WC02 - Buikanatomie Flashcards

(54 cards)

1
Q

Wat zijn de spierlagen van de buikwand bij hond, geit en varken?

A

m. obliquus externus abdominis
m. obliquus internus abdominis
m. transversus abdominis
m. rectus abdominis

De dikte en breedte van deze spieren kunnen verschillen tussen diersoorten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de rectusschede en welke structuren vormen deze?

A

De rectusschede wordt gevormd door de aponeurosen van:
* m. obliquus externus abdominis
* m. obliquus internus abdominis
* m. transversus abdominis

De rectusschede speelt een belangrijke rol in de stabiliteit van de buikwand.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de voordelen van een incisie in de linea alba?

A
  • Weinig bloedverlies
  • Weinig weefseltrauma
  • Gemakkelijke toegang tot de buikholte
  • Sterke hechtingsbasis

De linea alba is een centrale peesstructuur die het risico op complicaties vermindert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de nadelen van een incisie in de linea alba?

A
  • Smal en soms moeilijk te vinden
  • Groter risico bij onzorgvuldige sluiting

Bij sommige diersoorten is de linea alba dun en moeilijk zichtbaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke lagen snijdt de chirurg door bij het openen van de buikholte in de linea alba?

A
  • Huid
  • Subcutis
  • Linea alba
  • Fascia transversalis
  • Peritoneum parietale

Deze lagen zijn essentieel voor chirurgische toegang tot de buikholte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de voordelen van een flanksnede?

A
  • Staande benadering mogelijk
  • Betere toegang tot dorsale of laterale organen
  • Minder risico op evisceratie
  • Makkelijker postoperatief herstel bij staande herkauwers

Flanksneden worden vaak toegepast bij grote huisdieren om risico’s te minimaliseren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de nadelen van een flanksnede?

A
  • Spierlagen moeten doorgesneden worden
  • Meer bloedverlies mogelijk
  • Beperkte toegang tot ventrale en craniale organen
  • Moeilijker te sluiten bij onrustige of dikke dieren

Deze complicaties kunnen de chirurgische procedure bemoeilijken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke zenuwen zijn verantwoordelijk voor de innervatie van de buikwand?

A
  • N. costoabdominalis
  • N. iliohypogastricus
  • N. ilioinguinalis
  • N. genitofemoralis

Deze zenuwen spelen een cruciale rol in motorische en sensibele innervatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de functie van de zenuwen die de buikwand innerveren?

A

Ze leveren motorische vezels aan de buikspieren en sensibele vezels aan de huid over de flanken en onderbuik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is epidurale anesthesie en wat blokkeert het?

A

Epidurale anesthesie blokkeert:
* Spinale zenuwen
* Spinale ganglia
* Ruggenmergzenuwen

Het wordt veel gebruikt voor pijnbestrijding in de onderste lichaamsdelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Is epidurale anesthesie geschikt voor flankincisie bij een staand dier? Waarom?

A

Nee, omdat het dier dan door de poten gaat en de anesthesie niet werkt op de relevante zenuwen voor de flank.

De anesthesie is te hoog om effectief te zijn voor een flankoperatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarom is paravertebrale anesthesie geschikt voor flankincisie bij een staand dier?

A

Omdat het de zenuwen T13, L1 en L2 blokkeert, die de buikwandspieren en huid innerveren.

Dit zorgt voor adequate pijnbestrijding zonder het risico van ataxie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is paravertebrale anesthesie?

A

Een techniek waarbij de zenuwen T13, L1 en L2 (soms ook L3) worden geblokkeerd dicht bij hun oorsprong uit het wervelkanaal

Geschikt voor flankincisie bij het staande dier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke zenuwen worden geblokkeerd bij paravertebrale anesthesie?

A

T13, L1, L2 (soms ook L3)

Deze zenuwen innerveren de buikwandspieren, de huid van de flank en het peritoneum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat innerveert de zenuwen die geblokkeerd worden bij paravertebrale anesthesie?

A
  • Buikwandspieren (motorisch)
  • Huid van de flank (sensibel)
  • Peritoneum (visceraal)

Zorgt voor unilaterale verdoving terwijl het dier bij bewustzijn blijft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Bij welke dieren wordt paravertebrale anesthesie veel gebruikt?

A
  • Runderen
  • Schapen

Voor procedures zoals keizersnede, lebmaagfixatie en darmchirurgie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Hoe wordt de huidspier ter plaatse geïnnerveerd?

A

Door een zenuw die komt uit de plexus brachialis

Deze zenuw moet ook lokaal verdoofd worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is de oppervlakkige liesring?

A

Een spleetvormige opening in de aponeurose van de m. obliquus externus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat zijn de begrenzingen van de oppervlakkige liesring?

A
  • Craniaal: m. obliquus abdominis externus
  • Mediaal: m. rectus abdominis
  • Lateraal: aponeurose m. obliquus externus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat zijn de begrenzingen van de diepe liesring?

A
  • Craniaal: achterrand van de m. obliquus abdominis internus
  • Caudaal: ligamentum inguinale
  • Mediaal: laterale rand van de m. rectus abdominis met de falx inguinalis

Dit vormt een driehoekige ruimte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is de falx inguinalis?

A

Een structuur in de buikwand die gevormd wordt door de samensmelting van de aponeuroses van de musculus obliquus internus en de musculus transversus abdominis. Deze structuur vormt het mediale deel van de achterwand van het lieskanaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is de anulus vaginalis?

A

De doorgang gevormd door de omslag van het pariëtale blad van de tunica vaginalis (van het peritoneum) tijdens de indaling van de testikel

Het bevindt zich tussen de diepe en oppervlakkige liesring

23
Q

Wat zijn de begrenzingen van de lacuna musculorum et vasorum?

A
  • Ventraal: ligamentum inguinale
  • Dorsaal: os ilium en m. iliopsoas
  • Lateraal: spina iliaca ventralis cranialis
  • Mediaal: pecten ossis pubis

Dit scheidt de lacuna musculorum van de lacuna vasorum

24
Q

Welke structuren lopen in de lacuna musculorum?

A
  • m. iliopsoas
  • n. femoralis
  • n. cutaneus femoris lateralis

Zorgt voor motoriek naar de achterpoot

25
Welke structuren lopen in de lacuna vasorum?
* a. femoralis * v. femoralis * n. saphena ## Footnote Bevat ook lymfevaten en lnn. femorales profundus
26
Wat is het ligamentum teres uteri?
Een bindweefselstreng die ontspringt aan het uterushoorn en door het lieskanaal verloopt ## Footnote Het eindigt in het subcutane weefsel van de regio labia
27
Wat is de processus vaginalis?
Een uitstulping van het peritoneum die via het lieskanaal naar buiten puilt ## Footnote Normaal kleiner bij vrouwelijke dieren; kan vetweefsel en lig. teres uteri bevatten
28
Waar bevindt zich de pylorus bij de hond?
Rechts in de buikholte, net caudaal van de lever ## Footnote Ter hoogte van de 9e tot 11e rib, ventraal van de lever
29
Waar bevindt zich de pylorus bij het paard?
Craniaal links in de buikholte, tegen het diafragma ## Footnote Moeilijk chirurgisch bereikbaar
30
Wat is de normale ligging van de lebmaag bij een gezond rund?
Op de vloer van de buikholte, rechts van de mediaanlijn ## Footnote Ventraal, tussen de bodem van de buikholte en het ventrale deel van het omentum majus
31
Welke organen verplaatsen mee bij een linker verplaatsing van de lebmaag?
* Omentum minus * Duodenum craniale * Lever * Omasum ## Footnote Mogelijke gevolgen zijn compressie van de pens en slechtere penscontracties
32
Wat is de ligging van het cecum ten opzichte van het colon ascendens?
Cecum ligt rechts dorsaal, tegen de rechter buikwand aan ## Footnote Het vormt het beginpunt van het colon ascendens
33
Wat is het ligamentum intercolicum?
Een ligament dat het colon ascendens verbindt tussen de linker en rechter dorsale delen ## Footnote Geeft extra fixatie aan de hoefijzervormige lussen
34
Wat gebeurt er bij een torsio coli?
Het linker colon draait om zijn mesenterium-as ## Footnote Dit gebeurt vaak waar het colon een bocht maakt
35
Waar ligt de basis van het cecum?
Rechts dorsaal, tegen de rechter buikwand aan, tussen de ribbenboog en de heup. ## Footnote Dit is de fossa paralumbalis.
36
Waar wijst de apex van het cecum naartoe?
Naar voren en links, richting de sternumstreek (processus xiphoideus).
37
Wat is de ligging van het colon ascendens ten opzichte van het cecum?
Het ligt als een dubbele hoefijzervormige lus om het cecum heen.
38
Wat zijn de vier onderdelen van het colon ascendens?
* Rechter ventrale colon * Linker ventrale colon * Linker dorsale colon * Rechter dorsale colon
39
Hoe begint het colon ascendens?
Bij de basis van het cecum via de ostium cecocolicum.
40
Wat verandert er in de positie van de buikorganen tijdens de dracht?
De uterus neemt enorm in grootte toe en duwt de darmen dorsocaudaal weg.
41
Waar liggen de uterushoornen bij de hond in de laatste fase van de dracht?
Tussen de darmen of tegen het diafragma aan, kunnen ventraal tegen de buikwand aanliggen.
42
Waar liggen de ovaria in de buikholte?
Dorsaal in de buikholte, caudaal van de nieren, in de fossa ovarica.
43
Wat zijn de twee anatomische structuren die de dorsale ligging van de ovaria bepalen?
* Lig. suspensorium ovarii * Mesovarium (deel van het ligamentum latum)
44
Waarom is het ovarium bij een chirurgische benadering via de linea alba beter zichtbaar bij de kat dan bij de hond?
De buikholte is ondieper en compacter, en het lig. suspensorium is korter en minder sterk ontwikkeld.
45
Wat is de oorsprong van het omentum majus bij de herkauwer?
Het ontstaat uit het dorsale mesogastrium.
46
Waar hecht het omentum majus aan bij de samengestelde rundermaag?
Aan de curvatura major van de maag.
47
Wat zijn de twee bladen van het omentum majus?
* Paries superficialis * Paries profundus
48
Wat is de bursa omentalis?
De ruimte tussen het oppervlakkige en het diepe blad van het omentum majus.
49
Wat is de recessus supraomentalis?
De ruimte tussen de pens en het diepe blad van het omentum majus.
50
Waar loopt het omentum minus vanaf?
Vanaf de curvatura minor van de boekmaag, de lebmaag en het pars cranialis van het duodenum.
51
Welke organen zijn zichtbaar bij een midventrale snede door de buikwand bij een hond?
Maag, milt en urineblaas ## Footnote Lever, dunne en dikke darm, cecum en vrouwelijke geslachtsorganen zijn niet zichtbaar
52
Wat onttrekt de buikorganen aan het zicht bij de geit?
Omentum majus.
53
Aan welke zijde moet je de flank openen bij een geit met een probleem in het jejunum?
Rechts.
54
Welk darmdeel is het gemakkelijkst te bereiken bij het openen van de buik aan de rechterzijde?
Pars cranialis van het duodenum.