Voeding en voedselopname Flashcards
(117 cards)
Gladde spieren van het GI tract worden geinnerveerd door het … zenuwstelsel
enterisch
Gladde spiercellen in het GI tract zijn verbonden via …
gap verbindingen
Peristaltiek
voorstuwing in de slokdarm en dunne darm
Segmentatie
mechanische vertering, menging van voedsel en contact met darmmucosa
Het enterisch zenuwstelsel bestaat uit 3 plexi:
- Plexus subserosus
vasomotoriek (buitenste laag)
Het enterisch zenuwstelsel bestaat uit 3 plexi:
- Plexus myentericus
motoriek (middelste laag)
Het enterisch zenuwstelsel bestaat uit 3 plexi:
- Plexus submucosa
secretie (binnenste laag)
Het spijsverteringskanaal wordt ge… door het sympatisch en ge… door het parasympatisch autonome zenuwstelsel
- remt
- stimuleert
Motiliteit van de mond
afbijten, kauwen en doorslikken
Secretie van de mond (+ hoeveelheid)
speeksel (1,5 L per dag)
Effecten van het autonome zenuwstelsel op de mond
Sympaticus: constrictie in kliervaten –> minder speeksel
Parasympaticus: hogere activieit: wegvallen van sympaticus + kallikriene productie –> bradykinine –> vaatverwijding
De opening van de gastro-oesofageale sfincter wordt gestimuleerd door
De peristaltiek
Wat gebeurd er bij GORZ?
Door de opening van de gastro-oesofageale sfincter komt de maaginhoud incl. HCl terug omhoog dor de secundaire peristaltiek.
Onderdelen van de maag:
- Cardia
- Fundus
- Corpus
- Antrum pyloricum
Het proximale deel van de maag (bestaat uit …) heeft de volgende spierspanning:
(fundus + 1/3 deel corpus)
continue tonus, af en toe relaxatie
Mucous cellen in het simpel columnar epitheel van het maagslijmvlies (5)
- maagslijmcellen
- halsslijmcellen
- hoofdcellen
- parietale cellen
- enteroendocriene cellen
Wat produceren halsslijmcellen
slijm (in de maag); rijk aan bicarbonaat
Wat produceren hoofdcellen?
Pepsinogeen (inactief pepsine –> activeert zichzelf)
Gastrisch lipase
Wat produceren parietale cellen?
Zoutzuur (HCl) (--> pH daalt) Intrinsic factor (voor absorptie van VitB12 in de dunne darm)
Waarvoor gebruiken pariëtale cellen:
- CO2
- H2O
- Cl-
- K+
- H+
- komt uit de interstitiële vloeistof; vormt met H2O –> H2CO3.
- zit in de cel; na vorming van H2CO3 staat het een H+ af.
- wordt uit de interstitiële vloeistof gepompt met de HCO3-/Cl- pomp (HCO3- gaat dan de cel uit); komt daarna in het lumen.
- wordt de cel ingepompt met H+-K+-ATPase; voor aandrijving van de pomp kan het vrij de cel weer uit.
- wordt de cel uit gepomt –> vormt met Cl- HCl
Welke enteroendocriene cellen zijn er?
- G-cellen
- ECL-cellen
- D-cellen
Wat produceren G-cellen?
Gastrine –> stimulatie van hoofdcellen, pariëtale cellen en ECL
Wat produceren ECL-cellen?
Histamine –> stimulatie G-cellen en vorming HCl
Wat produceren D-cellen?
Somatostatine (een groei- en activiteitremmend hormoon)