Reflexieve werkwoorden (always reflexive) Flashcards
(28 cards)
to be mistaken
zich vergissen
to be ashamed
zich schamen
to hurry
zich haasten
to remember
zich hernneren
to interfere with, to meddle
zich bemoeien met
to look forward to
zich verheugen op
to be wrong about something/ someone
zich vergissen in
to behave
zich gedragen
to relax
zich ontspannen
to apologize
zich verontschuldigen
to turn to (for help)
zich wenden tot
to hide oneself
zich verbergen
to be located
zich bevinden
to resist, oppose
zich verzetten tegen
to subscribe to
zich abonneren op
to sign up for
zich aanmelden voor
to wonder
zich afvragen
to behave
zich gedragen
to make an effort
zich inspannen
to change clothes, dress up
zich verkleden
to burn oneself
zich verbranden
to entertain oneself
zich vermaken
to hurt oneself
zich bezeren
to gawk at
zich vergapen aan