Week 2 Flashcards
(54 cards)
Leerdoel 2
veel voorkomende klinische problemen opsommen en verklaren op basis van normale en pathologische structuur en functie van de pols-hand en daarbij een beschrijving geven van een systematisch onderzoek van de hand.
Tendinits: peesontsteking
* Distale biceps
* Epicondylitis lateralis: tenniselleboog
* Epicondylitis medialis: golferselleboog
Bursitis olecrani: slijmbeursontsteking elleboog
Slotklachten
* Plica/fringe: beknelling => ontsteking => blijft in extensie
* Corpora libera: losse stukjes bot of kraakbeen die in een gewricht zitten => beknelling, pijn of blokkades
* osteochondritis dissecans (OD): een stukje bot en kraakbeen in een gewricht afsterft en losraak
Artrose
Leerdoel 2
tenminste drie klassen operaties benoemen, die bij patiënten met reumatische destructie van gewrichten kunnen worden toegepast en de belangrijkste problemen beschrijven die aan de operatieve behandeling van patiënten met reumatische aandoeningen verbonden zijn.
arthodese, resectie, osteotomie, prothese, decompressie zenuw
problemen: Multipele gewrichten, Systeemziekte, Chronische aandoening, Specifieke gewrichten aangedaan, Zacht bot, osteoporose, Multipele operaties nodig, Revalidatie complexer
Leerdoel 2
het mechanisme van nociceptieve pijn beschrijven
= pijn door weefselbeschadiging, o.a. bij inflammatoire aandoeningen
- zowel A-delta als C-vezels (resp. gemyeliniseerd en ongemyelineseerde kleine diameter vezels)
HC 2
verschil A-delta en C-vezels?
A-delta vezels: directe, scherpe en prikkende pijn
- gemyelinseerd
- ligamenten en spier
C-vezels: langdurige, diepe en doffe pijn
- ongemyeliniseerd
- gewrichtskapsel, synovium en spier
HC 2
Behandeling aan de hand van de pijnladder?
stap 1a: paracetamol;
stap 1b: NSAID;
stap 1c: paracetamol + NSAID;
stap 2: overstappen op of toevoegen van een zwakwerkend opioide;
stap 3: overstappen op of toevoegen van een sterk werkend opioide;
stap 4: parenterale toediening van een opioide.
HC 2
soorten pijnmedicatie + werking?
Opoiden;
costeroiden;
- glucocosteroiden: remmen mRNA expressie
NSIADS;
- remming COX
HC 2
wat is sensitatie en het belang ervan?
Door intense, herhaalde of langdurige stimuli in aanwezigheid van ontstoken of beschadigd weefsel –>
- verlaging van activatiedrempel van afferente nociceptoren
- verhoogde ‘ vuur ’ frequentie voor alle stimulus intensiteiten
Klinisch belangrijk proces: in gesensitizeerde weefsels leiden onschadelijke stimuli tot pijn
HC 2
Soorten pees(schede)ontstekingen + kenmerken?
Extraarticulair: pijn selectieve pees / spier + beweging volledig
intraarticulair: gewrichtsreactie + beperkte beweging
HC 2
behandeling pees(schede)ontsteking?
HC 2
Wat zijn specifieke kenmerken van verschillende typen polsfracturen?
Fractura antebrachii (Ulna + Radius): Instabiel, fixatie noodzakelijk
Galeazzi fractuur (radiusschachtfractuur):
Monteggia fractuur
Essex Lopresti fractuur
HC 2
Welke aanbevelingen worden genoemd in de hernieuwde richtlijn distale radiusfracturen?
Conservatieve behandeling => Gips
- Eenmalig reponeren met locale infiltratie-anesthesie
Indien on-acceptabele stand na repositie => indicatie operatie
- > 10 graden kanteling in elke richting
- > 5 mm verkorting radius t.o.v. ulna
- > 2 mm intra-articulaire step-of
Direct operatieve repositie en fixatie bij
1) Onacceptabele stand na repositie
2) Instabiele fracturen:
- initieel 20 graden kanteling
- initieel verkorting 1 cm
- 50% comminutie dorsale cortex
- elke comminutie volaire corte
HC 2
Hoe werd de Muller AO classificatie?
opgebouwd uit een hoofdletter + cijfer
Hoofdleter A, B en C => de locatie van de fractuur aan
- in de lange botten; extra articulair (A)
- het bot rond de gewrichten; partieel articulair (B)
- complexere gewrichtsfracturen; compleet articulair(C).
Nummer 1, 2, 3… => het type fractuur aan
HC 2
Welke verschillende behandelmodaliteiten zijn er voor distale radiusfracturen?
Conservatieve behandeling (repositie + gips):
- Verbeteren stand (repositie)
- Preventie toename dislocatie
- Statische nabehandeling
Operatieve behandeling:
- Verbeteren stand
- Stabilisatie fractuurdelen
- Preventie toename dislocatie
- Primaire botgenezing
- Oefenstabiele nabehandeling
HC 2
het diagnostisch proces van anamnese, lichamelijk onderzoek en aanvullend onderzoek van een patiënt met een distale radiusfractuur.
- Anamnese
- LO:
- X-foto: AP, Laterale en laterale radiocarpale opname (25°)
- CT : Bij (twijfel over) intra-articulaire fracturen
HC 2
disfuncties van de hand
HC 2
inzicht hebben in de diagnostiek en behandeling bij metabole botziekten
HC 2
de ontstaansmechanismen van osteomyelitis
= ontstekingsreactie van het gehele bot (beenmerg, periost en
endost) door een infectie met een micro-organisme
* Niet-hematogeen: micro-organisme wordt in het bot gebracht door een verwonding, punctie of een operatie of infectieverspreiding per continuïtatem
* Hematogeen: bacterieën nestelen in de Haverse-kanalen, hechten aan beschadigd bot, dringen binnen in osteoblast en vormen een microfilm
* Acuut vs chronisch: neutrofielen + trombose vs necrose bot + granulatie en fibreus weefsel
HC 2
diagnostiek osteomyelitis
- rontgenfoto
- Lab (Verhoogde BSE, CRP, leukocytose met linksverschuiving)
- kweek micro-organisme
- skeletscintigrafie
HC 2
behandeling osteomyelitis?
▪ Breedspectrumantibioticum in hoge doseringen
▪ Aanpassen antibioticum o.b.v. gevoeligheidsspectrum
▪ Langdurig AB, radiologische en LAB controles
▪ Bij abcedering of sekwesters => chirurgie
HC 2
de klinische symptomen, de diagnostiek en de therapie kennen van enkele benigne, maligne en op tumor lijkende afwijkingen die op de kinderleeftijd voorkomen
Symptomen: Chronisch zeurende pijn die ook ‘s nachts en in rust optreedt, “Spontane” fractuur, Pijnlijke scoliose
Diagnostiek: Röntgenfoto’s in twee loodrecht op
elkaar staande richtingen => skeletscintigrafie => CT => MRI => biopsie
therapie: curretage (uitruiming), cryochirurgie (bevriezen => afsterving tumorcellen), resectie (omkeerplastiek)
HC 2
Wat is een epicondylitis?
= tendinitis van common extensors/flexors
* Lateralis: tennis elleboog
* Medialis: golferselleboog
Behandeling: balans rust/rek/oefenen spiergroepen
VO 2
de specifiek plastisch en orthopedisch chirurgische benadering van reumatische aandoeningen
VO 2
uitvoeren van een inspectie van het bewegingsapparaat in stand
VO 2
benoemen wanneer er sprake is van een afwijkende bevinding