Week 9 Flashcards

(21 cards)

1
Q

Plaatsbepaling

A
  • Situatie: op één historische gedraging (d.w.z. één feitencomplex) kunnen meerdere strafbaarstellingen worden toegepast
  • T.g.v. overlap tussen delictsomschrijvingen
  • T.g.v. ruime delictsomschrijvingen
  • T.g.v. toepasselijkheid algemene leerstukken
  • Hoe onevenredige aansprakelijkstelling en onevenredige bestraffing te voorkomen?

> Beginsel van ne bis in idem (art. 68 Sr) -> ongelijktijdig; vervolgingsbeslissing (mag je iemand nog een keer vervolgen), gericht tot het OM, nadruk op voorkomen onevenredige meervoudige aansprakelijkstelling

> Samenloopregeling -> gelijktijdig; straftoemeting (wat betekent het voor de maximum straf), gericht tot de rechter, nadruk op voorkomen onevenredige bestraffing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Belang van het feitsbegrip

A
  • Verscheidene perspectieven mogelijk:
  • Feitelijk perspectief -> gedraging na tijd, plaats en waarneembaarheid hetzelfde, dan is er één strafbaar feit, perspectief van het materiële gebeuren
  • Normatief perspectief -> juridische perspectief, wat is de strafrechtelijke betekenis van wat er is gebeurd
  • Gecombineerd perspectief
  • Naar geldend recht: gecombineerde toetsingsmaatstaf

NB: Invulling in kader ne bis in idem vs. samenloop niet identiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Feitsbegrip in de context van het ne bis in idem-beginsel

A
  • Het beginsel van ne bis in idem
  • Uitgangspunt van een behoorlijke strafrechtspleging
  • Thans bovendien een fundamenteel recht (zie bijv. art. 50 HGEU)
  • Lites finiri oportet (= op een keer moet de vervolging wel stoppen)
  • In EU-verband: beginsel van wederzijdse erkenning
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welk feitsbegrip?

A
  • HR: gecombineerde toetsingsmaatstaf (NJ 2011/394, zie m.n. r.o. 2.8 en 2.91-2.9.2)
    > Zowel feitelijk als materieel als het juridische gebeuren moet worden meegenomen, als uitgangspunt kijken naar tijd, plaats en waarneembaarheid of die een eenheid vormen want dit geeft een indicatie dat er sprake is van één feit (hoeft niet doorslaggevend te zijn) kijken naar strekking delictsomschrijving: verschil in beschermende rechtsgoederen en strafmaxima. Vuistregel: sprake van een aanzienlijk verschil in juridische aard en gedragingen kan er niet andermaal worden vervolgd.
  • Betekenis voor art. 313 Sv
    > In hoger beroep wordt de tenlastelegging gewijzigd, zolang sprake blijft van hetzelfde feit -> arrest 2011: in woning verdachte voorwerpen gevonden die wijzen op voorbereiding illegale drugshandel, OvJ wilde in hoger beroep wijzigen want wilde ook witwassen in de tenlastelegging, kan alleen als er sprake blijft van hetzelfde feit, hof wijst dit toe want ook na wijziging blijft sprake van hetzekfde feit want zodanige mate van verwantschap dat beide gedragingen deel uitmaken van een hetzelfde materiele feitencomplex -> heel feitelijk perspectief, is in het kader van 313 Sv nadelig voor de verdachte maar in een ander art. van Sr wel positief, HR casseert en nadruk zit op groot verschil juridische aard van de feiten: heel ander rechtsgoed beschermt, moet terug naar het hof die moet het over doen
  • Relevantie Europese rechtspraak
  • Maatstaf HR verenigbaar met Europese maatstaven?

“…identical facts, or facts which are substantially the same”
(EHRM in Zolothukin t. Rusland, NJ 2010/36)

“Het relevante criterium voor de toepassing van dit artikel [is] de gelijkheid van de materiële feiten […], begrepen als het bestaan van een geheel van feiten die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, ongeacht de juridische kwalificatie van deze feiten of het beschermde rechtsbelang.” (HvJ EU in Van Esbroeck)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Feitsbegrip in de context van de samenloopregeling

A
  • De samenloopregeling
    -> Tweeledig doel
    -> Van toepassing bij gelijktijdige berechting meerdere strafbare feiten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Drie vormen van samenloop: -> art. 55/57 Sr

A
  • Meerdaadse samenloop
  • Eendaadse samenloop -> vervult meerdere delictsomschrijvingen maar er is maar een verwijt; absorptie: maar één strafmaximum; geen cumulatie; bijv. verdachte die dmv bedreiging een ander van zijn vrijheid berooft
  • Voortgezette handeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welk feitsbegrip?

A
  • Gecombineerde toetsingsmaatstaf, maar:
  • grotere rol voor juridische aard (normatief perspectief) t.o.v. feitsbegrip ne bis in idem
  • Alhoewel enigszins uiteenlopende strekking vaststelling ‘hetzelfde feit’ niet blokkeert (r.o. 2.8 overzichtsarrest samenloop)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Verschil EHRM en HR

A
  • EHRM gaat uit van feitelijke
  • HR van combinatie
  • Voorkeur: in gaan op voordelen en nadelen van alleen het feitelijke
    > Voordelen: draagt bij aan rechtseenheid (iedereen hetzelfde zaken beoordelen), vanuit rechtsbeschermende perspectief voor verdachte voordeliger als je er alleen feitelijk naar kijkt, want met combinatie kijk je toch ook naar feitelijk maar dan kan het normatieve nog afzwakken

> Nadeel: vervolgingsbeletsel openbaar ministerie (want bij combi kom je er eerder achter dat het niet hetzelfde feit is dat je dus vaker kan veroordelen), verdachte nadeel als tijdens onderzoek OvJ verzoek doet tot wijziging en wijziging kan alleen maar in je nadeel werken voor verdachte

  • Bij wijziging heb je als verdachte GEEN VOORDEEL bij dat het hetzelfde feit is en bij ne bis in idem WEL
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Art. 68 niet meer van toepassing als er eerst een bestuursrechter naar heeft gekeken, moet allebei strafrechter zijn

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Naar welk perspectief kijk je bij art. 68 Sr?

A

Bij art. 68 Sr kijk je naar een gecombineerd perspectief -> overzichtsarrest ne bis in idem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Naar welk perspectief kijk je bij art. 50 Handvest?

A

Bij art. 50 Handvest kijk je naar een feitelijk perspectief -> EHRM en HVJ van oordeel dat je wegens rechtsbescherming van de verdachte er alleen op basis van het recht naar moet kijken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Voor wijziging kijk je ook naar of je na het wijzigen van de tenlastelegging nog steeds kijkt naar hetzelfde feit aan de hand van art. 68 ne bis in idem -> overzichtsarrest ne bis in idem

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Overzichtsarrest ne bis in idem:

A
  • HR ziet wel zeker nut in gecombineerd perspectief
  • Artikelen in dit arrest zijn genoemd zijn de ne bis in idem bepalingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Feitelijk perspectief toetsen

A

> Aard en kennelijke strekking

> Tijd, plaats omstandigheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Normatief perspectief toetsen

A

> Rechtsgoederen
Strafmaxima

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Combinatie perspectief

A

Eerst moet aan feitelijk zijn voldaan voordat je naar normatief kijkt, dat kan dat verder onderbouwen of ontkrachten

17
Q

Ne bis in idem = aanzienlijk feit
> Anders dan bij samenloop

18
Q

Als ergens in casus staat EU recht is geimplementeerd komt handvest dus ten sprake en kijk je dus alleen naar FEITELIJK perspectief met toetsen

19
Q

Schema eendaadse samenloop, voortgezette handeling en meerdaadse samenloop

A

Eendaadse samenloop:
- Verwijt: 1
- Gedraging: 1

Voortgezette handeling:
- Verwijt: 1
- Gedraging: meerdere

Meerdaadse samenloop:
- Verwijt: meerdere
- Gedraging: meerdere

20
Q

Bij samenloop hanteer je altijd een combinatie perspectief

21
Q

Artikelen eendaadse samenloop, voortgezette handeling en meerdaadse samenloop

A
  • Eendaadse samenloop -> Art. 55 (1): absorptie stelsel = één strafmaximum wordt opgelegd en dat is de zwaarste
  • Voortgezette handeling -> Art. 56 (1): absorptie stelsel
  • Meerdaadse samenloop -> Art. 57 (2): plafond