Week 2 Flashcards
(135 cards)
Wat valt er onder ovarian ageing?
Aantal niet goeie follikels neemt snel toe bij leeftijd > 40 jaar
Op welke punten in oriënterend fertiliteitsonderzoek gericht?
- aanwezigheid ovulati e
- sperma kwaliteit
- tubapathalogie
Wat wordt er bekeken bij een CAT?
CAT: chlamydia antistof titel in serum:
- lage titer: kleine kans op afwijkingen eileiders
- hoge titer: grotere kans op afwijkingen eileiders
Laag positief voorspellende waarde
Hoog negatief voorspellende waarde
Wat wordt er bedoelt met non-directiviteit?
non-directiviteit = doel genetische counseling: mensen in staat stellen rondom hun vraagstuk een weloverwogen, goed geïnformeerde, eigen keuze te maken op het juiste moment in zijn/haar leven
Hoe verschilt een klinisch geneticus van andere medische specialisten?
- familie dokter vs dokter van 1 patient
- diagnose soms op basis van familiegegevens en niet op basis van bevinden bij 1 patient
- genetisch diagnostiek impliceert vaak ook risico voor familieleden
- risicobepalend, voorspellend, preventief
- non-directief
- behandeld niet klinisch, hoofdzakelijk diagnostisch
Wat zijn redenen om erfelijkheidsadvies te zoeken?
- ouders met gehandicapt kind vragen om herhalingsrisico
- in de familie van adviesvrager(s) komt een (mogelijke) erfelijke aandoening voor
- adviesvrager heeft zelf een aandoening met mogelijk risico voor het nageslacht
- bloedverwantschap tussen adviesvragers (consanguiniteit)
- risico’s ivm schadelijke externe factoren (straling, geneesmiddelen, giftige stoffen, infecties ect)
Op welke manieren wordt er getest bij erfelijkheid onderzoek?
- bij voorkeur:
- testen van aangedane persoon
- een persoon zo hoog mogelijk in de stamboom
Uit welke onderdelen bestaat erfelijkheidsonderzoek?
- familie-stamboom en inventarisatie welke personen van belang zijn voor nadere analyse
- bestuderen van meegebrachte foto’s
- lichamelijk onderzoek
- eventueel bloedafname: chromosoom en/of DNA onderzoek
-bespreking van diverse stappen van het onderzoek en tijdsplanning
Wat wordt er besproken bij een 2e onderzoek bij genetische counseling als de oorzaak bekend is en diagnose gesteld?
- uitleg
- oorzaak van aandoening/handicap
- erfelijkheid van aandoening
- risico’s voor adviesvragers
- risico’s voor familieleden
- mogelijkheden van onderzoek naar eventueel dragerschap
- mogelijkheid van prenatale diagnostiek en familieplanning
- psychologische begeleiding
Wat wordt er besproken in een 2e gesprek van genetische counseling als oorzaak onbekend is?
- uitleg waarom geen diagnose gesteld
- welke onderzoek verricht is + uitleg
- mogelijkheden van verder onderzoek
- inschatten risico voor adviesvragers en familieleden
- (on)mogelijkheden in prenatale diagnostiek
- psychologische begeleiding
Welke mogelijkheden heb je bij erfelijkheid met een kinderwens?
- afzien van (verder) kinderen
- risico accepteren
- prenatale onderzoek, mogelijk gevolgd door selectieve abortus
- KID (donatie): eventueel na screening op dragerschap
-adoptie - PGT: pre-implantatie genetisch test
Welke uitdagingen zijn er bij het krijgen van genetische informatie bij genetische counseling?
- VUS = variants of unknown significance –> stuk DNA waarvan je niet weet wat het effect is maar mogelijk wel belangrijk is
- bijvangst –> bewezen ziekte waar je net naar opzoek was bij panels/WES/WGS
- identificeren van regulatie elementen in het niet-coderende genoom
- begrijpen van proteonomics = funcitonele genetica (eiwitten werking)
Voor welke doeleinde wordt genetisch onderzoek nog meer gebruikt?
- vaderschaptesten bij:
- verkrachting
- meerdere potentieel vaders
- alleen na bereidheid gyn
- op vlokken/vruchtwater
- rechtbankzaken
- forensisch DNA onderzoek:
- ondersteuning justitieel onderzoek
- bij rampen
- ontrafelen medische fouten: verwisseling materiaal of vergissing bij IVF
Wat is de methode die wordt gebruikt bij forensische DNA onderzoek?
vergelijkend DNA onderzoek: > 15 STRs
STRs = short-tandem-repeats –> vergelijkingen maken tussen allel van vader/moder en wat jij hebt gekregen
Hoe komt het dat een embryo zich ontwikkeld als man?
embryo heeft XY: Y-chromsomoom bevat SRY-gen (seks determing region Y-chromosoom) –> productie testosteron in lydigcellen en anti-muller hormoon (AMH) in sertolicellen:
- ontwikkeling gang van Wolff:
* epididymis
* vas deferense
* vesiculae seminales
- elimineren Mullers gangen
- omzetten testosteron in DHT (di-hydro-testosteron) –> ontwikkeling externe genitia (penis)
Welke functies worden uitgevoerd door:
- testis
- epididymus
- vas deferense
Testis:
- spermatogenese
- steroidogenese
- osteogenese
Epididymis:
- opslag spermatozoa
Vas deferense:
- afvoer semen
Welke type cellen kom je tegen in de testis?
- sertoricellen: in tubuli seminifiri (80% van volume) )
- lydigcellen: in intersitium (20% van volume) (maken testosteron)
Bloed-testis barrière: houdt de sertolicellen bij elkaar
LH stimuleert Leydigcellen (testosteron), FSH stimuleert Sertolicellen (AMH). Feedback gaat dmv testosteron en Inhibine-B.
Wat is een normale volume van de testis?
> 12 cc
Wat zijn kenmerken van de tubuli seminifiri?
- maakt 2-5% van ejaculaatvolume?
- spermatogenese vindt plaats:
- duur: 70 dagen
- spermatogenese: 20 dagen
- productie: 100 miljoen spermatozoa per testis per dag
Welke score wordt gebruikt voor het classificeren van pathologie in de spermatogenese + hoe is deze score opgebouwd?
Johnsen score:
- john 10: normale spermatogenese –> zaadcellen in lumen of rand lumen
- john 8-9: hypospermatogenese: weinig zaadcellen gemaakt maar wel een paar
- john 3-7: maturation arrest –> spermatocyte deelt niet door (ontstaan azoospermie)
- john 1-2: sertolicell-only –> geen spermatozoa aanwezig
Wat is de functie van de epididymis?
- transport
- opslag
- rijping spermatozoa
hoeveel % van het ejaculaat volume wordt gemaakt door de epididymis, testis, prostaat en seminal vesicles?
testis 2-5%
Epididymis 10%
Prostaat 20-30%
seminal vesicles 65-75%
Door welke processen neemt het fertiliserend vermogen van spermatozoa toe in de epididymis?
- mortaliteit neemt toe van caput –> cauda
- concentratie neemt toe (cauda: 500-1000 miljoen zaadcellen)
- eiwitten voor binden aan zona pellucida toegevoegd
- stabilisatie van DNA
Wat zijn kenmerken van de prostaat?
- PSA zorgt voor liqueficatie = bij verwarming wordt het vloeibaar en doorzichtig
- prostasomen
- pH < 5
- 20-30% van ejaculaatvolume