Brainscape's Knowledge GenomeTM

Browse over 1 million classes created by top students, professors, publishers, and experts.


See full index

Nederlands > Telefoneren > Flashcards

Telefoneren Flashcards

1
Q

L’appareil (téléphonique)

A

Het (telefoon)toestel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Décrocher le téléphone >< raccrocher

A

De telefoon opnemen >< neerleggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Appeler quelqu’un

A

Iemand opbellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Téléphoner à quelqu’un

A

Met iemand telefoneren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Le cornet

A

De hoorn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

La touche

A

De toets

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Composer le numéro

A

Het nummer vormen / draaien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

L’appel

A

De oproep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

La communication téléphonique

A

De telefoonaansluiting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Le téléphone portable

A

Een draagbare telefoon, een draadloze telefoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

La ligne fixe

A

De vaste lijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Le GSM

A

De GSM, het GSM toestel, het mobieltje

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Envoyer un message

A

Een bericht(je)/een SMS versturen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Recevoir un message

A

Een bericht / SMS ontvangen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Bonjour, vous parlez avec Laurence Smit

A

Hallo / goedemorgen / goedemiddag / goedenavond / u spreekt met Laurence Smit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Puis-je parler à Monsieur X?

A

Zou ik met de heer X kunnen spreken?

Mag ik even met de heer X spreken?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

J’aimerai avoir un renseignement

A

Ik had graag een inlichting gekregen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

J’ai quelques questions en rapport avec…

A

Ik heb een paar vragen in verband met…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

J’aurai voulu savoir si…

A

Graag had ik geweten of…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Pourriez-vous me dire si…

A

Kunt u me zeggen of…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

J’ai un problème en rapport avec…

A

Ik heb een probleem in verband met…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Bonjour, c’est Laurent Dubois

A

Hallo, (u spreekt) met Laurent Dubois

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

A qui ai-je l’honneur?

A

Met wie spreek ik? Met wie heb ik de eer?

24
Q

Comment puis-je vous aider?

A

Waar kan ik u mee helpen?

25
Q

Comment puis-je vous rendre service?

A

Hoe kan ik u van dienst zijn?

26
Q

C’est moi

A

Daar spreekt u mee / Ja, dat ben ik

27
Q

Je pense que vous avez composé un mauvais numéro

A

Ik denk dat u verkeerd verbonden bent

28
Q

Désolé, mais la personne n’habite pas ici

A

Het spijt me, maar die persoon woont hier niet

29
Q

Patientez, madame

A

Even geduld, mevrouw

30
Q

Restez en ligne

A

Blijft u aan de lijn / aan het toestel / Blijf even aan de lijn

31
Q

Je vous mets en relation avec le département achats

A

Ik verbind u door met de verkoopafdeling

32
Q

Qui dois-je annoncer?

A

Wie mag ik aanmelden?

33
Q

Madame X, téléphone pour vous, vous le prenez?

A

Mevrouw X, er is telefoon voor u, neemt u de telefoon aan?

34
Q

Ca il faut que je demande

A

Dat moet ik even navragen

35
Q

Je ne peux pas vous donner une réponse pour l’instant, mais pourriez-vous éventuellement rappeler?

A

Daar kan ik u op dit moment geen antwoord op geven, maar kan ik u eventueel terugbellen?

36
Q

Je cherche pour vous

A

Dat zoek ik even voor u op

37
Q

Désolé, monsieur X n’est pas là pour l’instant / est injoignable pour le moment / est en réunion et ne peut pas être joint

A

Het spijt me, de heer X is er nu even niet / de heer X is op dit moment moeilijk te bereiken / de heer X is in vergadering en kan niet gestoord worden

38
Q

Pourriez-vous rappeler plus tard?

A

Kunt u later terugbellen?

39
Q

Voudriez-vous laissez un message?

A

Wilt u een boodschap laten / achterlaten?

40
Q

Je passerai le message

A

Ik zal het bericht doorgeven

41
Q

Pourriez-vous épeler votre nom?

A

Kunt u uw naam even spellen?

42
Q

Pourriez-vous répéter, s’il vous plaît?

A

Wilt u dat even herhalen, alstublieft?

43
Q

La ligne est occupée

A

Het nummer is bezet

44
Q

La ligne est surchargée

A

De lijn is overbelast

45
Q

Il y a de la friture sur la ligne, je ne vous entends pas bien

A

Het kraakt ontzettend, ik versta u nauwelijks

46
Q

Désolée mais la ligne est mauvaise, je vous rappelle tout de suite

A

Sorry, maar dit is een heel slechte lijn, ik bel u straks terug

47
Q

Pourriez-vous parler plus fort?

A

Kunt u luider/harder spreken?

48
Q

Vous vous êtes trompé de numéro

A

U bent verkeerd verbonden

49
Q

J’ai essayé de le joindre depuis longtemps mais j’arrive toujours sur le répondeur

A

Ik probeer haar al lang te bereiken, maar kom steeds op het antwoordapparaat terecht

50
Q

Vous serez prévenu quand votre message arrive

A

U wordt verwittigd wanneer uw bestelling aankomt

51
Q

Votre commande sera livrée dans le courant de la semaine prochaine mais on vous appellera avant pour convenir d’un rendez-vous

A

In de loop van volgende week zal de bestelling geleverd worden, maar we bellen u vooraf nog even op om een concrete afspraak te maken

52
Q

Vous pouvez compter sur nous, ce sera en ordre

A

U kunt op ons rekenen, het komt in orde

53
Q

J’attends votre coup de téléphone

A

Ik wacht op uw telefoontje!

54
Q

Merci beaucoup! Merci pour l’information

A

Hartelijk dank! Bedankt voor de inlichtingen!

55
Q

De rien

A

Geen dank / zonder dank / graag gegaan / tot uw dienst!

Nederlands (24 decks)

Brainscape helps you reach your goals faster, through stronger study habits.
© 2024 Bold Learning Solutions. Terms and Conditions