week 13 Flashcards

(138 cards)

1
Q

Functies huid

A
  • Barrière-functie
  • Temperatuurhuishouding (transpireren en open/dicht bloedvaatjes)
  • Opslag energie
  • Omzetten vitamine D
  • Stootkussen
  • Intermenselijk contact
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

3 lagen van de huid

A
  • Epidermis
  • Dermis
  • Subcutis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Epidermis

Opbouw

A
  • Opgebouwd uit vooral keratinocyten en melanocyten
  • Migreren steeds omhoog en differentiëren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Melanocyt

A
  • Ieder mens heeft ongeveer evenveel melanocyten
  • Bij donkere huid heb je meer melanosomen en grotere melanosomen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Albinisme

A

Maak je geen melaninepigment aan

Veel kans op huidkankers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Dermis

Opbouw

A
  • Overgang epidermis-dermis: basale membraan
  • Papillen: stevigheid
  • Bloedvaten: temperatuur
  • 1-3 mm dik
  • Gibroblasten: ‘‘tussenstof’’
  • Adnexen (huidaanhangsels: nagels en haar)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Dermale matrix

Opbouw en functie

A

Fibroblasten
- Collageenvezels (trekvast)
- Elastinevezels (rekbaar)

Stevigheid, soepelheid en volume

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Dermis functie

A
  • Mechanische bescherming
  • Thermoregulatie
  • Aanvoer voedingsstoffen/ zuurstof
  • Aanvoer ontstekingscellen
  • Pijn- en tastzin
  • Aanvoer keratinocyten en melanocyten bij wondherstel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Opbouw subcutis

A
  • Vnl. vetcellen = lipocyten
  • Netwerk van bindweefsel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

PROVOKE

A
  • Plaats
  • Rangschikking
  • Omvang
  • Vorm
  • Omtrek
  • Kleur
  • Efflorescenties (=bloeiwijze)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Lijnscherp begrensd

Voorbeeld

A
  • Kan met een pen omtrekken
  • Vitiligo
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Scherp begrensd

Voorbeeld

A

Duidelijk waar aandoeing begint

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Groepen van Darier

A
  1. Erytheem
  2. Papuleuze dermatomen
  3. Erythemato(papulo)squameuze deramtosen
  4. Eczemen
  5. Vesiculo(bulleuze) dermatosen
  6. Pustuleuze dermatosen
  7. Tumoren en zwellingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Lichenificatie

Efflorescenties

A

Vergroving van het huidreliëf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Voordelen van littekenvorming tov. regeneratie

A
  • Littekenvorming gaat sneller
  • Minder kans op invloeden van buitenaf als het eerder dicht is
  • Betere bescherming door snellere genezing
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Fasen van wondgenezing (3)

A
  • Inflammatoire fase
  • Proliferatieve fase
  • Remodelleer fase
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Inflammatoire fase

In wondgenezing

A
  • Duur: tot maximaal 2 weken
  • Vasculaire respons (bloedstelping) en cellulaire respons (invasie in wond, fagocytose van micro-roganismen, debridement van necrose, aantrekken van fibroblasten en vaatingroei)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Proliferatieve fase

In wondgenezing

A
  • Duur: tot maanden
  • Re-epithelialisatie huid-oppervlak, neoangiogense, anastomosering aan pre-existente vaten, koppelen van vaten in wondgebied, vorming van granulatieweefsel en wondrandcontractie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Remodelleer fase

In wondgenezing

A
  • Duur: tot een jaar of zelfs langer
  • Herschikken van collageenvezels en atresie van bloedvaatjes
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wanneer is er sprake van vertraagde genezing bij wonden?

A

Als er geen anatomische integriteit is binnen drie maanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Differentiaaldiagnose bij chronische wonden

A
  • Vasculaire aandoeningen
  • Neuropathisch
  • Metabole aandoeningen
  • Hematologisch
  • Exogeen
  • Maligniteit
  • Infectie
  • Medicatie-gerelateerd
  • Genetisch defect
  • Huidaandoeningen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Huiduitslag bestaat vnl. uit ? bij exantheem

A
  • Macula
  • Papels
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Morbilliform

A

Grofvlekkige uitslag

Vb. mazelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Rubelliform

A

Fijnvlekkerige uitslag

Vb. rubella

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Enantheem
Uitslag op slijmvliezen
26
Oorzaken van **exantheem**
- Infecties - Niet-infectieus: allergie, auto-immuun, vasculitiden - Overig (bv. door geneesmiddelen)
27
Voor juiste diagnose stellen bij exantheem is volgende anamnese nodig
- Leeftijd - Voorafgaande contacten met een besmettelijke ziekte - Vaccinatiestatus - Seizoensinvloed - Exanthematische ziekten in de voorgeschiedenis - Gebruik van geneesmiddelen - aanwezigheid van koorts - Bijkomende klachten en symptomen
28
Klassieke exanthemen | 1e-6e ziekte + geen nummer
**1e ziekte**: mazelen/ morbilli **2e ziekte**: Roodvonk/ scarlatina **3e ziekete**: Rode hond/ rubella **5e ziekte**: erythema infectiosum **6e ziekte**: Exanthema subitum / Roseola infantum **Geen nummer**: Waterpokken/ varicella
29
Mazelen | Beloop
- Virale infectie - Veroorzaakt door: **paramyxovirus** - Aerogeen respiratoire verspreiding - 8-14 dagen incubatie
30
Symptomen **mazelen**
- Koorts - Conjunctivitis - Rhinitis - Hoesten - Exantheem begint vaak na 3-7 dagen - **Enantheem** (witte vlekken in mond)
31
Pathogonomisch betekenis
Symptoom wat kenmerkend is voor een bepaalde ziekte
32
Risicogroepen voor het ontwikkelen van mazelen
- Kinderen < 1 jaar - Pasgeborenen van niet-immune moeders
33
Diagnostiek mazelen
IgM-antistoffen
34
Mazelen dient binnen ? tijd gemeld te worden
Constatering/ vermoeding van de mazelen dient binnen **24 uur** gemeld te worden | Meldingsplichtige ziekte groep B2
35
Roodvonk | Beloop
- Bacteriële infectie (bèta-hemolytische streptokok) - Voorkeursleeftijd 2-10 jaar - Incubatietijd van 2-7 dagen - Aerogene respiratoire verspreidingsroute - Besmettelijk vóór aanvang van eerste klachten totdat huidafwijkingen verdwenen zijn
36
Symptomen roodvonk
- Abrupte koorts - Tekenen van keelontsteking - Gezwollen cervicale klieren - Puntvormig rood en ruw exantheem vanaf vorst naar gehele lichaam
37
**"Narcosekapje''** betekenis bij roodvonk
Driehoek rondom mond en neus geen huiduitslag
38
Enantheem roodvonk
- Beslag op tonsillen - Rode farynxbogen - Frambozentong/ aardbeientong - Eerst witte tong, daarna rood dik en bobbelig
39
Risicogroepen voor **roodvonkinfectie**
- Kinderen met anatomische afwijkingen in KNO-gebied - Kinderen met syndroom van Down
40
AB bij roodvonk geïndiceerd bij
- Ernstig zieke kinderen - Peritonsillair abces - Dreigende dehydratie - Verminderde afweer - Anatomische afwijkingen - Meerdere gevallen van roodvonk (GGD advies)
41
Rubella | Beloop
- Virale infectie - Voorkeursleeftijd 6-12 jaar - Incubatietijd 23 dagen - Aerogene respiratoire verspreidingsroute - Infecteert lymfoïde weefsel van nasopharynx en bovenste luchtwegen - Verspreidt systemisch naar meerdere organen
42
Symptomen **rubellavirus**
- Bovenste LWI - Karakteristieke lymfadenopathie (ontstaat 1 dag vóór exantheem) - Evt. gewrichtsklachten
43
Hoe is het exantheem van rubella
- Kleinvlekkig en maculopapuleus - Beginnend in gelaat later verspreid naar romp - Begint maculopapulair, hierna confluerend tot grotere vlekken
44
Enantheem van rubella
Kleine rode vlekjes op palatum molle
45
Risicogroepen rubella
- Zwangeren (vnl. eerste trimester) - Hierdoor kan **congenitaal rubella syndroom** ontstaan
46
Mogelijke complicaties rubella
- Trombocytopenische purpura - Encefalitis - Guillain-Barré syndroom
47
Diagnostiek rubella
Via IgG-antistoffen tegen rubellavirus
48
Meldingsplichtigheid rubella?
In groep B2 | Binnen 24 uur constatering/ vermoeden melden
49
Erythema infectiosum | Beloop
- Virale infectie met het humaan parvovirus B19 - 4-10 jaar voorkeursleeftijd - Incubatietijd 7-21 dagen - Aerogene respiratoire verspreidingsroute (soms via handen) - Seizoensgebonden
50
Symptomen erythema infectiosum
- Koorts - Algehele malaise - Gewrichtspijnen (soms)
51
Exantheem van erythema infectiosum | Hoe ziet het er uit?
- Roze/ rood - Fijnvlekkig - Wegdrukbaar - Maculopapuleus - Vooral in gelaat (vlindervormig) - Strekzijde van de ledematen - Soms op billen en romp - Scherp begrensd in begin, later confluerend met **guirlandes** - Slapped cheeks | GEEN ENANTHEEM
52
Risicogroepen voor erythema infectiosum (de vijfde ziekte)
- Niet immune zwangeren
53
Complicaties van de vijfde ziekte (eryhtema infectiosum)
- **Aplastische crise** bij patiënten met chronische hemolytische anemie - **Intra-uteriene vruchtdood**/spontane abortus bij infectie bij zwangeren binnen 20 weken
54
Exanthema subitum | Beloop
- Virale infectie met humaan herpesvirus type 6 - Voorkeursleeftijd 3m - 3 jaar - Incubatietijd 5-14 dagen - Aerogene respiratoire route verspreiding
55
Symptomen exanthema subitum (zesde ziekte)
- Abrupt hoge koorts (40 graden) - Hierna kortduren fijnvlekkig exantheem - Kleine roze lenticulaire vlekjes - Licht confluerend, beginnend op de romp, en later op ledematen
56
Het exantheem van de zesde ziekte kan gepaard gaan met
- Milde bovenste luchtweginfectie - Otitis media - Koortsconvulsies en/ lymfadenopathie | GEEN ENANTHEEM
57
Waterpokken (varicella) | Beloop
- Virale infectie (veroorzaakt door: varicella zoster virus) - 0-4 jaar voorkeursleeftijd - Incubatietijd van 1-21 dagen - Aerogene respiratoire & huidlaesies verspreidingsroute - Hoog besmettingsrisico
58
Symptomen waterpokken
- (lichte) koorts - Malaise - Exantheem met jeukklachten - Maculae in de romp, gelaat en behaarde hoofdhuid - Gaan over in papels en daarna vesikels - Vesikels gaan kapot en drogen in met crustae (jeuk)
59
Enantheem waterpokken
Vesikels of ulcera op mondslijmvlies
60
Risicogroepen waterpokken
- Immuungecompromiteerde zwangeren - Pasgeborenen - Zwangeren - Kan evt leiden tot **congenitaal varicella syndroom**
61
Diagnose waterpokken
- Vooral klinisch - Op inidcatie PCR uit de blaasjes of serologisch onderzoek naar IgG
62
Ziekte van Behcet
- Vasculitis (komt voor in zowel grote als kleine vaten) - Auto-inflammatoire ziekte
63
Typische klachten bij de ziekte van Behcet
- Pijnlijke orale aften - Pijnlijke genitale zweren - Pijnlijke pustels
64
Meest voorkomende locaties op lichaam ziekte van Behcet
- Oog - Huid - Genitaliën - TD
65
DD bij orale aften
- Orale afteuze stomatitis - Syfillis - HSV - EBV - SLE - Crohn - Lichen planus - Pemphigus - Trauma
66
Major criteria **ziekte van Behcet**
Minimaal drie keer per jaar orale zweren
67
Neuro-Behcet
- Parenchymale CNS-betrokkenheid inclusief hersenstam en ruggenmerg (soms meningoencefalitis) - Non-parenchcymale betrokkenheid (neurovasculaire Behcet): sinus trombose, arteriële occlusie/ aneurysma's
68
Pathofysiologie ziekte van Behcet
- APC's staan centraal in proces - Activatie door triggers (auto-antigenen, superantigenen, virale/bacteriële antigenen) - Regulatiestoornissen, productie van pro-inflammatoire cytokinen - Stimulatie van T-celcompartiment en neutro's - Neutro's zorgen voor psoitief worden van **pathergietest** - Associatie met HLA-B51
69
Toegepaste geneesmiddelen bij **ziekte van Behcet**
- **Thalidomide** (grijpt in op DNA) - **Prednison** (andere corticosteroïd): remmen T-cellen - **Colchicine**: remmen neutrofiele granulocyten
70
**Thalidomide**
- TNF-alfa remmer - Grijpt in op **angiogenese** | Indicaties: lepra, MM, kaposi sarcoom, auto-immuunziekten
71
DD bij **secundaire Reynaud**
- Sclerodermie - Reumatologische aandoeningen - Vasculitis - SLE - Sjögren
72
Waarom wordt **prednison** niet gegven bij systemische sclerodermie?
Kans op acuut nierfalen
73
Behandeling long-betrokkenheid bij **systemische sclerose**
- Mycofenolzuur (CellCept) - Cyclofosfamide - Directe fibrose remmers
74
3 processen die centraal staan bij systemische sclerose (sclerodermie)
- Immuuncelactivatie - Endotheeldysfunctie (-> vasculopathie) - Fibrosering (-> orgaandisfunctie)
75
Immuuncelactivatie | Bij sclerodermie
Leidend tot productie van **auto-antistoffen en inflammatie** ## Footnote Het patroon van het soort auto-antistof kan voorspellend zijn voor welke organen aangedaan zullen raken
76
**Scl-70** productie bij sclerodermie
Interstitial lung disease
77
**Th/To** productie bij sclerodermie
Pulmonale HT
78
**PM-Scl75** productie bij sclerodermie
Myositis
79
Hoe kan **vasculopathie** bij sclerodermie zich uiten?
- Vasoconstrictieve complicaties - Vasodilaterende complicaties
80
Vasoconstrictieve complicaties bij sclerodermie
- Fenomeen van Raynaud - Pulmonale arteriële HT
81
Vasodilaterende complicaties bij sclerodermie
- Teleangiëctasieën - Watermeloenlaag
82
Digitale ulcera | Ontstaan bij sclerodermie
- Schade aan bloedvaten door vrijkomen van **endotheline (ET-1)** uit endotheelcellen (wat vervolgens weer endotheelcellen aantast) - Pitting scars (wondje zit onder de huid, erg pijnlijk)
83
Behandeling vasculopathie bij sclerodermie
- Bloedvatverwijders (amlodipine) - Endotheline receptor antagonisten
84
2 vormen sclerodermie
- Gelimiteerde systemische sclerose - Diffuse systemische sclerose
85
Gelimiteerde systemische sclerose | Kenmerken
- Calcinose - Fenomeen van Raynaud - Slikproblemen - Gewrichtsklachten - Teleangiëcatsieën
86
Diffuse systemische sclerose | Kenmerken
- Uitgebreide huidbetrokkenheid - Meer nadruk op longbetrokkenheid
87
Behandeling sclerodermie
Niet eenduidig - Mycofenolaat mofetil - Imatinib/ nintedanib Lijken goed effecten te hebben bij longbetrokkenheid | Immunosuppressie WEINIG ZINVOL
88
Pyodermie | + meest voorkomende verwekkers
Bacteriële huidinfectie veroorzaakt door - **gramposistieve kokken** - **gramnegatieve staaf** | - S. aureus, streptokokken - Pseudomonas
89
Pyodermieën
- Impetigo vulgaris/ bullosa - Ecthyma - Folliculitis/ furunkel/ carbunkel - Erysipelas
90
Impetigo vulgaris | Beloop
- Oppervlakkig - Besmettelijk, jonge kinderen - Primair/ secundair
91
Therapie **impetigo vulgaris**
- Lokaal: ortsten afwassen, antiseptisch, antibiotisch - Per os: antibiotisch (**flucloxacilline, strep. gr. A systemisch)**
92
Impetigo bullosa
- Exfoliatieve toxinen producerende S. aureus | Op donkere huid roodheid eerder: zwart/ paarsig
93
Ecthyma ulcus
Diepere necrotiserende variant van impetigo | Vaak streptokokken of PVL-positieve S.aureus
94
Folliculitis
Oppervlakkige ontsteking ontsteking haarzakje
95
Furunkel/ carbunkel
- Acuut necrotiserende ontsteking haarzakje - Koorts, malaise - S. aureus - Furunculosis
96
Behandeling furunkel/ carbunkel
- Ontlasten - AB, desinfect - Recidieven: dragerschap
97
Erysipelas | + verwekkers
- Acute bacteriële infectie dermis, ** opp.subcutis** en **opp. lymfevaatjes** | Pyogene streptokokken, zelden S. aureus
98
Symptomen erysipelas
- Hoge koorts - Koude rillingen - Malaise - Scherp begrensd erytheem - Oedeen - Induratie - Warm (soms blaren)
99
Therapie erysipelas
- Flucloxacilline - Oedeem vermidneren dmv ambulante compressie na de acute fase
100
Cellulitis | + verwekkers
(Sub)acute/ chronische bacteriële infectie dermis, subcutis | Streptokokken, S. aureus, soms H. influenzae
101
Kenmerken **cellulitis**
- Minder scherp begrensd - Patiënt kan erg ziek zijn
102
Risicofactoren **cellulitis**
- Verminderde lymfe afvloed - Arteriële/ veneuze circulatie - Huidbarrière - Obesitas
103
Necrotiserende fasciitis | Hele typische klacht
Hele erge pijn en zwelling, waarna zwarte necrose en **minder pijn**
104
Virale infecties die zorgen voor huidmanifestaties
- HSV - VZV - HPV - Molluscum contagiosum virus
105
Behandeling wratten
- Geen therapie - Salicylzuur - Stikstof - Collodion ad verrucas En veel meer
106
Dermatomycose | Ringworm
Oppervlakkige schimmelinfectie met dermatofyten
107
Localisatie dermatomycose
- Huid, nagels, haren - Hecht niet aan mucosa
108
Gatheerfactoren voor dermatomycosen
- Lokale factoren huid - Vochtigheidsgraad en temp. - Onderliggend: endocrien (DM), afweerstoornis
109
Onychomycose
Schimmelinfectie van de nagels
110
Tinea capitis | Haren
Overdraagbaar door contact - Schoolkinderen - Familie - Huisdieren
111
Candida
- Commensaal mond, TD, vagina - Afweerstoornis, oesitas, iatrogeen (AB) - Slijmvliezen, plooein - Mond: afschraapbaar
112
Intertrigo
Candida op warme vochtige plekken
113
Behandeling intertrigo
- Huidplooien schoon en droog - Afvallen - Ernstige intertrigo: iets tussen de plooien - Bestrijden incontinentie
114
Diagnostiek scabiës
- Dermatoscopie (deltasign, kop en voorpoten mijt) - Microscopie - PCR
115
Welke Th spelen een belangrijke rol bij psoriasis?
Th1 en Th17
116
Uiting psoriasis
- Erythemateuze plaques op huid - Keratose
117
Histopathologische kenmerken psoriasis biopt
- Hyperparakeratose - Neutrofiele granulocyten in het stratum corneum - Ontstekingsinfiltraat in de dermis - Gedillateerd capillair in papiltop
118
Comorbiditeiten **psoriasis**
- Metabool syndroom - CV aandoeningen - DM - Hepatitis - Nierfunctiestoornissen - Leverfunctiestoornissen
119
5 manifestaties van huidafwijkingen die bij psoriasis gevonden worden
- Plaques - Pustulair - Guttata - Erythrodermisch - Inversa
120
Behandelingsgroepen **psoriasis**
- Zalven - Lichttherapie - Tabletten - Injecties
121
Veroorzaker **lyme**
Borrelia
122
Risico op **lyme** afhankelijk van
- Dichtheid van de teken - Prevalentie van geïnfecteerde teken - Mate, duur en frequentie van expositie - Kans op Lyme na een beet met geïnfecteerde teek 1-3%
123
Stadium 1 - Lyme
- Lokale infectie - Erythema migrans (schietschijf huidafwijking) - Jeuk/ branderigheid - Asymptomatisch - Malaiseklachten
124
Stadium 2 - Lyme
**Gedissemineerde ziekte** - Multipele secundaire huidlaesies - Koorts - Algehele malaise - Meningitis - Radiculitis - Hersenzenuwuitval - Artritis - Carditis
125
Stadium 3 - Lyme
**Chronische borreliose** - Polyneuropathie - Encefalopathie - Chronische artritis - Acrodermatitis chronica atrophicans
126
Serologie diagnostiek bij **lyme**
- ELISA - Western blot
127
Kweek diagnostiek **lyme**
- Huidlaesies - Neuroborreliose
128
PCR diagnostiek bij **lyme**
- Neuroborreliose - Huidlaesies - Lyme artritis
129
Behandeling **stadium 1 lyme**
Doxycycline 2dd 100mg Per os 10 dagen Amoxicilline 3dd 500mg Per os 14 dagen
130
Behandeling **stadium 2 lyme**
- Vroeg neuroborreliose: **ceftriaxon** 1dd 2g IV 14 dagen - Artritis: **doxycycline** 2dd 100mg per os 30 dagen
131
Behandeling **stadium 3 lyme**
**Ceftriaxon** 1dd 2g IV 30 dagen
132
Verhoogd risico op huidinfecties kan komen door
- Beschadiging van de huid - Verminderde arteriële en/of veneuze circulatie - Verminderde lymfeafvloed - Verminderde weerstand - Verhoogde kolonisatiegraad
133
Diepe huidinfecties zitten in de
- Dermis - Subcutis
134
Diepe huidinfecties kunnen vanwege locatie gepaard gaan met | + geïndiceerde therapie
- Koorts - Algemeen ziek zijn - Regionale lymfadenitis - Lymfangitis - Pijn | Orale/ IV AB
135
Voorbeelden diepe huidinfecties
- Cellulitis - Erysipelas - Ecthyma gangrenosum - Erysipeloïd - Erythema migrans (ziekte van Lyme)
136
Welke verwekkers spelen belangrijke rol bij **diepe huidinfecties**
- S. aureus - S. pyogenes
137
Mret exantheem wordt meestal ? bedoeld
maculopapuleus erytheem | maar ook veel andere huidafwijkingen
138
Behandeling scabiës
- Eenamlig bad/douche met **permethrine-crème**