WC03 - Buikchirurgie Flashcards

(33 cards)

1
Q

Wat zijn de voordelen van een staande positie voor de koe tijdens de laparotomie?

A
  • Minder invasief voor de koe
  • Geen algehele anesthesie nodig
  • Vermijden van compressie van organen
  • Ructus kan ontsnappen, wat tympanie voorkomt
  • Ergonomisch voor de dierenarts
  • Beter overzicht van de buik en organen voor de dierenarts
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de nadelen van een staande positie voor de koe tijdens de laparotomie?

A
  • Koe kan door de poten zakken, wat gevaarlijk kan zijn
  • Dier kan trappen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de voordelen van een liggende positie voor de koe tijdens de laparotomie?

A

Veiligheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de nadelen van een liggende positie voor de koe tijdens de laparotomie?

A
  • Invasief
  • Moeilijker toegang
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke anesthesiemethoden zijn mogelijk voor de laparotomie?

A
  • Paravertebraal
  • Lokale infiltratie anesthesie
  • Epiduraal
  • Inverted L
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een belangrijk nadeel van lokale infiltratie anesthesie?

A

Kan problemen veroorzaken bij het vergroten van de incisie

Dit kan gebeuren bij bijvoorbeeld een keizersnede.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waarom wordt de paravertebrale anesthesie als moeilijker beschouwd?

A

Het vereist nauwkeurige metingen en techniek

Een fout kan leiden tot complicaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de gekozen plaats en methode voor de flanksnede bij de operatie?

A

Links, met een partiële wisselsnede

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke lagen worden geopend bij de partiële wisselsnede?

A
  • Huid
  • Subcutis
  • M. obliquus abdominis externus
  • M. obliquus abdominis internus
  • M. transversus en peritoneum
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke hechtmethode wordt gebruikt voor de sluiting van de buik na de laparotomie?

A
  • Doorlopende hechting voor peritoneum en m. transversus
  • Enkelvoudige hechting voor m. obliquus abdominis internus
  • Doorlopende hechting voor m. obliquus abdominis externus
  • Onoplosbare draad voor huid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de indicatie voor het toedienen van antibiotica bij de sectio caesaria?

A
  • Categorie 2: vooraf antibiotica geven bij opening van een hol orgaan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de redenen voor meer problemen met wondgenezing bij sectio’s vergeleken met lebmaag operaties?

A
  • Opening van een hol orgaan vergroot kans op infectie
  • Meer weefseltrauma
  • Aanwezigheid van vreemd materiaal
  • Anestheticum in het wondgebied
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de belangrijkste symptomen van het paard met koliek?

A
  • Heftig koliekgedrag
  • Zweet
  • Hoge pols en ademhaling
  • Roodheid van slijmvliezen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat wordt als eerste gedaan bij een paard met koliek?

A

Sonderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de reden voor een exploratieve laparotomie bij het paard?

A

Verdenking van strangulatie van de dunne darm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke positie en laparotomie wordt gekozen voor het paard?

A

Mediale laparotomie, paard ligt op de rug

17
Q

Welke lagen worden geopend bij de mediale laparotomie?

A
  • Huid
  • Subcutis
  • Linea alba
  • Peritoneaal vet
  • Peritoneum
18
Q

Wat zijn de opties voor het sluiten van het peritoneum?

A
  • Wel sluiten met oplosbare, multifilament draad
  • Niet sluiten omdat het ook zonder hechten geneest
19
Q

Welke hechtmethode wordt gebruikt voor de huid bij het sluiten van de laparotomie?

A
  • Festonhechting
  • Multifilament draad met coating
20
Q

Wat is het peritoneum?

A

De bekleding van de buikholte.

21
Q

Waarom is er verdeeldheid over het sluiten van het peritoneum?

A

Er zijn voor- en nadelen aan het sluiten van het peritoneum.

22
Q

Wat zijn de voordelen van het sluiten van het peritoneum?

A
  • Voorkomen van vergroeiingen
  • Darmen uit de weg krijgen voor goede hechting van de linea alba
23
Q

Wat is de aanbevolen hechtdraad voor het sluiten van het peritoneum?

A

Oplosbaar, multifilament, USP 0 draad met een doorlopende hechting.

24
Q

Kan het peritoneum genezen zonder hechten?

A

Ja, het geneest ook zonder hechten.

25
Wat is peritoneaal vet?
Dit kan niet gehecht worden.
26
Waarom is de linea alba belangrijk?
Het is essentieel om te hechten.
27
Wat is de aanbevolen hechtdraad voor de linea alba?
Minimaal USP 6, multifilament, met een doorlopende hechting en een ronde naald.
28
Wat gebeurt er met de draadkracht van de hechtdraad na 14 dagen?
Deze draad verliest het grootste deel van zijn draadkracht.
29
Wat is de gebruikelijke hechting voor de subcutis?
Doorlopende hechting met oplosbaar, multifilament, USP 2 draad.
30
Wat voor soort hechting wordt gebruikt voor de huid?
Subdermale hechting met oplosbaar, monofilament, USP 2 draad.
31
Wat is een PDS10 draad?
Een draad die gebruikt wordt bij bijzondere situaties zoals een partus vlaak na de operatie.
32
Is een PDS10 draad monofilament of multifilament?
Het is monofilament maar kan ook multifilament zijn.
33
Waarom is de PDS10 draad duurder en moeilijker hanteerbaar?
Door de speciale eigenschappen en gebruikssituaties.