Tips Flashcards
(18 cards)
Als de vraaglijn naar links of naar rechts evenwijdig verschuift, wat moet je er dan altijd bij zeggen?
bij een zelfde prijs.
Wat moet je niet vergeten bij vragen over elasticiteit en omzet?
Om in je antwoord “in verhouding” of “procentueel” in het antwoord te zetten.
Bij vragen over prijsdiscriminatie?
Moet altijd aan 2 eisen voldoen, dus die ook in je antwoord zetten.
Hoe kunnen kosten goedkoper worden?
Meestal door schaalvoordelen, je TCK wordt over een grotere afzet (Q) verdeeld waardoor je kosten per product lager worden.
Bij vragen over ruilen over tijd.
- Bij lenen: zeggen dat er consumptie naar voren toe wordt gehaald.
- Bij sparen: dat er consumptie naar de toekomst wordt uitgesteld en vergeet de vergoeding niet te noemen.
Tijdvoorkeur
Als deze hoog is gaat et over lenen. Als deze laag is gaat het over sparen.
Bij vragen over soorten goederen.
Altijd in je antwoord 2 kenmerken geven is het uisluitbaar en is het rivaliserend.
Beide ja: individueel goed.
Beide nee: collectief goed.
1 vd 2 ja: quasi collectief goed (door beiden geleverd).
Bij vragen over berovingsproblemen.
Benoem de verzonken kosten en hoe je het kan oplossen.
Bij vragen over positieve externe effecten.
Altijd zeggen dat er maatschappelijke opbrengsten zijn en geef aan welke dit zijn.
Negatieve externe effecten
Kosten die niet in de prijs zijn doorberekend en brengt altijd maatschappelijke kosten met zich mee, benoem deze.
Principaal-agent
1) benoem principaal en agent
2) assymetrische informatie en hoe op te lossen
(Eventueel)3) benoem belangentegenstelling.
Morzal hazard tegengaan
Eigen risico instellen of bonus/malus systeem
Asymmetrische informatie
De ene partij weet meer dan de andere partij, geef deze informatie aan en benoem altijd dat het transactiekosten met zich meebrengt om de informatieachterstand te achterhalen.
Kan de overheid de rente verhogen of verlagen?
NEE DAT KAN ALLEEN ECB!!!!
Rente omhoog
Sparen aantrekkelijk lenen onaantrekkelijk (voor binnenland). Voor buitenland hoge rente aantrekkelijk trekt speculanten aan (die verwachten namelijk dat de koers omhoog gaat).
Prijs omhoog
Aanbodzijde kosteninflatie: loonkosten gaan omhoog en deze worden doorberekend, internationale concurrentiepositie verslechterd, daardoor minder export en minder productie en minder werkgelegenheid, werkloosheid stijgt.
Vraagzijde bestedingsinflatie: koopkracht gaat omhoog, meer vraag naar producten en als de vraag de productiecapaciteit overtreft dan gaan prijzen omhoog.
Buitenland: geïmporteerde inflatie het doorbereken in de prijs.
Wat zijn automatische stabilisatoren conjuctuur?
Sociale uitkeringen en belastingsysteem(progressief).
Bij progressie uitleggen hoe hoger het inkomen hoe meer je in verhouding gaat betalen, dus ook hoe lager je inkomen hoe meer in je verhouding netto overhoudt.
Wisselkoers stijging en daling
Stijgen: export>import, hierdoor wordt je duurder en zal je minder gaan exporteren.
Dalen: export<import, hierdoor wordt je goedkoper an zal je later meer gaan exporteren.