Week 2 Flashcards
(113 cards)
pathogenese van een pneumonie
bacterie gaat via de trachea > bronchus > alveoli
dit is gevaarlijk omdat de long goed doorbloed is en de bacterie makkelijk snel de bloedbaan in
belangrijkste afweer tegen een pneumonie
innate afweer:
- hoestreflex
- mucocilaire klaring
- Antimicrobiele eigenschappen van het mucosale oppervlak (sigA)
humorale afweer:
- antistoffen IgG)
cellulaire immuunsysteem
symptomen van pneumonie
- hoesten (wel/geen slijm)
- kortademing
- koorts
anamnese van pneumonie (3)
hoe korter/ feller de klacht, hoe ernstiger
- tijdsduur
- ernst
- verwekker van pneumonie
meest bekende verwekkers pneumonie
S. pneumoniae
mycoplasma (jongeren <28jaar)
H. influenza (astma, COPD, rokers)
Legionella (buitenland)
S. aureus (na griepinfectie)
Chlamydia
S.pneumoniae (pneumokok) als pneumonie verwekker
- 40% van de verwekkers
- acuut
- thoracale pijn
- bloederig sputum
- koude rillingen
stafylokok als pneumonie verwekker
- 5%
- gaat griep aan vooraf
zelfde klachten als pneumokok:
- acuut
- thoracale pijn
- bloederig sputum
- koude rillingen
legionella als pneumonie verwekker
- oude hotels in warme landen (sauna’s, zwembaden)
zelfde klachten als pneumokok:
- acuut
- thoracale pijn
- bloederig sputum
- koude rillingen
H. influenza als pneumonie verwekker
- 10%
mild beloop:
- groenig sputum
- minder hoge koorts
- COPD of andere co-morbiditeit
Mycoplasma als pneumonie verwekker
- 8%
griepachtig beeld:
- hoofdpijn
- spierpijn
- niet zo ziek zonder co-morbiditeit
- vaak jongere mensen <45 jaar
chalmydia als pneumonie verwekker
- 1%
- zelfde als mycoplasma
- griepachtig beeld:
- hoofdijn
- spierpijn
- niet zo ziek zonder co-morbiditeit
chlamydia als pneumonie verwekker
- 1%
- zelfde als mycoplasma
- griepachtig beeld:
- hoofdijn
- spierpijn
- niet zo ziek zonder co-morbiditeit
passende pneumonie geluiden longvelden
crepitaties (bewijs voor vocht in longen)
verscherpt ademgeruis
gedempte percussie
aanvullend onderzoek pneumonie
- lab: O2, Leuko’s, CRP, leverenzymen, nierfunctie
- X-thorax
- arteriële bloedgasanalyse
- ECG
- sputum kweek
- legionella/ pneumokok: urine kweek
- bloedkweken
aanvullend onderzoek pneumonie voor atypische verwekkers (welke zijn dat?)
atypische verwekkers kunnen niet gekweekt worden:
chlamydia, legionella, mycoplasma
> wel doe je dan:
- serologie: immuunglobuline (titer verhoogd na 4 weken?)
- pleuravocht afnemen
- bronechoscopie
waarom zoveel diagnostiek voor een pneumonie?
- mortaliteit = 14%
- ICU- mortaliteit = 37%
- verwekker van belang voor behandeling
- resistentie voorkomen
CURB-65 score (=AMBU-65 score)
C= confusion
U = ureum >7
R = respirator rate (AH >28/min)
B = blood pressure (systole <90 of diastole <60)
65 = 65 jaar of ouder
0-1 punt: behandeling thuis
2 punten = korte opname
3 of meer = opname. ICU
CURB-65 score (=AMBU-65 score)
C= confusion
U = ureum >7
R = respirator rate (AH >28/min)
B = blood pressure (systole <90 of diastole <60)
65 = 65 jaar of ouder
0-1 punt: behandeling thuis
2 punten = korte opname
3 of meer = opname. ICU
welke behandeling pneumonie
- penicilline = pneumokok
- cefuroxim = pneumokok + H.influenza
- ciproxin = legionella + H.influenza
- erythromycine = legionella, mycoplasma, chlamydia, pneumokok
- floxapen/ augmentin/levofloxacin: staphylokok
AB beleid Nederland bij pneumonie (welke AB)
CURB 0-2 = amoxicilline
CURB 3-5 =
- afdeling: cefalosporine (cefuroxim)
- ICU: cefalosporine + ciproxin
- monotherapie: moxifloxacin of levofloxacin
AB beleid Nederland bij pneumonie (hoe snel en hoe lang AB)
CURB 3-5: binnen 4 uur
verwerker en hoe lang behandeling:
s.pneumoniae = 5-7 dagen
legionella = 7-21 dagen
m.pneumoniae = 14-21 dagen
s.aureus = 14 dagen
wat te doen bij therapiefalen AB behandeling pneumonie
- meerdere verwekkers aanwezig?
- resistentie?
- andere ziekte?
beleid:
- opnieuw kweken
- AB uitbreiden
- bronechoscopie
- CT-thorax
kleine samenvatting van HIV
humaan immunodeficientie virus
seksueel of bloed-bloed contact
infectie van CD4+ t cellen
goed behandelbaar met ART (remmen replicatie)
redenen waarom mensen geen HIV therapie slikken (6)
- bijwerkingen
- grote tabletten
- geen ziekte-inzicht
- stigma
- geen toegang tot zorg
- financiële barrières