tentamens Flashcards

(85 cards)

1
Q

WHO 1 behandeling

A

GnrH pom en FSH suppletie ( injectie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

WHO 2 behandeling

A

clomifeencitraat, tamoxifen en letrozol

antioestrogenen –> FSH omhoog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

ligamenten

A
  • lig teres uteri: uterus aan buik
  • lig suspensorium ovarii: ovarium aan buik
  • lig ovarii proprium: ovarium aan tuba
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

sertolicellen

A

lange cytoplasma uitlopers van bassaalmembraan naar lumen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

synaptomale complex

A

eiwitcomplex dat chromosomen bij elkaar houdt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

blauw doorschijnende zwelling in fornix

A

endometriose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wanneer is IVF effectief

A
  • tuba pathologie
  • subfertiliteit man
  • onbegrepen vruchbaarheidsstoornis
  • cyclus stoornis na ovulatie inductie
  • hooggradige endometriose
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

typische placenta bij pre- eclamspie

A

klein met infarcten en teken van versnelde uitrijping blokken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

moelage

A

over elkaar schuiven schedel beenderen tijdens baren: schedel kleiner

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

hoe heet het compact worden van DNA voor sperma kop

A

histone naar protamine transitie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hoe loopt de n. pudendus

A

door fossa ischioanalis en caudaal van m. levator ani

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

recipoke translocatie

A

delen van 2 chromosomen afgebroken en verwisseld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

robertoniaase translocatie

A

2 lange armen van verschillende chromosomen aan elkaar vast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

onderwerpen te bespreken bij donortraject

A
  • reproductieve/fertiliteits geschiedenis
  • gezondheid
  • band + relatie later
  • sociale en economische contex: financiele rol
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

hunalt

A

< 40 = IVF medicatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

anticonceptiepil:

A
  • LH + FSH vorming remmen
  • veranderen endometrium opbouw: moeilijke implantatie van bevruchte eicel
  • andere cervixslijmsamenstelling: barriere voor spermatozoa
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

behandeling bij seksuele twijfels

A
  • psycho-educatie
  • cognitieve therapie
  • verbeterend lichaamsbeeld
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

waar lefty 2

A

laterale mesoderm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

hoe metasaseerd mols

A

hematogeen en vaak naar de longen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat doet nipt niet?

A
  • geslachtschromosomen
  • DNA mutaties
  • triploidien
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

duale procesmodel

A
  • loss orientation: emoties door verlies : emotioneel gerichte coping
  • restoration orientation: dagelijkse bezigheden en noodzakelijke aanpassingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

rouwtaken

A
  • aanvaarden verlies
  • ervaren van pijn
  • aanpassen aan nieuw leven
  • draad oppakken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

SPIKES

A
  • setting
  • perceptie
  • invitatie
  • kennis
  • emotie en empatisch reageren
  • strategie en samenvatting
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

SAD NEWS

A
  • set up and sit down
  • ask, dont tell
  • deliver the news
  • no fancy lingo
  • expect permit and respond to emotion
  • wait
  • supportive and summerize
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
normale acceleraties
3 per 10 min weeen
26
normale ontsluiting
1 cm/ uur
27
late sterfte
43 dagen - 1 jaar post partum
28
alcohol vergroot de kans op
- miskraam - foetale sterfte - prematuriteit
29
SSRI
geen verhoogd risico aangeboren afwijkingen
30
Mola
hydropische villi en trofoblast hyperplasie met atypie compleet = diploid en alleen paternaal patieel = triploid en kan zoel paternaal als maternaal
31
oorzaken menorragie
- uterus myomatosus - endometriumpoliep - hyperpasie
32
diafragma ontstaat uit
- septum transversum - pleuroperitoneaal membraan - dorsale mesenterium van oesophagus
33
fysiologische hernia umbilicalis
een verdikking van de navelstreng, tot 12 weken
34
waar zit het maternale en waar het foetale bloed in de placenta
maternaal: intervilieuze ruimte foetaal: chioronvilli
35
ectropion
kwetsbaar clinderepitheel wat voor erosies en postcoitaal bloedverlies kan zorgen
36
cyste
niet behandelen < 10 cm dan wel onder controle blijven
37
indicaties uitstrijkje
- BVO - vervolg na behandeling - verdachte portio - abnormaal bloedverlies
38
hoe diagnostiseer je een endometriumcarcinoom?
biopt en echo
39
Hoe stopt de meiose 1 blokkade
Bij LH piek verdwijenen de gap junctions en dan gaat het c AMP in de oocyt omlaag. MIF kan dan niet meer naar binnen dus zal meiose door gaan
40
risico graves
- miskraam - pre- eclampsie - vroeggeboorte - foetale hyperthyreoidie: mager, uitpuilende ogen en groeirestrictie
41
consequentialistische overwegingen
- gericht op veiligheid - effectiviteit - gezondheidswinst - als het welzijn verbeterd kan worden dan moet het
42
deontologische overweging
- menselijke waardigheden - beschermen genenpoel als erfgoed - vrijheid van toekomstige kinderen - grenzen om waardigheid te beschermen - samenleving moet open blijven voor kinderen met aandoeningen
43
Buis van muller
- appendix testis - eileider - uterus
44
buis van wolf
- epididymis - vesicula seminalis - zaadleider, ducutus deferens - epoophoron
45
gonade
- testis - ovaria
46
labioscrotale wallen
- scortum - labia majora
47
primaire germinale cellen
- spermatozoa - eicellen
48
primaire geslachtsstrengen
- tubuli seminiferi - deel follikels
49
sinus urogenitalis
- blaas - urethra - prostaat - bulbo urethale klieren - vagina - urethrale klieren
50
tuberculum genitale
- corpus cavernosa - corpus spongiosum - glans penis - bulbus vestibuli - clitoris
51
urogenitale wallen
- ventrale zijde penis - labia minora
52
penis fractuur
gescheurd fascie blad van copora cavernosa (tunica albuginea)
53
na meisoe sperma
na meiose 1: secundaire spermatocut na 2: spermatid
54
waar ligt het tuberculum genitale
voorzijde cloaca
55
hoe lang wachten na koorts voor normaal zaad
3 maanden ( 10 weken)
56
kenmerk secretoire fase uterus
ruim stroma met arteriolen en kleine arterien
57
hoe wordt de erectie gestimuleerd
n. cavernosus geeft NO af wat het parasympatische zenuwstelsel stmuleerd voor de erectie
58
hoe kan een embryo 3 pro-nuceli hebben
- 2e zaadcel heeft eicel bevrucht - poollichaam is niet goed gevormd
59
Behandeling 1a carcinoom
conisatie of simpele hysterectomie
60
behandeling 1 b carcinoom
- tracheotomie ( niet uterus bij kinderwens en < 2 cm) - radicale hysterectomie
61
meest voorkomende oorzaak pre menstrueel bloedverlies
cervixcarcinoom
62
waar hangt de placenta passage van af?
- lipofiliteit - ionisatiegraad - < 600 aan molecuulgewicht - eiwit binding - membraandikte placenta
63
neurologisch onderzoek neonaat
- thomsenscore 1x per 8 uur - EEG - echo hersenen - MRI hersenen
64
rotterdamse criterea PCOS
- cyclusstoornis: oligo- of ammenoroe - meer dan 20 follikels of > 10 ml per ovarium - echoscopisch detectbaar - hogere androgeenwaarden in bloed - overbeharing, vette huid of acnee
65
normaal semen
volume > 1,5 cc concentratie > 1,5 miljoen per ml motiel > 40 % morfologie > 4 % normalen pH > 7,1
66
Wat doet POP meer dan een minipil
minipil: remming ovulatie en veranderen cervix slijm POP ook atrofie endometrium: verhinderen innesteling (oestrogenen erbij zorgt dan voor een stabieler endometrium)
67
bijwerkingen pil
- gewichtstoename - hoofdpijn - misselijk - stemmingswisselingen - libidoverlies - spotting - fluor verandering - gespannen borsten
68
soorten morning afterpillen en tijd
levongestrel: < 72 uur prostalectaat < 120 uur
69
wat kan je doen bij onregelmatig bloedverlies en contactbloedingen
- echo: myomen en poliepen - pap smear: cervixcarcinoom en ceroidysplasie - CAT chlam of infectie onderzoek: chlam en gonneroe - speculum onderzoek: cervicale poliepen, ectropion, cervix dysplasie en cervixcarcinoom en cervicitis
70
Array
kleinere resolutie en kan meer chromosoomafwijkingen aantone: zekerheid aandoening
71
Wanneer WES
- multipele structurele aandoeningen - niet afwijkende array
72
afwijking nipt maar ziekte niet
- post xygotische miotische non-disjunctie - trisomic rescue
73
zeer kwetsbare zwangere
- huiselijk geweld - harddrugs of alcohol - dakloos - psychische ernstig
74
antenatele depressie
depressie tijdens zwangerschap
75
symptomen abruptio placenta
- bloedverlies met pijn - foetale bradycardie
76
verhoogde kans op uterus ruptuur bij
- eerdere uterus operatie - extractie foetus - wanverhouding - meerling - abnormale ligging - kunstverlossing
77
risico DVT
hoge leeftijd, obesitas en immobiliteit
78
Lues diagnostiek
- TTSA/TPPA: screening - FTA- Abs, ELLISA, immunoblot: ter bevestiging - VDRL/ RPR: activiteitsmeting/ controle therapie (serologisch onderzoek) - liquor: bij neurologische afwijking/ geen goede reactie op therapie om neurosyfilis uit te sluiten
79
FIGO stadium tumor
t1: in uterus - a < 5 invasie/ < 7 mm extensie - b: groter t2: buiten uterus maar neit tot bekkenwand of onderste 3e vagina - a: geen parametria infiltratie - b wel t3: in bekkenwnad, onderste 3e vagina of hydronefrose - a: onderste 3e maar niet bekkenwand - b: bekknewand en hydronefrose t4: tot mucosa blaas/ rectum en buiten kleine bekken
80
wat vind je niet op echo
13 weken: maag- darm en ventriculomegalie 20 weken: oesophagusartresie, brein aandoening, destructief of obstructief
81
sociale factoren die de gezondheid bevorderen
- bestaanszekerheid - leefomstandigheden - sociaal netwerk, kennis en vaardigheden - goede, betaalbare, begrijpelijke zorg - werksituatie
82
handgrepen leopold
1: hoogte fundus 2: rug positie en in lengte? 3: aard en indaling voorliggende deel 4: mate indaling voorliggende deel
83
circel van bancroft
interactie hoofd en lichaam - start: tactile stimuli: waarde oordeel via limbisch systeem en zorgt voor perfiere en getinale opwinding de bewustwoording weer naar limbisch systeem en dan kan er een orgasme uit komen
84
seksuele responscyclus
- opwinden en verlangen, met of zonder fysieke reactie - na orgasme fysieke en emotionele ontspanning: herstelfase
85
incentive motivation model
zin in seks bepaald door context: - individueel welzijn - parnterrelatie - praktische situatie - communicatie over wensen en grenzen - exerne prikkels de lichamelijk opwinding is op bouwend: je wordt bewust en krijgt zin zin krijg je door actief te worden