Toetsweek 3 Jaar 2 Flashcards

(80 cards)

1
Q

Apraxie

A

Niet goed kunnen handelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Agnosie

A

Zintuigen niet meer herkennen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Afasie

A

Niet goed kunnen praten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Ataxie

A

Last van evenwicht, trillende handen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Bloeding in de hersenen

A

Intracerebrale bloeding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Bloeding rond de hersenen

A

Subdurale en subarachnoidale bloeding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hypertensie

A

Hoge bloeddruk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Cerebrale bloeding zonder oorzaak

A

Oudere mensen, oorzaak niet aan te tonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Cerebrale bloeding met oorzaak

A

Vaak jonge mensen, oorzaken: aneurysma of misvorming van bloedvaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Av malformatie

A

Slagader gaat gelijk over in ader ipv slagader naar haarvaten naar ader

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat voor bloeding geeft aneurysma

A

Subarachnoidale bloeding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Behandelingen aneurysma

A

Clippen, coilen (via lies of pols), web device (netje), flow diverter (kokertje)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Acute subdurale haematoom

A

Ernstig ongeval met schedelletsel. Aders scheuren, klein laagje bloed te zien op ct scan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Chronische subdurale hematoom

A

Oude mensen door vermindering hersenweefsel (door klein ongeval)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Subarachnoidale bloeding

A

Plotseling rondom hersenen, door gebarsten aneurysma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Symptomen van subarachnoidale bloeding

A

Acute hoofdpijn, bewustzijndaling, focale uitval

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Oorzaken subarachnoidale bloeding

A

Aangeboren, hoge bloeddruk, diabetes, roken, hoog cholesterol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Verschijnselen cva

A

Hemiparese, spasme in arm of been, blindheid of dubbel zien aan 1 kant, geheugenstoornissen, lastig slikken/praten, duizeligheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Acute fase na cva

A

Eerste 10 dagen, revalidatie/ behandelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Revalidatiefase na cva

A

6 maanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Chronische fase na cva

A

Niet zichtbare gevolgen zoals problemen met denken, ander gedrag en moeite met handelingen (apraxie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Coma

A

Ogen dicht, geen reactie op prikkels, Max 4 weken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Laag bewuste toestand

A

Groot gedeelte van dag wakker, volgen met ogen, automatisch handelen, eenvoudige opdrachten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Bewuste toestand

A

Wederzijdse communicatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Autonome zenuwstelsel
Regelt de werking van hart en bloedvaten
26
Prikkelgeleidingssysteem
Een netwerkje van speciale celen in de hartelozer die elkaar in een domino effect een elektrische prikkel doorgrven
27
Prikkelgeleiding gaat als volgt:
Sinusknoop, av knoop, bundel van his, bundeltakken, purkinjevezels
28
Sinusknoop
Groepje cellen in rechterboezem, ontstaan elektrische prikkels
29
Av knoop
In midden van hart, kan elektrische prikkel afremmen, regelt dat kamers niet later samentrekken dan boezems
30
Bundel van his
Komt van av knoop en gaat naar linker en rechter bundeltak, deze vertakken zich tot purkinjevezels die spiercellen van kamers aanzetten tot samentrekken
31
Autonome zenuwstelsel
Regelt vanuit hersenen ademhaling, hartslag en bloeddruk
32
Sympathische deel bij actie
Hartslag omhoog
33
Parasympatische deel actief bij rust
Hartslag omlaag
34
Tachycardie
Snellere hartslag (meer dan 100 per minuut)
35
Bradycardie
Lagere hartslag (minder dan 60 per minuut)
36
Extrasystole
Hart slaat over
37
Atriumfibrilleren
Hart klopt onregelmatig en meestal sneller
38
Hartblock
Blokkade in pompfunctie
39
Ventrikelfibrilleren
Ernstige Hartstoornis, gevolg hartstilstand
40
Wanneer pacemaker
Bij hartblocks
41
Wat doen bij ventrikelfibrilleren
Reanimeren zodra hartstilstand is
42
Risico van atriumfibrilleren
Trombus vorming, embolie, hartfalen
43
Niet Cardiale oorzaken atriumfibrilleren
Alcohol, infecties, bloedarmoede, koorts, koffie, drugs, schildklierlijden
44
Cardiale oorzaken atriumfibrilleren
Kleplijden, hartfalen, hartinfarct, hypertensie
45
Symptomen atriumfibrilleren
Onrustige hartslag, onrust, angst, kortademig, licht gevoel in hoofd
46
Complicaties atriumfibrilleren
Bloedstolsels, tia, herseninfarct
47
Wanneer hartritmestoornis
Elektrische prikkels komen te snel of te langzaam
48
Hartklepafwijking
Lekkende hartkleppen of benauwde hartkleppen (overbelast hart)
49
Gevolg van Verwijd hart
Hart pompt minder goed
50
Oorzaak Verdikte hartspecialist
Door hoge bloeddruk moet het hart harder pompen en spieren worden dan stijver en dikker
51
Angina pectoris
Pijn in hartstreek
52
Oorzaak angina pectoris
Zuurstof tekort in hartspier
53
Oorzaken artherosclerose
Roken, overgewicht, weinig bewegen, hoge bloeddruk, diabetes, hoog cholesterol
54
Hoe ontstaat hart infarct
Langdurige aderverkalking of artherosclerose, vorming bloedstolsel
55
Oorzaken hartinfarct
Diabetes, hoge bloeddruk, roken, overgewicht
56
Oorzaak hartfalen
Hartinfarct, hoge bloeddruk, slechte hartkleppen, hartritmestoornissen, ziekte van hartspier
57
Verschillende soort hartfalen
Rechtsdecompensarie, linksdecompensatie, astma Cardiale, coronair lijden
58
Rechts decompensatie
Rechter kant pompt niet goed, bloed hoopt op: oedeem, dikke buik, veel plassen snachts, stuwing in lever
59
Links decompensatie
Linkerkant pompt hier goed, bloedophoping in longen: longvaten gaan lekken, kortademigheid
60
Wanneer heb je een shock
Als er te kort is aan circulerend bloedvolume, te loge bloeddruk
61
Gevolgen shock
Levensbedreigend, druk in de bloedvaten is te laag, cellen sterven af
62
Hypovolemische shock oorzaken
Bloedverlies, plasma verlies, vocht verlies
63
Cardiogene shock oorzaken
Direct verminderde hartfunctie, dus hartinfarct slechte kleppen, ritme stoornis
64
Distributieve shock oorzaken
Probleem verdeling bloed, druk valt weg in de vaten door het opstaan van de vaten
65
Vormen distributieve shock
Anafylactische, neurogene en septische
66
Anaflylactische shock
Allergische reactie. Vaten gaan open staan
67
Neurogene shock
Bij ruggenmerg of hersen letsel, samenknijpen van de vaten valt weg
68
Septische shock
Bacterie komt in de bloedbaan, prikkeling in vaatwand, wanden gaan open staan
69
Symptomen shock
Bleke klamme huid, transpireren, onrust, verlaagde bloeddruk, koud
70
Symptomen Schedelbreuk (nah)
Dikke ogen, blauwe plekken, hersenvocht uit neus, bloed uit oor
71
Impressie fractuur
Harde druk op hoofd van buitenaf, stukjes bot in hersenen los gekomen
72
Emv score (pupil, bewegen, praten)
13-15 licht, 8-12 matig, 12+ hoog
73
Niet responsief
Open ogen, geen opdrachten uitvoeren, communiceert niet
74
Commotio cerebri
Lichte vorm van hersenschudding, misselijk, hoofdpijn, duizelig, soms bewusteloos, vergeetachtig
75
Contusio cerebri
Ernstige vorm van hersenknuesing, hersenweefsle beschadigd, bewusteloos, zwelling, duizelig, misselijk, hoofdpijn
76
Waarmee onderzoek je de grootte van het hart
Thoraxfoto
77
Waarmee werking kleppen beoordelen
Echografie
78
Vast verwijdend medicijn
Nitraten
79
Vliezen centraal zenuwstelsel
Duramater, arachnoidia, Mia mater
80
Vitale functies wordt uitgevoerd door de:
Hersenstam