Week 10 Flashcards
(4 cards)
Functioneel daderschap stappen
=fysieke gedraging personeel wordt functionele gedraging rechtspersoon
- Daderschap -> IJzerdraad-criteria
> Beschikken
> Aanvaarden - Aansprakelijkheid -> Opzet/schuld bij de functionele dader zelf (toets je alleen bij misdrijven)
Strafbaarheid van de rechtspersoon stappen
(een vorm van functioneel daderschap; kijken of rechtspersoon verantwoordelijk kan worden gehouden voor een strafbaar feit dat door een natuurlijk persoon is gepleegd)
> Art. 51 Sr (2)(sub 2)
- Rechtspersoon?
- Normadressaat? (kan het feit worden begaan door een rechtspersoon?; bijna alle delicten wel, alleen kwaliteitsdelicten of strafrechtelijk vervolgen van ambtenaar)
> Op deze twee zal het nooit stranden - Daderschap? (adhv Drijfmest)
> Criterium van de redelijke toerekening
> Afhankelijk van de omstandigheden van het geval
> In de sfeer van de rechtspersoon (4 omstandigheden)
A) Het gaat om een handelen of nalaten van iemand die hetzij uit hoofde van een dienstbetrekking hetzij uit anderen hoofde werkzaam is ten behoeve van de rechtspersoon
B) De gedraging past in de normale bedrijfsvoering van de rechtspersoon
C) De gedraging is de rechtspersoon dienstig geweest in het door hen uitgeoefende bedrijf(heeft de rechtspersoon hier baat bij heeft gehad; vaak financieel voordeel)
D) IJzerdraadcriteria (beschikken en aanvaarden)
- Aansprakelijkheid? (bij misdrijven)
> Opzet/culpa af te leiden uit bepaald klimaat, beleid of feitelijke gang van zaken
> Opzet/culpa van natuurlijke personen aan de rechtspersoon toe te rekenen
(Combinatie van beide)
Feitelijk leidinggeven stappen
> Art. 51 (2) (sub 2)
Bijzondere deelnemingsvorm (week 8)
- Heeft de rechtspersoon een strafbaar feit begaan (Accessoriteit)
> Stap 1-3 vorig schema - Kan worden bewezen dat verdachte aan die gedraging feitelijk leiding heeft gegeven?
- Actief
- Passief
- Dubbel opzet (hier ook bij culpoze feiten aan beide vereisten voldoen -> niet kijken opzet op culpoze delict zelf maar gedraging die daar vooraf aan is gegaan)
> Opzet op feitelijk leidinggeven
> Opzet op door rechtspersoon begane grondfeit
-> samennemen: opzet op het begaan van de verboden gedraging door de rechtspersoon
Welke argumenten uit de voorgeschreven literatuur en het verhandelde in het hoorcollege pleiten naar uw mening vóór en welke tegen de erkenning van de rechtspersoon als volwaardig rechtssubject in het strafrecht?
Voorargumenten:
- Hier worden ook onschuldigen geraakt, de families etc.
- Rechtspersoon heeft een belangrijke rol in de maatschappij dus is geen fictie meer
Tegenargumenten:
- Bestaande straffen zijn vaak ongeschikt (vrijheidsstraffen bijv.)
- Onschuldige personen kunnen geraakt worden (reorganisaties door boetes aan bedrijf)
Rechtspersoon is een fictie; kan geen eigen wil vormen