week 4 Flashcards

(78 cards)

1
Q

wat is de meest voorkomende oorzaak van overlijden onder reizigers in het buitenland?

A
  1. hart/ vaatziekten
  2. verkeersongevallen
  3. fatale infecties
  4. overig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

LARISA en tropengeneeskunde

A

Locatie
Activiteiten
Reiziger
Incubatietijd
Syndromen
Aanvullend onderzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

LARISA - L

A

PRO-MED houd bij welke infecties ongeveer waar zijn

locatie

  • klimaat
  • oorlog
  • epidemieën
  • lokale gezondheidszorg
  • sanitatie
  • infectieziekten
  • luchtverontreiniging
  • verkeersveiligheid
  • cultuurverschillen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

LARISA - A (eerste)

A

activiteiten

  • ploegendienst
  • meerdaagse werkweek
  • fysieke belasting
  • mentale belasting
  • risicogedrag
  • avontuurlijke reis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

LARISA -R

A

reiziger

  • cardiovasculair risicoprofiel
  • medicatie (bijv. immuunsuppressie)
  • voorgeschiedenis
  • risicoperceptie
  • vaccinatie status
  • operaties

mensen met iets medisch hebben een 2x zo hoog reisrisico (bijv. mensen met immuunsuppressie 2,5x meer, maagzuurrem gebruikers 2,5x, diabetes 2x, HIV patienten 1,33x)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

LARISA - I

A

Incubatietijd

tijd tussen oplopen van infectie en eerste verschijnselen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

LARISA - S

A

syndromen

  • koorts
  • huidafwijkingen
  • gastero-intestinale klachten

80% vd ziektes vallen hieronder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

LARISA - A

A

aanvullend onderzoek

  • leukocytose (bacteriële infectie)
  • leukopenie (virale infectie)
  • trombopenie
  • eosinofilie (
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

LARISA combineren met

A
  • topografie
  • lokale epidemiologie
  • tropen- en importziekten
  • systematische aanpak
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

malaria verwekkers

A

zijn altijd plasmodium (eencellig)

P. falciparum = malaria tropica (80% en meest dodelijk)
P. vivax = malaria tertiana
P. ovale = malaria tertiana
P. malariae = malaria quartana (<1%)
P. Knowlesi = apenmalaria

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

pathologie malaria

A

1 geprikt door mug
2 sporozoïeten in de bloedbaan (zit in speeksel) > zit binnen enkele minuten in de lever
3 herkennen kupffer-cel en inkaderen deze > transversie in hepatocyt
4 vormen van parasitaire vacuole en vermenigvuldiging van de parasiet in de lever (6 - 12 dagen)
5 hepatocyten scheuren en er komen merozoïeten vrij (gaan in rode bloedcellen zitten) > rode bloedcellen scheuren = koorts

(zie plaatje aantekeningen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

hoe werkt het dan met tertiana malaria?

A

tertiana = piekende koorts om de 48 uur (ofwel 3 dagen)

komt door de ontiwkkelingscyclus van de parasiet, om de 3 dagen dan scheuren alle cellen open en krijg je koorts

P. vivat = malaria tertiana
P. ovale = malaria tertiana
P. malariae = malaria quartana (<1%)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

malaria pathofysiologie 6

A
  • weefselhypoxie, shock
  • orgaandysfunctie
  • immuun(de)activatie
  • anemie
  • trombopenie
  • diffuus intravasale stolling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

malaria klinische symptomen 6

A
  • koorts
  • hoofdpijn, spierpijn, malaise
  • verminderd bewustzijn
  • buikpijn, misselijk, braken
  • slechte eetlust: gewichtsverlies
  • icterus, hepatosplenomegalie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

ernstig beloop malaria 7

A

malaria tropicana: (ernstiger beloop)
- shock
- niersinsufficientie
- cerebrale malaria
- ernstige anemie
- acidose
- hypoglycemie
- cardiale dysfunctie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

waarom verloopt p.falciparum ernstiger dan andere malaria soorten?

A

malaria tropicana

  1. invasie van alle erytrocyten typen
    P.vivax/ovale = alleen jonge erytrocyten (2%)
    p.malariae = (2%)

P.falciparum = alle erytrocyten

  1. sequestratie geïnfecteerde erytrocyten
    erytrocyten krijgen andere receptoren op hun oppervlakte waardoor ze aan endotheelcellen kunnen hechten > obstructie in capillairen > tekort een zuurstof in weefsels > orgaanfalen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

aangeboren resistentie tegen malaria

A

afwijkingen in hemoglobine
- verminderde groei en ontwikkeling parasiet
- verhoogde klaring van geïnfecteerde ery’s
- hemozoine geïnduceerde pathologie lager

*hetrozygoot: beschermt tegen malaria
*homozygoot: nadelig voor host (bijv. sikkelcelanemie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

malaria diagnostiek

A
  • dikke druppel (bloed) en uitstrijk

overig:
- snelstelten (flowcytometrie)
- kwantitatieve Buffy coat analyse (BQC)
- serologie
- PCR

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

zie plaatje aantekeningen over diagnostiek

A

dikke druppel

(heel veel ery’s tegelijk bekijken dus hoog sensitief)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

3 stadia in de erytrocyt

A
  • trofoziet
  • schizont
  • gametocyt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

behandeling malaria p.falciparum

A

atovaquon/ proguanil (AP) of artemether/lumefantrine (AL)

ernstig: artesunaat intraveneus gevolgd door orale kuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

behandeling malaria p.malariae/knowlesi

A

chloroquine (oraal)
ernstig: artesunaat iv, gevolgd door chloroquine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

behandeling malaria p.vivax/ ovale

A

chloroquine + primaquine (oraal)
ernstig aratesunaat iv, gevolgd door orale behandeling, gevolgd door primaquine tenzij G6DP-deficientie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

flowchart mensen met koorts uit de tropen

A
  1. wel/ geen malaria
    2 gastro-enteritis, luchtweginfectie / leukocyten
    3 leukocytose > bacteriële infectie / geen leukocytose >dengue, buiktyfus
  • zie plaatje computer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
check plaatje aantekeningen bloedbeeld
zie computer
26
cutane larva migrans
bewegend intens jeukend incubatietijd: enkele uren duur klachten: tot enkele maanden therapie: ivermectine, eenmalig 0,2 mg/kg
27
tunga penetrans
zandvlo bevrucht vrouwtje graaft zich in stratum granulosum van de huid symptomen: zwelling, jeuk, ontsteking behandeling: VIo degenereert, wond desinfecteren, uitprepareren verpreiding: afrika, Zuid-Amerika, India
28
myiasis
vliegenlarven voorkomen: tropen > gematigde gebieden >dieren > mensen soorten myasis - calliphora & lucila: rottend dood vlees - obligate myasis: Zuid-Amerika: dermatobia hominis
29
diarree beslisboom
zie aantekeningen computer
30
hoe voorkom je reizigersdiarree
niet (AB profylaxe zou kunnen maar gebeurd eigenlijk niet)
31
welke verwekker is het meest waarschijnlijk bij reizigersdiarree
bacteriën
32
diagnostiek en reizigersdiarree
moet dat? - als >5 dagen diarree - als bloed/koorts - extremes of age - Immuungecompromitteerde
33
behandeling acute reizigersdiarree
milde TD: (verdraagbaar, interfereert niet met voorgenomen activiteit) > geen antibiotica, evt loperamide/ ORS moderate TD: (interfereert met voorgenomen activiteiten) > eventueel AB, evt loperamide/ ORS ernstige TD: (niet te verdragen of maakt activiteit onmogelijk) > AB (azitromycine)
34
langetermijn problemen diarree
3-17% houd klachten - beeld compatibel met irritatable bowel syndrome (IBS), meestal na parasitair, minste na viraal - vaker bij ernstige infectie, >1 episode, infectie na ETEC - reactieve artritis - Guillain-barre syndroom
35
amoebedysenterie (ziekte en behandeling)
infectie met parasiet entamoeba histolytica (kan verschillende ziekte geven: darm, leverabces) infectie: orale opname van parasiet in cyste verspreiding: tropen/ subtropen (lage sanitair voorziening) darm: encystering, trofozoieten, vorming cysten, soms hematofage stadia therapie: metronidazol ** zie plaatje aantekeningen
36
darmamoebiasis symptomen en incubatietijd
incubatietijd: enkele dagen tot maanden - geen karakteristiek beeld - veel chronische ziekte met wisselende klachten - ook asymptomatische dragers
37
diagnostiek amoebendysenterie
feces onderzoek (microscopie of PCR) serologie
38
amoeben abces in lever symptomen
algemeen: - wisselende koorts - leukocytose, verhoogd BSE - leverenzymen niet afwijkend lokale symptomen: - pijn in rechterzijde - lever vergroot
39
extra-intestinale (weefsel) amoebiasis
'abces' lokatie: lever > longen > lever +longen > CZS prevalentie: mannen>> vrouwen (7:1) darmlokalisatie: 40% diarree 10% amoebedysenterie 50% anamnestisch dysenterie ten tijde 'abces': geen parasieten in ontlasting bij 50%
40
dysenterie
zware diarree met bloed bij ontlasting
41
HCV (hepC virus)
enkelstrengs RNA virus, omgeven door kapsel van eiwitten waarin 2 envelop-eiwitten gaat middels bloed-bloed contact - iv drugsgebruik - naald incidenten (of tattoo) - verticale transmissie - seksuele ovedracht
42
diagnostiek HCV
meestal geen klachten, maar vondst door bloedafname - ALAT & AST (stelt alleen dat er een hepatitis is, niet welke) - anti-HCV (doorlopen of actief) = na 8 weken - HCV-RNA (alleen in actieve infectie) = na 1-2 weken
43
hepatitis C progressie en risicofactoren*6
is langzaam, na ongeveer 20 jaar treed er cirrose op en komen eerste klachten 20% geneest spontaan, 80% chronisch (20% van chronisch gaat over in cirrose) risicofactoren - mannen - oudere leeftijd - overgewicht - leververvetting - diabetes mellitus - niet-kaukasische afkomst goede prognose: normaal ALAT en drinken van koffie (4-6 koppen)
44
blijf je altijd anti-HCV IgG positief
ja, ook al ben je genezen
45
cirrose symptomen
- spider navi - caput medusae - erythema palmare - tandvlees bloeding
46
complicaties van cirrose
decompensatie leverkanker infecties > je moet levertransplantatie krijgen
47
leverfalen symptomen
acites geelzucht spataderen in slokdarm HCC (=leverkanker)
48
extra-hepatische klachten als gevolg van HCV
- depressie - vasculitis - nierinsufficientie - diabetes mellitus - cardiovasculaire problemen - malige lymfomen
49
hoe weet je of iemand genezen is? (HCV)
SVR = sustained virological response (virus uit lichaam) > 12-24 weken na antivirale therapie
50
anti-virale therapie HCV (en werking)
DAA's = direct-aging antivirals (geen bijwerkingen) remmen het virus in 3 fasen - previr = protease remmer - asvip = NS5A remmer - buvir = polymerase remmer behandeling = combinatie van 2 remmers 8-12 weken lang (geen bijwerkingen)
51
bilirubine afbraak
afvalstof van erytrocyten = heem + globine heem afgebroken tot > ongeconjugeerd bilirubine (niet water oplosbaar) door enzym biliverdine > wordt gekoppeld aan albumine en gaat naar lever in de lever > geconjugeerd bilirubine
52
'normale' redenen voor opstapeling van bilirubine
- grote opslag in entero-hepatische kringloop - hoge afbraak van erytrocyten - laag albumine - niet helemaal sluitende bloed-hersenbarriere
53
DD bij kinderen met ongeconjugeerde hyperbilirubinemie
verhoogde bilirubine productie: - hemolyse verlaagde bilirubineconjugatie: - syndroom van gilbert - syndroom van Crigler-Najjar type 1 en 2
54
DD bij kinderen met geconjugeerde hyperbilirubinemie
obstructie - galgang atresie - choledochussteen - choledochuscyste - hemangiomen infectie - hep A, B of C - ziekte van pfeiffer (EBV) genetisch - cystische fibrose - alfa-1-antitrypsine deficiëntie - ziekte v Wilson - BRIC immunologisch - auto-immuun hepatitis - primaire scleroserende cholangitis diversen - toxische hepatitis
55
hepatitis A transmissie, waar en gevolgen diagnose
faeco-orale transmissie route waar: endemisch in landen met verminderde hygiene als diagnose gesteld is: - meldplicht GGD - geen therapie, wel ondersteuning - omgevingsonderzoek
56
Hepatitis B of C transmissie
besmetting verticaal of horizontaal (bloed-bloed) chronisch
57
hepatitis A (incubatie tijd en wel/geen symptomen)
- virus in bloed 2 a 3 weken voor symptomen - virus in ontlasting tot 2 weken na ziekte - incubatietijd: 30 dagen - klachten ontstaan acuut en zijn self-limiting leeftijdsafhankelijk symptomen - jonge kinderen: vaak assymptomatisch - vanaf 5 jaar: 50% symptomen - adolescenten en volwassenen: 80% symptomen
58
symptomen van hepatitis A
prodromaal: - algemene malaise - koorts - hoofdpijn na enkele dagen: - buikpijn - misselijk - braken - verminderde eetlust - geelzucht - jeuk duur: 2 tot 3 weken meest kenmerkend: buikpijn, koorts en geelzucht, braken, acuut
59
Hepatitis A (recidief en voorkomen nog een keer)
- 5-10% van de volwassen bigamisch verloop of een recidiverende vorm - hygiene is essentieel - mens enige bron - vaccineren - passieve immunisatie mogelijk (stel je bent in contact geweest)
60
malaria soorten zonder piekend koortspatroon
malaria knowlesi malaria tropicana
61
Hoe heet de 'slapende' variant van sporozoïeten
hypnozoïeten
62
merozoïet ondergaat in erytrocyten
aseksuele deling met replicatieduur van 24-72 uur
63
incubatietijd van p.vivax en p.ovale is heel lang omdat
p.vivax - tot 5 jaar na besmetting p.ovale - tot 2 jaar na besmetting want er komen hypnozoïeten voor in lever
64
labuitslagen bloed bij malaria
verhoogd CRP, anemie, verlaagd Hb en trombopenie
65
Dengue diagnose
NS1 antigeen = bewijs voor dengue
66
dengue vectoren
- aedes eagypti (gele koorts/ malaria mug) - aedes albopictus - in bevolkte gebieden, steekt bij voorkeur overdag (malaria mug juist s'nachts) - meestal niet >1000 meter - besmette mug levenslang virusoverdracht
67
dengue klinische verschijnselen
(veelvoorkomend naar weinig voorkomend) - koorts - hoofdpijn - spier- of gewrichtspijn - huiduitslag - misselijkheid - diarree - buikpijn - braken
68
dengue incubatietijd
3-14 dagen 71% asymptomatisch (meestal wel klachten bij 2e infectie)
69
onderscheid dengue, chikungynya en zika
zie plaatje aantekeningen!
70
diagnostiek dengue
leer over eerset en tweede infectie verschil zie plaatje aantekeningen 1e: hoog IgM en daarna piek IgG 2e: heel hoog IgG en licht verhoogd IgM
71
dengue (immune echancement)
hogere kans op ernstige dengue: - pre-existente dengue antistoffen (herkennen virus maar kunnen het niet onschadelijk maken want nu ander type virus) > virus heeft langer de tijd om te repliceren omdat lichaam pas later op gang komt om nieuwe antistoffen te maken - epidemie met 2 of meer serotypen van dengue - hoge viermie (hoeveelheid virus in lichaam) - DENV-1/3
72
dengue (immune echancement)
hogere kans op ernstige dengue: - pre-existente dengue antistoffen (herkennen virus maar kunnen het niet onschadelijk maken want nu ander type virus) > virus heeft langer de tijd om te repliceren omdat lichaam pas later op gang komt om nieuwe antistoffen te maken - epidemie met 2 of meer serotypen van dengue - hoge viermie (hoeveelheid virus in lichaam) - DENV-1/3
73
dengue behandeling
alleen symptomatisch (geen curatie)
74
alamsymptomen reizigersanamnese
- hoge koorts - huid of slijmvliesbloedingen - hypotensie - ernstige dehydratie - meningeale prikkeling - veranderd bewustzijn inschatten: - mate van progressie - ernst ziekte - besmettelijkheid
75
wat is immune enhancement
antistof van vorige infectie bind wel, maar kan het niet neutraliseren hierdoor worden complexen gevormd, maar ontkomt het virus het afweersysteem hierdoor ontstaat een hogere virale load en is de virusreplicatie hoger en wordt men zieker
76
all cause mortality HCV patienten
genezen, met SVR: leven langer (8% overlijd in 10 jaar) >levensverwachting gaat terug naar normale levensverwachting niet genezen, zonder SVR: leven korter (20% overlijd in 10 jaar)
77
behandling HCV patienten met gedecompenseerde cirrose
(hebben korte levensverwachting) meestal eerst transplanteren en daarna behandelen voordelen: - minder overlijden tijdens wachten op transparant (LTx) nadelen: - als behandeling deels werkt zijn ze minder acuut en komen ze lager op de wachtlijst (moeten ze langer wachten)
78
HCV behandeling
antivirale middelen: - glecaprevir/pibrentasivir - sofosbuvir/velpatasvir (als deze allemaal niet werken: sofosbuvir/velpatasvir/vocilaprevir)