Week 3 Flashcards

(66 cards)

1
Q

welk beeldvormend onderzoek bij acute koliekpijn?

A

CT abdomen zonder contrast

indien er dan twijfel bestaat op fleboliet of calcificatie, wordt er een CT met contrast gemaakt

bij zwangeren: echo doppler
bij iemand met eerder steenlijden of jonge patiënt: echo doppler en X-BOZ

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

beeldvormend onderzoek voor onderzoek op colorectale tumoren:

A

CT-thorax met contrast en CT-abdomen met contrast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

beeldvormend onderzoek voor rectale tumoren:

A

MRI-rectum met en zonder contrast

voor stadiëringsonderzoek CT-abdomen en CT-thorax met contrast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat je ziet op een X-thorax bij een pneumonie op verschillende plekken

A

pneumonie in de linkeronderkwab zijn de contouren van de aorta descendens niet meer zichtbaar, linkerbovenkwab: hartcontouren onscherp, bij een pneumonie in de rechter middenkwab wordt de rechter hartgrens slecht afgrensbaar en bij de rechteronderkwab is het diafragma slechter te zien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

vier bevindingen op X-thorax bij acuut hartfalen:

A

Vocht: diafragma niet goed afgegrensd
Kerley B-lijnen (vocht in de interlobulaire septa bij overvulling = interstitieel vocht);
Vergroot hart (CTR > 0,5);
Hilaire contouren slecht afgrensbaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Bij een PA-foto staat de patiënt met de borst tegen de plaat. Bij een AP-foto staat de patiënt met de rug tegen de plaat.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

lucent = donker op een röntgenfoto

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

bij een pneumothorax zie je ook een vloeistofspiegel

A

na behandeling van een pleuradrain wordt er vaak emfyseem (lucht) subcutaan gezien op de plek waar de drain heeft gezeten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

een primaire pneumothorax heeft geen onderliggende ziekte en een secundaire wel

A

COPD meer risico = secundair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

kenmerken op een CTA-pulmonalis bij een longembolie

A

Hyperdensiteit van de long;
Contrastuitsparing in de vaten;
Wigvormige consolidaties in contact met pleura.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Bij een chronische longembolie kan men op CT de uitsparing in de vaatwand zien, terwijl bij een acute longembolie de uitsparing in het lumen van het vat zit

A

Complicaties longembolie:
longinfarct, verhoogde druk in truncus pulmonalis (niet groter dan >3 cm)
rechter ventrikel vergroting
buiging septum naar linkerventrikel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Triple-rule-out is de term voor het uitsluiten van vaatproblematiek in de thorax (longembolie, hartinfarct en aortadissectie) bij patiënten met acute pijn op de borst. Dit gebeurt door het maken van een CTA.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Normaliter verdwijnt de lucht bij een laparoscopische ingreep na drie tot vier dagen.

A

Zo niet, dan is er meer aan de hand. Als dit het geval is en er geen aanwijzingen voor infectie zichtbaar zijn op de X-thorax, wordt een CT-abdomen aangevraagd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

bij welke aandoeningen passen cavitaties op de X-thorax?

A

C: Cancer / maligniteiten;
A: Auto-immuunziekten, zoals reumatoïde artritis;
V: Vasculair, zoals een infarct;
I: Infectie, zoals tuberculose;
T: Trauma;
Youth: anatomische afwijkingen;

indien nodulaire afwijkingen te zien zijn op een X-thorax, wordt een CT gemaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Bij kinderen onder de zes jaar met koorts wordt er geen specifieke focus gekozen, maar worden alle onderdelen van het lichamelijk onderzoek uitgevoerd.

A

als er geen duidelijke oorzaak gevonden wordt, wordt er altijd urineonderzoek gedaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

bij koorts korter dan zeven dagen en een matig ziek zijn met weinig risico op complicaties, is het beleid expectatief

A

je doet wel lichamelijk onderzoek (huid, circulatie, neurologie en indien relevant tracti)

bij geen focus kan je urineonderzoek doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

wat is je beleid bij: matige vorm van ziek zijn;
Alarmsymptomen (bijvoorbeeld B-symptomen: koorts, nachtzweten en gewichtsverlies);
Risico op complicaties;
< 14 dagen koorts;
Geen duidelijke focus van de koorts maar mogelijk bacterieel.

A

nadere diagnostiek: urineonderzoek, bloedonderzoek en X-thorax of behandelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

wanneer verwijs je iemand met koorts (zonder spoed)?

A

Koorts zonder focus
>14 dagen;
Risico op complicaties;
Niet direct bedreigend ziek, patiënt is nog stabiel;
Afwijkingen in (aanvullend) onderzoek waar tweedelijnszorg voor nodig is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

beleid bij cellulitis of erysipelas

A

flucloxaciline

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

bij een niet-zieke patiënt met sinds enkele dagen koorts zonder duidelijke focus doe je:

A

onderzoek van de luchtwegen en urine-onderzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Tegenwoordig worden de q-SOFA-criteria gehanteerd. Dit zegt ook iets over de prognose van de sepsis. Er moeten minimaal twee q-SOFA-criteria aanwezig zijn, in combinatie met een verdenking van een infectie om van een sepsis te spreken. De q-SOFA-criteria zijn:

A

Ademhalingsfrequentie > 22/minuut;
Bloeddruk systolisch <100 mmHg;
Bewustzijnsdaling (Glasgow Coma Scale / AVPU)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Septische shock is een ernstige complicatie van sepsis die niet reageert op volumebehandeling. De criteria voor septische shock zijn:

A

Aanwezigheid van sepsis;
Lactaat >2 mmol/L, ondanks adequate vochttoediening;
Vasopressie is nodig om de gemiddelde arteriële druk (MAP) >65 mmHg te handhaven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

waar bestaat de acute behandeling van sepsis uit?

A

ademweg zekeren en zuurstof toedienen
bloed afnemen voor kweek
1L Nacl in een halfuur
start empirisch antibioticum binnen 3uur
paracetamol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Bij neutrofielen <500/μl stijgt het aantal infecties. Dit wordt veel gezien bij chemotherapie rond dag tien. De koorts ontstaat vaak doordat de darmwand beschadigd is door de chemotherapie. Er ontstaat een mucositis, waardoor de eigen darmbacteriën het epitheel kunnen passeren. De mortaliteit is 6-30%. Meestal kunnen deze patiënten goed worden behandeld.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
bij een septische patiënt met koorts doe je ook feceskweek/PCR en sputumkweek
26
Je hoeft geen urinestick/dipslide te doen bij vermoeden op een UWI indien:
patiënte eerder een UWI heeft gehad en de klachten herkent, er geen vaginale irritatie is / fluor er is geen risico op een soa klachten zijn korter dan een week de belangrijkste klacht is pijn bij het plassen
27
als de urinestick negatief is voor nitreit maar positief is voor leukocyten, doe je
dipslide je kan ook een dipslide doen indien zowel nitriet als leukocyten negatief zijn, maar je nog steeds een UWI vermoedt
28
als je een vrouw met een UWI geen antibiotica voorschrijft, is het risico op een pyelonefritis iets verhoogd
ja, met 1,6% je kan dit alleen doen bij gezonde, niet zwangere vrouwen die niet eerder een UWI hebben gehad. als het herstel langer dan een week duurt, geef je alsnog antibiotica
29
Door antibiotica voor te schrijven bij een UWI zijn de klachten meestal eerder voorbij
waar
30
Wat is de eerste en tweedekeus antibiotica bij een pyelonefritis?
ciprofloxacine 7dagen 2dd 500mg amoxiciline/clavulaanzuur 10 dagen 3dd 500mg
31
wat is de eerste en tweedekeus antibiotica bij een cystitis bij gezonde, niet zwangere vrouwen
nitrofurantoíne, 5 dagen 2dd 100 fosfomycine, 1x 3g bij vrouw met diabetes, zwangeren, verminderde weerstand of afwijking aan nieren is zelfde AB alleen dan 7 dagen NF
32
wanneer verwijs je iemand met pijn bij het plassen met spoed?
pyelonefritis en 48u na antibiotica geen verbetering zwangeren met een pyelonefritis vermoeden van nierstenen bij een pyelonefritis
33
wanneer verwijs je kinderen met een UWI (zonder spoed)
2x UWI, waarvan 1 met koorts 3x UWI zonder koorts UWI met een andere verwekker dan e. coli kinderen tussen 1 maand en 2 jaar met pyelonefritis en afwijkingen op echo
34
wanneer stuur je een kind met een UWI met spoed in?
jonger dan 1 maand met koorts of 1-3 maanden met koorts zonder focus ernstig ziek zijn het lukt niet om urine op te vangen vermoeden obstructie geen verbetering na 48u antibiotica
35
redenen waardoor mensen met DM vaker een UWI hebben
- polyneuropathie = urineretentie - verandering uro-epitheel - glucose in urine - SGLT-2 remmers
36
Wanneer ga je een kweek laten doen bij een UWI?
pyelonefritis cystitis bij kinderen <12 jaar Cystitis bij patiënten uit een risicogroep = diabetes, nierfunctiestoornissen of neurologisch (muv vrouwen met DM die gezond zijn) cystitis bij patiënten die al AB-profylaxe gebruiken eenmaal therapiefalen bij cytsitis bij kwetsbare ouderen tweemaal therapiefalen bij cystitis bij gezonde, niet zwangere vrouwen mensen met een katheter en pyelonefritis
37
wat is de behandeling van een cystitis bij een man?
nitrofurantoïne 7 dagen trimetoprim 7 dagen
38
meest voorkomende oorzaken van koorts op de SEH:
1. pneumonie 2. UWI
39
Bij een UWI kan iemand met diabetes een hyperglykemie ontwikkelen, doordat de patiënt door infectie minder gevoelig wordt voor insuline
er dient worden overgegaan op een kortwerkende insuline
40
wie beslist wanneer een patiënt in isolatie moet
deskundige infectiepreventie
41
De meest waarschijnlijke verklaring voor aanwezigheid van Staphylococcus epidermidis (CNS) in een bloedkweek is contaminatie, aangezien S. epidermidis onderdeel is van de normale huid- en slijmvliesflora
Een bacteriëmie met CNS kan echter ook worden veroorzaakt door infecties van centrale lijnen, protheses of kunstkleppen. Als de patiënt geen kunstmaterialen in het lichaam heeft, is de kans groot dat het om een contaminatie gaat, en niet om een werkelijke infectie.
42
Men spreekt over chronische koorts wanneer er drie weken lang sprake is van koorts met een temperatuur van meer dan 38.3 °C.
43
bij welke aandoeningen passen osler nodul, plinterbloedingen op de nagels, roth-vlekken en janeway laesies?
endocarditis (vaak s. aureus)
44
Als er een UWI + steen is, is in de infectieuze fase behandeling van de niersteen gecontra-indiceerd! Hou de nierafvloed optimaal met een dubbel-J- of nefrostomiekatheter (NSK) en geef adequate pijnstilling.
45
Belangrijke oorzaken voor steenvorming in de urinewegen (metabool) zijn
hypercalciurie, hyperoxalurie, hyperuricosurie, hypocitraaturie.
46
Bij hematurie kan de uroloog een urinecytologie doen. slecht gedifferentieerde tumoren hebben een slechte celcohesie en laten makkelijk los. Ook voor CIS
je kan ook een intraveneus pyelogram maken, om nierfunctie te beoordelen/anatomie/hydronefrose, of metastasen of tumoren die hoger zitten
47
Een acute urineretentie kan ontstaan als een patiënt met BPH veel alcohol drinkt/hoge diurese heeft. De behandeling is het plaatsen van een katheter, nierschade voorkomen! & tamsulosine continueren. Ook chirurgische behandeling door ‘uitlepelen’ van prostaat is mogelijk.
48
a. Bij linkerventrikelhypertrofie de Sokolow-Lyon criteria
S in V1/V2 en R in V5/V6 samen >35 mm en/of R in aVL >11mm
49
grote S in V1 (puntzak), geen Q in V6, brede R (soms met notch) in V6
linkerbundeltakblok
50
grote R’ in V1. R’>r. ‘slurred’ S lateral. – bunny ears.
rechterbundeltakblok
51
pathologische Q voorwaarden:
>30 ms breed > 2 mm / 80ms diep > 25% van R-top in meerdere afleidingen
52
een ECG maken nadat iemand hartkloppingen heeft gehad is niet echt zinvol. Want kan je na een aanval enkel nog zien op een ECG?
WPW (delta golf, verkorte PRtijd) en geleidingsstoornissen
53
op een holter zijn maar 10% van de afwijkingen waar te nemen, en dit heeft niet te maken met de ernst van de afwijking
54
Een ventriculaire tachycardie is breed-complex, levensbedreigend waardoor ritme-bewaking essentieel is en bij hemodynamische instabiliteit moet je direct chemisch (procainamide of amiodaron) of elektrisch cardioverteren. Verdere therapie: antiaritmica, VT-ablatie, ICD.
55
een cholecystitis reageert niet op pijnstilling, in tegenstelling tot bij cholecystolithiasis
waar. er komt bij cystitis ook koorts bij kijken. behandeling cystitis: pijnstilling en vocht intraveneus, cholecystectomie binnen 7 dagen of na 6 weken. Let op critical view of safety
56
trias van charcot:
pijn RBB, koorts/koude rillingen, icterus
57
beeldvorming bij choledocholithiasis en cholangitis
echo
58
De aorta heeft normaal een diameter van 2 cm of minder. Bij een aneurysma is er een diameter van 3 of meer cm of een kaliberverschil >150
59
een aneurysma wordt behandeld bij:
>5 cm bij vrouwen, 5,5 cm bij mannen groei van meer dan 0.5 cm per halfjaar aanwezigheid van sacculaire blebs geïsoleerd aneurysma in iliaca embolievorming
60
behandeling aneurysma
open repair: meer ervaring, geen followup, lange hersteltijd/opnameduur EVAR: endovasculair, korte opnameduur, snel herstel, duur, 10% re-interventie en levenslange follow up, technisch veeleisend, meer risico op endoleak
61
Bij acute arteriële occlusie moet je in ieder geval vragen naar de vijf P’s
Pain, Pallor, Pulselessness, Paralysis, Paresthesia. (& Polar)
62
behandeling acuut arteriële occlusie:
binnen 72 uur: trombolyse bedreigd ledemaat (sensorische/motorische functie aangedaan): trombo-electomie (fogarthy katheter)
63
beeldvorming na TIA bij vermoeden op carotisstenose
Duplex halsvaten en CTA
64
Primaire botgenezing gaat langzamer dan secundaire botgenezing
waar
65
Erysipelas wordt veroorzaakt door
Groep A streptokokken cellulitis vaker door s. aureus
66