Week 4 hc Flashcards

(46 cards)

1
Q

wanneer menopauzale klachten te behandelen met hormontherapie?

A
  • < 46 jaar
  • 46-50 jaar als er geen verhoogd risico is
  • tussen 50 en 56 niet tenzij sociaal invaliderende klachten en na zorgvuldig informeren
  • na 56 niet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

bekenste overgangsverschijnselen

A
  • menstruatie: onregelmatig, veel bloedverlies en langer bloedverlies
  • opvliegers
  • nachtelijk transpireren
  • hartkloppingen
  • moodswings
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

opvliegers

A

Opvlieger is het effect van perifere vasodilatie
–> tijdelijk en komen spontaan op
–> kan je hartkloppingen en zweetaanvallen krijgt
—> heel snel kan je ook duizelig worden
–> heftigheid verschilt per persoon
–> het is niet psychisch, kun je zien en meten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

fysiologie opvlieger

A
  • theromoregulatoire dysfunctie op het niveau van de hypothalamus
  • smallere thermoneutrale zone
    –> eerst wordt overvloedige warmte weggewerkt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

effect estrogenen

A
  • dalen geeft toename cervrale noradrenaline –> termoregulatoire zone versmalt
  • geinduceerd door dalen van oestrogeen spiegeL: perifere vasodilatatie, traspiratie en bibberen
  • oestrogenen herstellen thermoneutrale zone –> opvliegers verdwijnen
  • serotonine kan thermoneutrale zone verbreden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

waar kunnen opvliegers mee samen hangen

A
  • Dieet: alcohol, koffie of hete dranken
  • Sociale acceptatie
  • Culturele preceptie
  • Stress
  • Slaapproblemen
  • Werkverzuim
  • Minder goede QoL
  • Effecten op seksuele drive, de relatie en familieleven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

overgangsklachten door dalen oestrogeen

A
  • afname bloedcirculatie in genitale gebied
  • afname elastine en collagenen
  • vagina epitheel, omliggende bindweefsel, urethra en blaas
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

urogenitale verschijnselen door overgang

A
  • droge vagina
  • pijn bij seks
  • minde rlibido
  • jeuk
  • veranderende afscheiding
  • dysurie
  • pollakisurioe
  • uwi
  • incontinentie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

uiterlijke verandering door overgang

A
  • gewichtstoename (rond taille)
  • huid minder soepel en vocht arm
  • evt toename beharing
  • dunner
  • droge geirriteerde ogen

en spier en gewrichtspijnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

lange termijn verandering overgang

A
  • Toename hart- en vaatziekten
  • Teoname osteoporose (botontkalking –> botbreuken)
  • Toename borstkanker
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

voordelen hst

A
  • overgangsklachten verdwijen
  • goed vooor botten
  • goed voor blaas en vagina
  • goed voor huid, haar en slijmvliezen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

klachten ovarium carcinoom

A

Het geeft eigenlijk geen klachten!

–> aspeciefieke, vage toestanden: beetje last van de buik beetje misselijk
- Vage gastro-intestinale klachten
- Toename van de buikomvang
- Mictie- of defaecatie problemen

–> als je terug kijkt blijken ze al maanden last te hebben
Tenzij: acute buik door ruptuur van een cyste of steeldraai

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

minder risico ovarium carcinoom

A

Beschadiging bij ovulatie draagt bij aan krijgen ovariumcarcinoom
voordeel = minder ovulaties
- De pil: 30-50% risico reductie indien > 3 jaar
- Meerdere zwangerschappen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

meer kans ovarium carcinoom

A

genmutaties:
- BRCA 1 en 2
- Lynch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

markers in bloed ovarium carcinoom

A
  • CA 125 en CEA
  • Voor kiemceltumoren A1FP, hCG en LDH –> gevoelig voor chemo
    –> maligne variant van de teratomen
  • Seks cord stroma celtumoren: inhibine A en B, estradiol en AMH
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

welke ovarium carcinomen komen voor

A
  • meest: sereus ovarium carcinoom
  • laaggradig endomtrioid
  • graad 3 endometrioid
  • clea cell (heldercellig)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

vroege intraperitoneale metastasering door

A
  • Intraperitoneale lokalisatie van de ovaria
  • Exfoliatieve groei
  • Versleping van de tumorcellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

prognose ovariumcarcinoom is afhankelijk van

A
  • Stadium
  • Chirugie
  • Chemo
  • mutatiestatus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

stadia kankers vaak

A
  • Stadium 1: het is ergens begonnen en daar blijft het ook meestal bij
  • Stadium 2: iets meer uitbreiding in de directe omgeving
  • Stadium 3: regionale metastasering
  • Stadium 4: metastasering op afstand
20
Q

laag stadium ovariumcarcinoom

A
  • meestal bij toeval vinden, zelden klachten
  • 75-90% genezing
  • chirurgie en volledige stagieren crucial
  • tumorgraad als prognotische factor
  • ## adjuvant chemo verbeterd overleving bij onvolledige stagiering
21
Q

hoog stadium ovariumcarcinoom

A
  • IIb verdere uitbreiding in het kleine bekken
  • III uitbreiding buiten het bekken of retroperitoneale klieren
    –> 3a1: i en ii retroperitoneale klieren
    –> 3a2 microscopische ziekte peritoneaal
    –> 3b: peritoneal metastase < 2 cm, N0
    –> 3c: peritoneale metastase> 2cm of N1
  • IV afstands metastasen
22
Q

prognotische factoren

A
  • Conditie (karnofsky index), soms dus conditioneel eerst opkrikken
  • FIGO stadium
  • Tumorgraad
  • Grootte van de restlaesies na chirurgie
  • Chemo
  • BRCA status
23
Q

recente ontwikkelingen

A
  • PARP remmers
  • Targeted therapy
  • HIPEC
  • Intreperitoneale chemo
24
Q

risicofactoren endometrium carcinoom

A
  • hormoon gebruik
    obesitas
  • infertiliteit in vg
  • nullpariteit
  • late overgang
  • leeftijd
  • daibetes
  • hypertensie
  • radiotherapie vh bekken
  • erfelijk (lynch syndroom)
25
klachten endometrium carcinoom
- Bloedverlies - Gekke afscheiding --> perimenopauzaal soms moeilijk te weten
26
diagnostiek: na echo weefsel door
- Biopt met flexibel buisje (pipelle, zieke cellen gaan makkelijker het buisje in) - Hysteroscopisch biopt (in buik kijken - Curettage (op ok onder narcos)
27
t stadia endometrum carcinoom
t1: beperkt tot corpus t2: uitbreiding nar cervix t3: nar buikholte en of schede t4: lokale uitbreiding naar blaas/ rectum
28
redenen voor seksuele disfunctie
- Vaatlijden - DM - Depressie - Metabool syndroom, hoge bd, duikerziekte overgewicht - Tabacs verslaving - Dwarlesie - Multiple sclerose - Chron longziekten - Nierinsufficientie - Morbus peyronie - Kanker: verzameling waarbij allerlei dingen
29
verschillende invloedden
- Normen: maatsvchappij, geloof en cultuur - Biologische factoren: gevolg ziekte of behandeling - Psychologische factoren: lichaamsbeeld, aanpassingsvermogen en individuele betekenis van seksualitiet - Sociale factoren: rolverdeling, levensfase etc
30
Welke mechanismen ondersteunen de bekkenbodem structuren?
- bekkenbodem spieren - endopelviene fascie
31
welke vormen van prolaps zijn er?
- cystocele: verzakking blaas - top prolaps/ descensus uteri"verzakking corpus uteri - enterocele: verzakking dunne darm - rectocele: verzakking rectum
32
symptomen prolaps
- zwaar gevoel dat toe neemt in de loop van de dag - zichtbaar - dyspareunie (pijn bij coitus) - lage rugpijn - stress/ urge incontinentie - defecatie stress ( incomplete lediging blaas of darmen) en seksuele dysfunctie
33
risicofactoren prolaps
- vaginale bevalling - baren groot kind > 4 kg - hoge paritiet ( veel bevallingen) - verhoogd BMI - positieve familie anamnese - zwaar lichamelijk werk - hysterectomie - eerdere prolapschirurgie - obstructief longlijden ( door veel hoesten) - roken
34
gestandaardiseerde vragenlijsten
- UDI 6: urine incontinentie - PFIQ: sociale factren
35
behandeling mogelijkheden bij prolaps
- expectatief - bekkenbodem therapie - pesssarium - chirurgie
36
cervixcarcinoom symptomen
- bloedverlies - abnormale afscheiding - buikpijn
37
behandeling bij CIN-II en CIN- III (voorstadia)
large loop excision transformation zone (LLETZ)
38
welke operaties kunnen gedaan worden
- conisatie: binnenste stukje baarmoederhals wegnemen - simpele hysterectmie: vewijderen uterus - radicale hysterectomei (verwijderen uterus en eierstokken) - trachelectmie: verwijdering baarmoederhals, parametrium en lymfeklieren in bekken - pelviene lymfadenectomie
39
bijwerkingen radiotherapie
acuut: - frequente aandrang tot ontlasting of mictie - diarree - krampen - branderig - huidreactie - mucositis - haaruitval - vermoeid laat: - ovariele disfunctie - darmschade - schade aan blaas - vermoeidheid - osteoradionecrose sacrum
40
dominant follikel
- omschrijving: benigne aspect - premenopausaal - < 5 cm - echo gemaakt op cyclusdag 13 - beleid: expectatief, geen follow up nodig - je kan geruststellen
41
endometrioom
- homogeen gesluierde gladwandige cyste - alleen behandeling bij klachten (m.n. dysnmenorroe, soms chornische buikpijn) - meestal ontdekt voor de menopauze - soms een toevalsbecinding - jaarlijkse follow up - follow up is mogelijk in de eerste lijn, wel echo verrichten door een gekwalificeerde echoscopist
42
dermoidcyste
- omschrijving: gladwandige, inhomogene cyste met een typische 'white ball" - gespecialiseerde gynaecologische echo - als regel geen klachten ( cave rutptuur/ steeldraai bij grote cyste) - kan allerlei weefsel bevatten - meestal toevalsbevinding - kan op elke leeftijd ontdekt worden - jaarlijkse follow up
43
ovarium carcinoom
- grillig beeld - buikpijn, niet cyclisch - toename buikomvan - meestal na de menopauze
44
hydrosalpinx -
- kan oorzaak zijn van chronische buikpijn - geasoocieerd met sub/ infertiliteit, m.n. als bij bilateraal hydrosalpinx - operatieve verwijdering alleen op indicatie
45
eug
- normale uterus, leeg cavum - zwangerschapsring of soms zelfs een vruchtzak met embryo naast de uterus - bijna altijd in de tuba - tubapathologie is een bekende risicofacotr - soms tubectomie in acute setting bij ruptuur van de tuba - ruptuur kan levensbedreigend zijn, wereldwijd een belangrijk oorzaak van moedersterfte
46