W5 HC.2 COVID-19: afweer en besmettelijkheid Flashcards

1
Q

Vragen bij een virale spillover

A
  1. Wat is de oorzaak?
  2. Waar komt het vandaan?
  3. Hoe ver is het verspreid?
  4. Hoe ernstig is de ziekte?
  5. Is het besmettelijk?
  6. Zijn mensen (deels) beschermd?
  7. Hoe is het te stoppen?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Werkingsmechanisme SARS-CoV-2?

A

Het bindt met zijn spike-eiwitten aan ACE2 op zijn targetcel. Het migreert dan de cel in, vermenigvuldigt zich en laat nieuwe viruspartikels vrijkomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar richt vaccin SARS-CoV-2 zich op?

A

Antistoffen maken tegen spike-eiwitten, waardoor deze de spike-eiwitten bezetten en binding aan ACE2 niet mogelijk is waardoor de replicatie stopt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Soorten vaccins?

A
  • Levend verzwakt virus -> nadeel: mensen met lage weerstand kunnen hier alsnog erg ziek van worden
  • Dood virus: het gekweekte virus kan niet meer repliceren, nadeel: Ag komt niet intracellulair en dus ook niet op MHC-moleculen van cellen
  • mRNA-vaccin: mRNA van het spike-eiwit wordt in het lichaam gespoten, hierdoor maakt het lichaam zelf de spike-eiwitten aan en worden hier antistoffen tegen gemaakt. Hierdoor ontstaat er ook een T-cel respons.
  • Niet-replicerende virale vector: kapot gemaakt adenovirus kan de cel nog wel in, maar niet meer repliceren. Kan wel gebruikt worden bij patiënten met verzwakt immuunsysteem en brengt spike eiwitten tot expressie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Beloop COVID-19?

A

Stadium 1: vroeg infectie
Met name virale replicatie, meestal weinig tot geen symptomen.
-> virusdetectie door RT-PCR

Stadium 2: pulmonale fase
Ook nog virale replicatie, maar nu zijn de longen aangedaan waardoor pneumonie ontstaat en bijhorende klachten zoals dyspnoe.
-> op X-thorax zijn opaciteiten te zien en op CT matglas

Stadium 3: hyperinflammatoire fase
Pneumonie, spsis, respiratoir falen. Gaat vaak samen met cytokinenstorm en mortaliteit. In deze fase moet immuunsysteem worden geremd, ondanks aanwezigheid infectie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke factoren bepalen de duur van besmettelijkheid?

A
  • Duur van symptomen
  • Virale RNA-load
  • Aanwezigheid van neutraliserende antistoffen in het bloed
  • Immuunstatus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly