PR03 - Aseptiek Flashcards

(23 cards)

1
Q

Wat zijn de benodigdheden voor het wassen van een patiënt?

A
  • Wegwerphandschoenen
  • Twee bakjes met lauwwarm kraanwater
  • Zeep met chloorhexidine
  • Gaasjes voor zeep- en afspoelfase
  • Alcohol met chloorhexidine in een sprayflacon
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de volgorde van het wasproces?

A
  • Tweemaal wassen
  • Afdrogen
  • Desinfectiefase
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar moet je beginnen met wassen?

A

In het midden, op de plek waar de incisie moet komen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe maak je de huid vochtig voor het wassen?

A

Met een in lauwwarm water gedrenkt gaasje

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat moet je doen na het wassen met zeep?

A

Neem de huid af met in lauwwarm water gedrenkte gaasjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de juiste volgorde bij het afdrogen?

A

Werk vanuit het midden naar de periferie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat moet je doen om de huid te desinfecteren?

A

Spray het operatiegebied met desinfectiemiddel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de stappen om de chirurg voor te bereiden op de OK?

A
  • Doe alle sieraden af
  • Doe een mondkapje op
  • Was handen en onderarmen met water en zeep
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat moet je doen voordat je de OK jas aantrekt?

A

Alle materialen uit de verpakking halen zonder de steriele inhoud aan te raken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de definitie van asepsis?

A

De afwezigheid van ziekteverwekkers in levend weefsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is desinfectie?

A

Het gebruik van kiemdodende stoffen op levenloze voorwerpen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de regels voor aseptische techniek?

A
  • Leden van het chirurgisch team moeten binnen het steriele veld blijven
  • Bewegingen in de OK moeten beperkt worden
  • Al het materiaal moet gesteriliseerd zijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de verschillende soorten sterilisatie?

A
  • Stoom- en hitte-sterilisatie
  • Filtratie
  • Straling
  • Chemische sterilisatie
  • Gasplasma
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn antiseptica?

A

Chemische stoffen die op levend weefsel worden gebruikt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het verschil tussen antiseptica en desinfectantia?

A

Antiseptica worden op levende weefsels gebruikt, desinfectantia op oppervlakken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de kenmerken van aldehyden zoals glutaraldehyde?

A
  • Effectief tegen een breed scala aan micro-organismen
  • Irriterend en toxisch
  • Alleen voor instrumenten bedoeld
17
Q

Wat zijn de eigenschappen van chloorhexidine?

A
  • Werkt snel tegen bacteriën, virussen en schimmels
  • Blijft langer actief op de huid
18
Q

Wat zijn sterilisatie-indicatoren?

A

Indicatoren die aantonen of het sterilisatieproces correct is verlopen.

Ze zijn essentieel voor de controle van sterilisatieprocessen in medische en laboratoriumomgevingen.

19
Q

Noem twee soorten sterilisatie-indicatoren.

A
  • Chemische indicatoren
  • Biologische indicatoren

Chemische indicatoren kunnen tape of stripjes zijn die van kleur veranderen, terwijl biologische indicatoren resistente bacteriesporen bevatten.

20
Q

Wat zijn chemische indicatoren?

A

Indicatoren die van kleur veranderen onder bepaalde tijd/temperatuur

21
Q

Wat zijn biologische indicatoren?

A

Indicatoren die resistente bacteriesporen bevatten en betrouwbaarder zijn

22
Q

Hoe functioneren chemische indicatoren?

A

Ze veranderen van kleur onder bepaalde tijd/temperatuur.

Dit geeft aan of de juiste omstandigheden voor sterilisatie zijn bereikt.

23
Q

Wat geeft een juiste kleuromslag of testresultaat aan?

A

Dat de omstandigheden goed waren, maar garandeert niet dat het object daadwerkelijk steriel is.

Dit is een belangrijke nuance bij het gebruik van sterilisatie-indicatoren.