TT fouten

Question 1

Progressieve surpanucleaire verlamming kenmerken

Answer 1

• Axiale rigiditeit
• Verticale blikparese

Question 2

Idiopathische beginnende Parkinson te herkennen door

Answer 2

• Karakter veranderingen zonder andere symptomen

Question 3

Hemiballisme door

Answer 3

door laesie in contralaterale nucleus subthalamicus

Question 4

Vestibulo-oculaire fine tuning in cerebellum door

Answer 4

door klimvezels

Question 5

Essentiële tremor vs Parkinsons tremor

Answer 5

Essentiële
- Symmetrisch
- Tijdens actie
- Alcohol heeft er effect op

Parkinson
- Assymetrisch
- In rust
- Alcohol heeft geen effect

Question 6

Stemming veranderlijk over ->
Affect veranderlijk over ->

Answer 6

Stemming -> weken tot maanden
Affect -> seconden tot minuten

Question 7

Somnolent =
Soporeus =

Answer 7

Somnolent = doezelt weg
Soporeus = antwoord niet maar voert wel taken uit

Question 8

Confabulatie =

Answer 8

= onwaar/ fantasie verhaal vertellen

Question 9

Prosopagnosie =

Answer 9

= Geen gezichtsherkenning meer

Question 10

Melancholische kenmerken

Answer 10

naast depressie:
- Vroeg wakker worden
- Ochtend meer depressief
- Geremd in motoriek
- Minder eetlust + gewichtsverlies
- GROTE schuldgevoelens

Question 11

Conatieve functies =

Answer 11

= Wilskracht en het volgende gedrag

Question 12

ECT =
- behandeling voor
- effectiviteit

Answer 12

= Stroomstootje in hoofd onder narcose om epileptische aanval op te wekken
- depressie, bipolaire stoornis
- 80% werkt het

Question 13

Onderhoudstherapie wanneer

Answer 13

1 manie en positieve familie anamnese of 2 of meer manieën

Question 14

Hypomanie =
Manie =

Answer 14

Hypomanie = ~4 dagen, minder sociaal conflict
Manie = ~7 dagen, wel sociaal conflict

Question 15

Hoe komt tolerantie bij opioïden

Answer 15

upregulatie van adenylyl cyclase in de locus coeruleus

Question 16

Adaptieve afweer voorbeelden

Answer 16

• Anticiperen
• Beheersen
• Humor
• Sublimeren

Question 17

Neurotische afweer voorbeelden

Answer 17

• Rationaliseren
• Verdringingen
• Verschuiven
• Isoleren van affect

Question 18

Primitieve afweer voorbeelden

Answer 18

• Ageren
• Devalueren
• Externaliseren
• Ontkennen

Question 19

Persoonlijkheid stoornissen:
Cluster A

Answer 19

• Paranoide (angstig, op de hoede)
• Schizoide (weinig relaties, vlak, alleen)
• Schizotypische (vreemd, achterdochtig, ansgtig)

Question 20

Persoonlijkheid stoornissen:
Cluster B

Answer 20

• Borderline (verschillend, instabiel, onvoorspelbaar)
• Antisociale (agressief, prikkelbaar, slecht geweten)
• Theatrale (aandacht, overdrijven, drama)
• Narcistische (zelfbelang, onzekerheid, minderwaardigheid)

Question 21

Persoonlijkheid stoornissen:
Cluster C

Answer 21

• Ontwijkende (bang voor afwijzing en vernedering, verlegen)
• Afhankelijke (weinig zelfvertrouwen, onzeker)
• OCD (orde, regelmaat, zwart-wit)

Question 22

Prostaglandine E2 functie bij pijn

Answer 22

versterkt mediatoren in perifere nociceptoren

Question 23

Guillain Barré syndroom

Answer 23

• Beschadiging myelineschede
• Auto-immuun
• Acuut/ snel

Question 24

CGRP remmers tegen migraine werking

Answer 24

door vasodilatatie tegen te gaan in de dura mater -> minder n. trigeminus prikkeling

Question 25

Alzheimer kenmerken

Answer 25

Start met: - Geheugenproblemen, daarna verlies andere vaardigheden Verloop: - Klachten nemen in ernst toe Diagnose: - Boven de 65 jaar

Question 26

Vasculaire dementie kenmerken

Answer 26

Start met: - Traagheid in denken en spreken, vaak na tia's Verloop: - Begint plotseling, stapsgewijs, heeft goede periodes Diagnose: - Tussen de 65 en 75 jaar

Question 27

Lewy body dementie kenmerken

Answer 27

Start met: - Concentratie problemen, erna geheugen problemen, vaak ook lichamelijke problemen Verloop: - Klachten wisselen van moment tot moment, overall steeds ernstiger, wanen komen ook voor Diagnose: - Boven de 65 jaar

Question 28

Frontotemporale dementie kenmerken

Answer 28

Start met: - Verandering in sociaal gedrag, taal of bewegen, daarna pas geheugen Verloop: - Onvoorspelbaar, soms snel anderen traag achteruit Diagnose: - Tussen de 40 en 60 jaar

Question 29

Parkinson pathologie =

Answer 29

= Cellichamen van dopaminerge neuronen degenereren in de substantia nigra pars compta

Question 30

Cerebellaire tremor vs Parkinsons tremor

Answer 30

Cerebellair: - In actie - Intentie tremor - Met cerebellaire ataxie Parkinsons tremor: - In rust - Geen intentie tremor - Met Parkinsons symptomen

Question 31

Saccade =

Answer 31

= snelle oogbeweging

Question 32

Puls-stap response =

Answer 32

= PPRF (puls) snelle beweging naar nieuwe positie, PPH (stap) houdt het oog daar

Question 33

Deep Brain Stimulatie bij parkinson waar?

Answer 33

Nucleus Subthalamicus

Question 34

Medicatie tegen essentiële tremor

Answer 34

- Primidon - Clonazapam - Trihexyfenidyl

Question 35

Trias psychica =

Answer 35

Cognitief: - bewustzijn, aandacht, oriëntatie, waarneming, denken en geheugen Conatief: - psychomotoriek, motivatie, gerichte gedachten, spraak Affectief: - emoties

Question 36

Persisterende motorische-ticstoornis vs. Gilles de la Tourette

Answer 36

Persisterende motorische-ticstoornis = vocaal OF motorisch (niet beide tegelijk. Gilles de la Tourette wel beide tegelijk

Question 37

Obsessie =

Answer 37

= Een herhaalde gedachte, die als egodystoon ervaren wordt, tegen de wil van de patiënt in

Question 38

Medicatie delier

Answer 38

Haloperidol

Question 39

Priming =

Answer 39

= wanneer een stimulus een snellere of sterkere response oproept als deze stimulus eerder is waargenomen

Question 40

Medicatie tegen neuropathische pijn

Answer 40

- Co-analgeticum - Adjuvante analgeticum