Week 1 - psychiatrisch onderzoek

Question 1

Hoeveel van pt met psychische aandoening verbergt dit

Answer 1

66%

Question 2

Diagnostiek psychiatrie (volgorde)

Answer 2

Anamnese:
- Reden van komst
- Voorgs
- Speciele anamnese
- Algemene psychiatrische anamnese (tractus mentalis)
- Somatische anamnese (> 40 jaar)
- Intoxicaties
- FA
- Sociale en biografische anamnese
Hetero-anamnese
Ontwikkelingsanamnese (bij kind)
Psychiatrisch onderzoek (status mentalis)
LO en evt AV

Question 3

Wat welke somatiek word je somber (3x)

Answer 3

Hypothyreoidie, Parkinson, Tinitus

Question 4

Trias psychica

Answer 4

Cognitief = denken
Affectief = voelen
Conatief = willen, gedrag, motivatie

Question 5

Eerste indruk

Answer 5

Uiterlijk
Verzorging
Inschatting leeftijd
Contactgroei en wederkerigheid
Oogcontact
Klachtenpresentatie
Gevoelens en reactie van onderzoeker

Question 6

Cognitief

Answer 6

Bewustzijn
Aandacht
Concentratie
Oriëntatie (tijd, persoon, plaats)
Geheugen
Intelligentie
Ziektebesef
Ziekteinzicht
Waarneming
Denken (tempo, vorm, inhoud)

Question 7

Affectief

Answer 7

Stemming
Affect

Question 8

Conatief

Answer 8

Psychomotoriek
Motivatie en gedrag
Impulsiviteit
Suïcidaliteit (gedachten, wensen, plannen)

Question 9

ADHD wat is gestoord (cognitief)

Answer 9

Aandacht

Question 10

Depressie wat is gestoord (cognitief)

Answer 10

Geheugen

Question 11

Delier wat is gestoord (cognitief)

Answer 11

Wisselend bewustzijn

Question 12

Hallucinatie definitie en wat is gestoord

Answer 12

Zintuiglijke waarneming, zonder externe prikkel
Waarneming gestoord

Question 13

Illusionaire vervalsing

Answer 13

Prikkel is aanwezig, maar je denkt dat het wat anders is

Question 14

Denken tempo

Answer 14

Bradyfreen, normofreen, tachyfreen

Question 15

Denken vorm (samenhang)

Answer 15

Incoherent
Tangentialiteit (langs vraag praten)

Question 16

Waan def

Answer 16

Persoonlijke, fundamentele overtuigingen die in strijd zijn met de werkelijkheid en niet corrigeerbaar zijn, ondanks afdoende bewijs van het tegendeel

Question 17

Soorten wanen

Answer 17

Betrekking
Beïnvloeding
Grootheid
Somatisch
Nihilistisch

Question 18

Denken inhoud

Answer 18

Wanen
Preoccupaties
Dwanggedachten

Question 19

Stemming (affect)

Answer 19

= grondtoon van het gevoelsleven
- Manie
- Hypomanie
- Eufoor
- Normofoor
- Somber
- Depressief
- Dysfoor: wantrouwig, prikkelbaar, agressief

Question 20

Affect (affect)

Answer 20

= waarneembare reactie op de emotie
- Vlak
- Labiel
- Incongruent
- Normaal modulerend

Question 21

Klachtpresentatie (eerste indruk)

Answer 21

• zakelijk
• onverschillig
• klagend
• appellerend
• verwijtend
• aggreverend (erger maken dan het is)

Question 22

Bewustzijn (cognitie)

Answer 22

• somnolent (slaperig)
• helder
• vernauwd
  -> bij twijfel EMV score doen

Question 23

Aandacht (cognitie)

Answer 23

Trekken en behouden

Question 24

Concentratie (cognitie)

Answer 24

Gestoord of ongestoord

Question 25

Geheugen (cognitie)

Answer 25

• Anterograad
• Retrograad

Question 26

Intelligentie (cognitie)

Answer 26

Scoren obv opleidingsniveau

Question 27

Ziekte-besef (cognitie)

Answer 27

Weten dat je ziek bent

Question 28

Ziekte-inzicht (cognitie)

Answer 28

Snapt noodzaak tot behandelen

Question 29

Waarneming (cognitie)

Answer 29

Hallunicaties:
- auditief
- visueel
- olfactoir (geur)
- tactiel (voelen)
- gustatoir (smaak)

Question 30

Denken (cognitie) tempo

Answer 30

• bradyfreen
• normofreen
• tachyfreen

Question 31

Denken (cognitie) samenhang

Answer 31

• coherent
• incoherent
• tangentialiteit (langs de vraag heen praten)

Question 32

Denken (cognitie) inhoud

Answer 32

• wanen
• preoccupaties (gefocust op 1 ding)
• dwanggedachten

Question 33

Psychomotoriek (conatief)

Answer 33

• tics, dwanggedachten, katatonie, plukkerig
• druk, traag
• mimiek
• intonatie stem