Spieren deel 2 Flashcards
(104 cards)
Wat kun je vertellen over het heupgewricht?
Dat dit een gewricht is zonder collateraal banden. Het is een kogelgewricht waarbij er zeer veel bewegingen mogelijk zijn.
Welke ruimte vullen de gluteus spieren op?
De ruimte tussen het bekken en het sacrum.
Welke ruimte vullen de broekspieren op?
De ruimte tussen de femur en het bekken (os ischium). Deze vormen de caudale rondingen van het het achterbeen.
(Denk aan je broek)
Wat is de functie van adductoren?
Vermijden dat het dier zijdelings uitglijdt.
Wat is de functie van supinatoren?
Het been naar buiten draaien.
Heb je meer buigers of strekkers ter hoogte van het heupgewricht en wat is hiervan de oorzaak.
Er zijn meer strekkers dan buigers, dit komt doordat de buiging van de heup al deels gebeurt door de zwaartekracht.
Waar zijn de adductoren gelegen?
Tussen de mediale zijde van de femur en de onderkant van het bekken. Brengen het been naar de mediaan.
Vertel iets van abductoren
Deze zijn niet nodig want onder invloed van de zwaartekracht gaat abductie als vanzelf.
Waarom is supinatie van belang?
Als dieren hun benen intrekken om bv te gaan liggen dan moet de knie niet tegen de buik stoten. Ze draaien het been dus naar buiten.
- Dit kan een spier zijn die van craniaal komt en naar mediaal gaat. Een voorbeeld daarvan is de m. psoas major.
- Kan een spier zijn die van caudaal komt en lateraal gaat eindigen.
Craniaal en caudaal wilt zeggen van voor of vanachter de femur.
Welke gluteusspier is het meest oppervlakkig gelegen?
De m. gluteus superficialis. Deze bevat 2 spierbuiken en een diepe fasciae.
Vertel iets over de diersoort verschillen bij de m. gluteus superficialis
- Carnivoor : Is in dit geval de standaard. We hebben een craniaal been, deze is versmolten met de m. tensor fasca lata. Die start op tuber coxae en loopt uit in trochanter tertrius.
We hebben een caudaal been, deze start ter hoogte van het os sacrum en loopt uit in trochanter tertrius.
De bindweefsel strook daartussen noemen we de fasciae glutea. - Paard : Ook hier is het craniale been versmolten met de m. tensor fasciae lata. Het caudale been is opgeschoven naar craniaal toe en start ter hoogte van het lig. supraspinale, ter hoogte van het os sacrum. Door dit opschuiven is deze spier een buiger van de heup geworden in plaats van een strekker.
- Herkauwer : Ook hier is het craniale been versmolten met de m. tensor fasciae lata. Het caudale been versmelt met de m. biceps femoris. We spreken van de m. gluteobiceps. Er is geen insertie meer op trochanter tertrius.
Waar begint en eindigt de m. gluteus medius?
Deze start ter hoogte van de linea glutea, aan de laterale zijde van het os ilium. Eindigt ter hoogte van trochanter major.
Wat is er bij de grote huisdieren aanwezig op de m. gluteus medius?
Een craniale tongvormige uitloper, dit grijpt aan ter hoogte van de fascia thoracolumbale. We hebben ook een caudale tongvormige uitloper deze gaat naar trochanter tertrius.
Wat is de functie van de m. gluteus medius?
Deze spier valt onder de gluteus spieren. De functie is het strekken van de heup. Door de uitlopers bij grote huisdieren kan het ook helpen bij het steigeren.
Waar begint en eindigt de m. gluteus accesorius?
Op de rest van het os ilium (wat niet ingenomen wordt door de m. gluteus medius), deze eindigt ter hoogte van het trochanter major.
Kun je iets vertellen over de diersoort verschillen bij de m. gluteus accesorius?
- Bij de carnivoor is deze spier versmolten met de m. gluteus medius.
- Bij rund zien we veel peesweefsel in deze spier en is deze spier minder volumineus.
Waar begint en eindigt de m. gluteus profundus?
Op de spina ischialica en de darmbeenzuil. Eindigt op de binnenzijde van het trochanter major.
Welke twee spieren vinden we enkel bij carnivoren terug? (van de strekkers van het heupgewricht)
De m. piriformis en de m. abductor cruris caudalis.
Vertel iets over het verloop van de m. piriformis
Deze is enkel aanwezig bij de carnivoor. Ontstaat op de achterzijde van het sacrum. Wisselt spiervezels uit met de m. gluteus medius. Is een strekker van de heup en loopt uit voorbij de trochanter major.
Vertel iets over de m. abductor cruris caudalis
Is enkel aanwezig bij de carnivoor. Is een abductor van het achterbeen.
- Start bij de hond meer richting het bekken op het ligamentum sacrotuberale.
- Bij katten start deze meer ter hoogte van de staartbasis.
Komt aan op de laterale zijde van de schenkel, op de fascia cruris.
! Strekker van de heup, buiger van de knie en een abductie van de schenkel.
Waar start en eindigt de m. biceps femoris?
Deze start op de onderzijde en de zijkant van het os ischium en eindigt in een brede aponeurose ter hoogte van de patella-band, fasciae cruris, en de tuber calcaneus. Het deel wat eindigt op de tuber calcaneus noemen we de tendo accesorium.
Wat zijn de functies van de m. biceps femoris?
Strekken van de heup
Buiger van de knie
Strekker van de taus.
Kun je iets vertellen over diersoort verschillen bij de m. biceps femoris?
- Herkauwer : Versmelting met het caudale been van de m. gluteus superficialis, we spreken van de m. gluteusbiceps. Hierin zit een diepe groeve, dit is vnl bij dikbil rassen duidelijk zichtbaar. Hierin ligt de n. tibialis.
- Paard : Ter hoogte van het scrum krijgen versmelting met vezels van het sacrum. We hebben hier een bekken hoofd en een sacraal hoofd.
Verder zien we ook een ligament (spiervezel bundeltje) tussen de femur en het bekkenhoofd.
Welke spieren hebben allemaal een sacraalhoofd bij het paard? En wat is de toepassing hiervan?
De broekspieren namelijk de m. biceps femoris, de m. semitendinosus en de m. semimembranosus. Deze spieren zorgen voor ‘ronde billen’, verder is bij rund door de afwezigheid van deze sacraalhoofden de brede bekken band te palperen. Aan de hand hiervan kun je bepalen of de partus al nadert of niet. Deze brede bekkenband verweekt als het ware bij het naderen van de partus. De holte die zijdelings over blijft noemen we de fossa ischiorectalis.