Tentamen Flashcards

(5 cards)

1
Q

Noem twee factoren die er in een bepaalde situatie voor zorgen dat IFN-gamma een pro- dan wel anti-inflammatoir effect
heeft.

A

-De concentratie van IFN-gamma
-Timing, dus op welk moment IFN-gamma aanwezig is
-De cel waarop het effect wordt uitgeoefend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke bacterieen passen bij een bloederige diarree beeld?

A

Salmonella species, Shigella, Campylobacter, Yersinia, Clostridium difficile, E coli

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke twee eiwitketens zijn wel aanwezig in secretoir IgA, maar niet in IgA dat in serum aanwezig is en geef van een van deze eiwitketens aan in welk celtype dit eiwit geproduceerd wordt.

A

J-keten, secretoire component
J-keten: door de plasmacel; secretoire component: door de (mucosale) epitheelcel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat gebeurt er op immunologisch en virologisch gebied tijdens de chronische fase van een HIV-infectie?

A

Het aantal CD4+ T-cellen neemt af; er is aanhoudende virale replicatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly