The Girl On The Train Vocab Flashcards
(68 cards)
1
Q
To be fired/dismissed from a job
A
Ontslagen
2
Q
Meadows
A
Weilanden
3
Q
Bridges
A
Bruggen
4
Q
Going past
A
Langs
5
Q
Buitenwijken
A
Suburbs
6
Q
Nearby
A
Vlakbij
7
Q
The signal
A
Het sein
8
Q
I don’t mind that
A
Ik vind dat niet erg
9
Q
Right
A
Vlak
10
Q
From
A
Vanuit
11
Q
Still
A
Steeds
12
Q
Closed
A
Dicht
13
Q
To bend
A
Buigen
14
Q
A kiss
A
En zoen
15
Q
To slide
A
Schuift
16
Q
Drukken
A
To press
17
Q
To Squeeze
A
Knijpen
18
Q
To sip
A
Slokken
19
Q
To desire, to long for
A
Verlangen, verlangen naar
20
Q
To grab or take
A
Pakken
21
Q
Relax
A
Ontspannen
22
Q
To lean
A
Leunen
23
Q
To move house
A
Verhuizen
24
Q
Increasingly
A
Steeds
25
Eenzamer
Lonely
26
Grief
Verdriet
27
To wander
Dwalen
28
Neatly
Netjes
29
Disgust
Afkeer
30
Blanket
Deken
31
Nauseous
misselijk
32
The blame
De schuld
33
To snoop or to sniff
Snuffelen
34
Surprisedly
Verbassd
35
Belong
Horen
36
Addicted to
Verslaafd aan
37
The image
Het beeld
38
A couple
Het stel
39
To make love to each other
vrijen ze met elkaar
40
To cheat
bedriegen
41
Screeching/sqeuaking
Piepend
42
Suddenly
Ineens
43
Sits up straight
Rechtop zitten
44
Hips
Heupen
45
To bang ( as in your fists against the window)
Bonken
46
Kijkt om zich heen
Looks around herself
47
Stupid
Stomme
48
Offended
beledigd
49
Ashamed
Schaamde
50
Near by
Dichtbij
51
To Pay attention
opletten
52
Disappear
Verdwijnen
53
the distance
De verte
54
To swear
Vloeken
55
Big/considerable
Flink(e)
56
Scared
Schrikken
57
Upright
Overeind
58
Upright
Overeind
59
Groaning
kreunend
60
To pull
Trekken
61
Thoughts
Gedachten
62
Quite
Behoorlijk
63
Vague
Vaag
64
Er een beeld boven
an image appears
65
Quarrel
Ruzie
66
Beaten
geslagen
67
overwhelmed by fear
Overspoeld door angst
68
dried up
Opgedroogd