social referencing
Kijkt naar emoties en reacties van anderen in nieuwe situaties
Verslechtering zicht ouderen door:
Verhoogde intraoculaire druk
En vervorming, verkleuring, zwelling ooglens
Dynamisch zicht op oudere leeftijd
Afname, zicht bewegende objecten ten opzichte van locatie van waarnemers
Contrastgevoeligheid oudere leeftijd
Neemt af, relevant voor perceptie van vormen en tinten
Gezichtsveld oudere leeftijd
Wordt smaller
Schema
Cognitieve structuur, bouwstenen van kennis (regels/procedures die over situaties kunnen worden gebruikt)
Assimilatie
Bestaand schema wordt gebruikt in nieuwe situaties