Week 3 Flashcards

(14 cards)

1
Q

wat de definitie van een rechtvaardigingsgrond?

A

neemt wederrechtelijkheid weg aangezien er blijkbaar niet in strijd met de wet is gehandeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is de definitie van een schulduitsluitingsgrond

A

neem verwijtbaarheid weg, aangezien er niet in strijd met het recht is gehandeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat zijn voorbeelden van rechtvaardiginggronden?

A

Noodweer
Overmacht
bevoegd ambtelijk bevel
wettelijk voorschrift
art 41 sr

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat zijn voorbeelden van schulduitsluitingsgronden

A

Noodweer (exces)
Ontoerekeningsvatbaarheid
Psychische overmmacht
onbevoegd ambtelijk bevel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat zijn de vereisten van noodweer?

A

1 & 2: ogenblikkelijke en wederrechtelijke aanranding
3: lijf, eerbaarheid of goed
4. noodzakelijke en geboden verdediging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

welke eisen moeten bij noodweer in acht worden genomen?

A
  1. subsidiariteit eis: verdediging moet noodzakelijk zijn, vluchten is niet mogelijk
  2. proportionaliteitseis: de verdediging moet wel in proportie staan. (ook voor belangen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is noodweerexces

A

overschrijven van proportionaliteitseis door een hevige gemoedsbeweging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

in welke 2 groepen kan je noodweer opdelen?

A
  1. Intensief noodweer: noodweer is te heftig als reactie op aanvaller
  2. extensief noodweer: noodweer gaat te lang door nadat de aanval is gestopt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is overmacht als noodtoestand?

A

keuze tussen maatschappelijke plicht en strafrechtelijke plicht, als overtreder overduidelijk de maatschappelijke plicht dient is het gerechtvaardigd. het conflict moet accuut zijn, een noodtoestand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

poging, welke 3 criteria zijn er ?

A
  1. misdrijf
  2. voornemen (opzet)
  3. begin van uitvoering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is “doen plegen” als in art 47 sr?

A

een misdaad zelf bedenken maar door een ander laten uitvoeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is psychische overmacht?

A

Een toestand waarin de verdachte niet redelijkerwijs weerstand had kunnen en behoren te bieden aan de [van buiten komende] drang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly