TH 9: Het transportstelsel Flashcards
(64 cards)
Tekening 1. Welke lichaamsvloeistof stellen alle rode vrachtwagentjes voor?
bloed
Tekening 1. Wat is het verschil tussen de drie vrachtwagentjes links en die rechts op de tekening?
De ene zorgen voor de aanvoer van stoffen naar de cel, de andere voor de afvoer van stoffen uit de cel.
Welke gassen vervoert het bloed?
zuurstofgas, koolstofdioxide, waterdamp
Welke vaste stoffen vervoert het bloed?
voedingsstoffen en afvalstoffen
Welke vloeistof vervoert het bloed naar nieren en huid?
water
Tekening 2. Noteer drie onderzoeksvragen met de aangeduide organen en een kernwoord. Kies uit bouw - ligging - samenstelling
- Hoe zijn de bloedvaten opgebouwd?
- Wat is de ligging van het hart?
- Wat is de samenstelling van het bloed?
Welke rol speelt het transportstelsel voor de cel? (groene kader)
Het transportstelsel zorgt voor het transport van stoffen van en naar de cellen.
Bloed zorgt voor de aanvoer van zuurstofgas O2 en voedingsstoffen (zoals glucose) naar de cel.
Bloed zorgt voor de afvoer van koolstofdioxide CO2, water H2O en afvalstoffen weg uit de cel.
Tekening 3. Kruis aan hoe het bloed voor de samenhang tussen de stelsels en de lichaamscellen zorgt.
- dunne darm
- darmvlokken
- mineralen, vitamines, glucose, aminozuren, vetzuren en water
- longen
- longblaasjes
- zuurstofgas
- koolstofdioxide
- nieren
- nierlichaampjes
- ureum, ammoniak, mineralen, water
Tekening 4. Vul aan.
- bloedplasma
- fibrinogeen (stollingseiwit)
- water
- opgeloste stoffen
- bloedlichaampjes
- bloedplaatjes
- witte bloedcellen
- rode bloedcellen
Wat is de samenstelling van ongestold bloed? (Groene kader)
Ongestold bloed bestaat uit twee delen: bloedplasma en bloedlichaampjes.
Bloedplasma is een mengsel van water, fibrinogeen (stollingseiwit) en opgeloste stoffen.
Bloedlichaampjes bestaan uit rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes.
Tekening 5. Vul aan.
- bloedplasma
- oplossen en vervoeren van stoffen + thermoregulatie
- fibrinogeen (uit het bloedplasma) en bloedplaatjes
- bloedstolling
- witte bloedcellen
- bestrijding van ziekteverwekkers
- rode bloedcellen
- gasuitwisseling en transport van zuurstofgas
Wat is de functie van bloed? (Groene kader)
Bloedplasma dient als oplos- en transportmiddel voor stoffen zoals voedingsstoffen en afvalstoffen. Het zorgt ook voor thermoregulatie, zodat de lichaamstemperatuur constant blijft.
Rode bloedcellen zorgen voor het transport en de gasuitwisseling van zuurstofgas en koolstofdioxide, ter hoogte van de longblaasjes en de cellen.
Witte bloedcellen vormen het afweersysteem tegen ziekteverwekkers. Ze doen dat via fagocytose (celvraat) en het vormen van antistoffen.
Bloedplaatjes vormen samen het fibrinogeen uit het bloedplasma voor de bloedstolling, door een netwerk van fibrinedraden te vormen.
Tekening 6. Vul aan.
- witte bloedcellen
- rode bloedcellen
- bloedplaatjes
- bloedplasma
- witte bloedcellen doen aan celvraat of aan fagocytose
Tekening 7. Vul aan
- bloedplasma
- bloedplasma
- bloedplasma
- bloedplasma
- rode bloedcellen
- /
- bloedplaatjes en bloedplasma
- witte bloedcellen
Tekening 8. Vul aan
- slagader
- haarvaten
- ader
Tekening 9. Kruis aan
- een laag cellen - één laag cellen - één laag cellen
- dik - dun - geen
- dun - dik - geen
- geen - wel - geen
- hart - organen - in de organen
Welk weefsellaag in de slagaders zorgt voor het voortstuwen van het bloed?
een dikke spierlaag
Welk onderdeel in de aders zorgt voor het eenrichtingsverkeer van het bloed?
de kleppen
Waarom is enkel bij de haarvaten stofuitwisseling in en uit het bloed mogelijk?
de wand bestaat maar uit één laag cellen
Hoe zijn bloedvaten aangepast aan hun functie? (Groene kader)
Slagaders transporteren het bloed vanuit het hart naar alle organen.
De gespierde elastische wand zet het kloppende ritme van het hart verder.
Aders met een dunnere wand transporteren het bloed vanuit de organen terug naar het hart. Kleppen verhinderen het terugvloeien van het bloed.
Haarvaten, die zich in de organen bevinden, maken de verbinding tussen slagaders en aders. Het eenlagige dekweefsel maakt stofuitwisseling met de omliggende cellen mogelijk.
Tekening 10. Vul aan
- linkerboezem
- rechterboezem
- kransslagaders
- kransaders
- rechterkamer
- linkerkamer
- zuurstofrijk
- zuurstofarm
Welke kleur heeft het hart?
rood
Welke bloedvaten voorzien de hartcellen van zuurstofgas en voedingsstoffen?
kransslagaders
Welke bloedvaten vervoeren koolstofdioxide en afvalstoffen weer weg uit de hartcellen?
kransaders