Samengestelde zinnen en voegwoorden Flashcards

(5 cards)

1
Q

Wat zijn de stappen bij samengestelde zinnen?

A
  1. Hoeveel pv’s?
  2. Meer dan 1? Samengestelde zin!
  3. Neven- of onderschikkend?
  4. Heeft het een voegwoord?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe noem je een samengestelde zin met 2 hoofdzinnen?

A

Nevenschikkend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe noem je een samengestelde zin met een bijzin en hoofdzin?

A

Onderschikkend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn nevenschikkende voegwoorden? (4)

A

Aaneenschakeling (en, zowel … als)
Tegenstelling (maar, hetzij)
Gevolg (dus)
Reden (want)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Heeft een samengestelde zin altijd een voegwoord?

A

Nee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly