Week 1 Flashcards
(61 cards)
Waar komt de bruine kleur van ontlasting vandaan?
Vanuit gal
In welke 2 groepen zijn afwijkingen in MDL in te delen?
Slijmvliesafwijkingen en motiliteitsafwijkingen
Wat is achalasie?
Een onderste slokdarmsfincterspasme, eten zakt niet verder dan onderste gedeelte oesophagus en komt er daarna weer helemaal uit.
Door welke bacterie wordt maagzweer veroorzaakt?
Helicobacter pylori
Wat is het syndroom van Boerhaave?
Een slokdarmperforatie, vaak door corpus alienum
Hoe beweegt het kaakgewricht tijdens opening?
Hij draait en schuift naar achter
Welke kauwspieren worden gebruikt bij depressie van de kaak?
Twee tongbeen (hyoid)spieren en m. pterygoideus lateralis
Welke spieren worden gebruikt bij elevatie van de kaak?
m. masseter en m. temporalis + m. pterygoideus medialis
Welke spieren in kaak worden gebruikt bij protractie?
m. pterygoideus lateralis en medialis
Welke spieren in de kaak worden gebruikt bij retractie?
Achterste deel m. temporalis
Welke 3 grote speekselklieren zijn er?
- Glandula parotides
- glandula submandibularis
- Glandula sublingualis
Door welk gedeelte van het zenuwstelsel worden speekselklieren aangestuurd?
Parasympathicus (rest and digest)
Door welke zenuwen wordt de voorkant en welke de achterkant van de tong geïnnerveerd?
Voorkant: gevoel door n. lingualis en smaak n. facialis.
Achterkant: smaak en gevoel door n. glossopharyngeus
Door welke zenuw worden alle tongspieren geïnnerveerd?
n. hypoglossus
Door welke zenuwen worden de speekselklieren geïnnerveerd?
n. facialis en n. mandibularis
Door welke zenuw worden de kauwspieren geïnnerveerd?
n. mandibularis
Waar in het lichaam vind je Peyer’s patches?
Ileum
Waar in het lichaam vind je plicae circulares?
Jejunum
Welke heeft grotere vasa recta? Jejunum of ileum?
Jejunum
Wat is de algemene structuur van lagen van de tractus digestivus?
- Mucosa
- Submucosa
- Muscularis
- Serosa (*adventitia)
Welk type epitheel vind je vooral in de mondholte en oesophagus?
Plaveiselcelepitheel
Welke papillen zorgen op de tong voor smaak en welke papil zorgt voor transport?
Smaak: fungiformis, circumvallata, foliata
Transport: filiformis
Welke organen en structuren liggen intraperitoneaal?
- Maag
- Ileum
- Jejunum
- Colon transversum en sigmoideum
- Lever
- Milt
- Staart van de pancreas
Welke organen en strucuturen liggen (secundair) retroperitoneaal?
- Duodenum
- Colon ascendens en descendens
- Pancreas (behalve staart)
- Nieren