week 2 hoorcolleges Flashcards
(87 cards)
fecundability
de kans dat in een cyclus of vruchtbare periode een zwangerschap tot stand komt.
gem. paren: 25-35%
in periovulatoire periode: 10-33%
facts about fertiliteit
jong gezond koppel 80-95% kans dat paar binnen 1 jaar zwanger
1/6 koppels subfertiel
40jarige leeftijd 99% van aantal follikels weg
follikel window concept
de periode waarbinnen 1 follikel verder uitrijpt en de andere follikels worden geremd door dalende FSH waarden.
hoe groter het window, hoe meer eicellen de kans krijgen om uit te groeien.
er is altijd een follikel in ontwikkeling en ze ontwikkelen zich tot het vroeg antrale stadium
primaire vs secundaire infertiliteit
primaire: geen eerdere zwangerschap
secundaire: eerdere zwangerschap
lab infertiliteitsonderzoek
chlamdydia antistof titer (CAT) in serum: indicatie voor schade aan de tuba, goed te behandelen met AB. kunnen afwijkingen zijn bij toegang, ovum pick-ip (periovariële/peritubelaire adhesie) en bij transport (intraluminale functiestoornis). 66% sensitief, als + dan AO.
midluteaal progesteron
post-coïtum test (samenlevingstest): kijken naar overleving van zaadcellen in vrouwelijke kanaal (wordt weinig toegepast omdat het niet super veel zegt).
semenanalyse: kijken naar VCM (volume, concentratie, mobiliteit) en normalen (uiterlijk). als afwijkend dan na 3 maanden herhalen. als azoöspermie of ernstige oligozoöspermie dan gelijk herhalen.
monitoring van menstruele cyclus mbv onderzoeken
progesteronspiegels in luteale fase
LH-detectie in urine
echo monitoring van ovulatie en follikelgroei
stijging van temp oiv progesteron
beoordeling van endometrium
aanvullend onderzoek infertiliteit
laparoscopie: tubatesten met blauwe kleurstof door de tuba om doorgankelijkheid te testen. bij eileider afgesloten dan occlusie.
–> in de folliculaire fase
laparoscoop gaat door de navel, baarmoeder, ovaria, tuba uterina, rectum, cavum douglasi te zien. gouden standaard.
hysterosalpingografie (HSG): baarmoederholte en eileiders zichtbaar dmv. röntgencontrastmiddel en röntgenfoto. vervelend onderzoek door prikkeling van buikvlies.
risicofactoren voor extra-uteriene graviditeit
= buitenbaarmoederlijke zwangerschap
rf: salpingitis of pelvic inflammatory disease (PID)
kan ook veroorzaakt worden door invasieve procedures.
wat is het doel van genetische counseling
mensen in staat stellen om rondom hun genetische vraagstuk een (1) weloverwogen, (2) goed geïnformeerde, (3) eigen keuze te maken, op het juiste moment in hun leven.
welke 2 soorten counseling zijn er
algemeen genetische en dysmorfologische counseling (65%)
oncogenetische counseling (35%)
aanvullend onderzoek bij genetische counseling
- algemeen chromosoom en/of DNA onderzoek (bloed): SNIP-array, whole exome sequencing, whole genome sequencing (WGS of WES).
- specifiek chromosoom en/of DNA onderzoek (bloed)
- algemeen en/of specifiek stofwisselingsonderzoek
- onderzoek door andere specialisten
wat kunnen koppels doen als ze een erfelijke aandoening kunnen doorgegeven
afzien van kids, risico accepteren, prenataal onderzoek met eventuele selectieve abortus, KID, adoptie of PGD
pre-implantatie genetische test (PGT)
PGS en PGD samen = PGT
PGD: 1 a 2 cellen van het 8cellige blastocyststadium gehaald en geanalyseerd op de familieaandoening.
PGS: controleren op veelvoorkomende chromosomale afwijkingen (trisomie 21).
naar man van vrouw in foetus
sex determining regio op Y chromosoom (SRY) vanaf week 7-12 ontwikkeling van testes.
testosteron (door leydigcellen) en AMH (door sertolicellen) worden geproduceerd.
AMH zorgt dat gangen van müller worden vernietigd (en dus alle vrouwelijke kenmerken)
testosteron zorgt dat gangen van Wolff ontwikkelen.
uit gangen van Wolff: epididymis, vas deferns, vesiculae seminales.
vervolgens wordt testosteron omgezet in dihydrotestosteron (DHT) en ontwikkelen externe genitalia.
welke 2 plaatsen zijn er nog kenmerken van vrouwelijke aanleg
appendix epididymis en ductus ejaculatorius
testis cellen
tubuli seminiferi met sertolicellen (80%)
interstitium met leydigcellen (20%)
tubuli seminiferi
verantwoordelijk voor 2-5% van ejaculaatvolume
proces van spermatogenese duurt ongeveer 3 maanden (70 dagen).
het onderdeel spermiogenese duurt 20 dagen
dus in tubuli seminiferi gebeurt spermatogenese
wat is de johnsen score
wordt gebruikt als pathologie classificatie van de spermatogense
John 10: normale spermatogenese
John 8-9: hypospermatogenese
John 3-7: maturation arrest (geen uitrijping tot spermatozoa)
John 1-2: sertolicell-only (geen spermatogonia)
kan verschillen tussen verschillende delen van de testis
bij heftige koorts 3 maanden (>70 dagen) wachten tot onderzoek.
LH en FSH man
LH zorgt voor ontwikkeling leydigcellen in testis. –> testosteron wordt gemaakt
FSH zorgt dat sertolicellen in de testis inhibine B maken.
testosteron en inhibine B hebben beide negatieve feedback op hypofyse (hierdoor minder LH en FSH). testosteron ook negatieve feedback op hypothalamus
epididymis
bijbal, 10% ejaculaatvolume komt hiervandaan.
functie: transport, opslag en rijping van de zaadcellen
fertiliserend vermogen van de zaadcellen neemt hier toe. (door vocht toevoeging kunnen ze meer bewegen nml –> motiliteit omhoog).
DNA wordt ook gestabiliseerd
eiwit wordt toegevoegd (zorgt voor binding aan zona pellucida van eicel)
weg van zaadcellen
testis –> tubuli seminiferi –> bijbal –> urethra –> prostaat –> vesicula seminalis
prostaat
vormt PSA (nodig voor liquefractie (= vloeibaar worden) van sperma). hierdoor kunnen zaadcellen zwemmen. pH <5.
20-30% ejaculaatvolume wordt hier gevormd.
vesicula seminalis
= zaadblaasjes, zit achter de blaas
vocht van hier komt bij het ejaculaat. 65-75% van ejaculaatvolume. pH >8. rijk aan fructose (energiebron voor spermatozoa).
testiculaire functietesten wel of niet vruchtbaar
bloed: LH, FSH, inhibine B en testosteron
semenanalyse
echografie (testes, evt ook vesicula seminalis en prostaat)
genetisch onderzoek