Toets hoofdstuk 3 (1)

Question 1

Iemand aanspreken die je niet kent

Answer 1

Excuse me.

Question 2

Vragen hoe je bij het postkantoor komt

Answer 2

Could you tell me the way to the post office, please?

Question 3

Zeggen dat je het zwembad zoekt

Answer 3

I’m looking for the swimming pool.

Question 4

Vragen wat de kortste weg in naar …

Answer 4

What’s the quickest way to …?

Question 5

Vragen of er een station in de buurt is

Answer 5

Is there a train station nearby?

Question 6

Zeggen dat de ander linksaf moet slaan

Answer 6

Turn left.

Question 7

Zeggen dat de ander deze weg moet volgen

Answer 7

Follow this road.

Question 8

Zeggen dat de ander rechtdoor moet tot aan de rotonde

Answer 8

Go straight on until you come to a roundabout.

Question 9

Zeggen dat het de tweede straat rechts is

Answer 9

It’s the second street on your right.

Question 10

Zeggen dat de ander daarna de tweede afslag van de rotonde moet nemen

Answer 10

Then take the second exit at the roundabout.

Question 11

Vragen of het ver is

Answer 11

Is it far?

Question 12

Zeggen dat de ander terug moet gaan

Answer 12

Go back the way you came.

Question 13

Zeggen dat de ander moet oversteken

Answer 13

Cross the road.