Week 3 - deel 2 Flashcards
Wat is belangrijk voor de regulatie van de bloedstroom naar het orgaan?
gladde spiercelllen, ze zitten o.a. in de arteriolen zodat bepaald wordt hoeveel er naar de capilairen gaan
Wat bepalen de pre-capillaire sphincters?
hoeveel bloed er door de capillairen vanuit de mid-arteriolen gaat (open sphincter) en hoeveel er direct naar de venulen gaan (gesloten)
Regulatie bloedflow per orgaan
Neuraal: - sympatisch Lokale factoren: - rek, myogeen mechanisme - behoefte, metabool mechanisme - flow, endotheel gemedieerd mechanisme
Wat doen weerstandsvaten?
leidt tot vasoconstrictie, in de arteriën en arteriolen
Wat doen geleidingsvaten?
verhoging van de perifere weerstand neemt toe bij arteriolen, bij arteriën minder
Wat doen capaciteitsvaten?
zit in venen, leidt tot veneuze return.
- veneuzeconstrictie
In de huid heb je een … van de weerstand door de sympathicus
toename
het hart en de hersenen worden nauwelijk beïnvloedt door de …
sympathicus
Atherosclerose bij perifere circulatie:
- proximale geleidingsvaten
- vernauwing van geleidingsvaten heeft nauwelijks effect op bloedflow voorbij de stenose (zolang arteriolen compenseren voor dilatatie)
- bij verdere vernauweing zijn de arteriolen chronisch gedilateerd
- ischemie
Wanneer de vasodilatatie capaciteit maximaal benut is, kan de …
bloedflow in rust nog wel voldoende zijn, maar niet langer tijdens inspanning –> ischemie
Coronaire flow reserve
- autoregulerende capaciteit tot vasodilatatie van de ateriolen in respons op een toename in O2 behoefte
- induceren door mensen op een hometrainer te zetten
- flow is over rust lang constant
- bij arbeid neemt flow toe (bij 50% diameterverkleining heb je ongeveer nog maximale flow maar daarna gaat het downhill)
Contractie mechanisme gladde spieren, stappenplan:
- intracellulair Ca stijgt.
- Ca bindt aan calmoduline
- MLCK wordt geactiveerd middels fosforylering
- MLCK fosforyleert in dunne filamenten myosine kopjes, ATPase activiteit neemt toe
- activatie van de cross bridge en spier tonus gaat omhoog
Remming contractie mechanisme spieren door:
- cAMP of cGMP verhoging
- defosforylering MLCK
- Ca gevoeligheid daalt
- relaxatie
Meer calcium is … vaattonus
hogere
Alfa 1 / Alfa 2 zorgt voor
vasoconstrictie
cAMP en cGMP …
verminderen de gevoeligheid voor Calcium
Wat doet de vaattonus
balans tussen Ca in en uit de cel bepaalt de mate van contractie
Regulatie vaattonus, kenmerken contractie en relaxatie
Contractie: - sympathische stimulatie - REK (=myogeen effect) - Angiotensine II - ADP Relaxatie - metabole effect: pO2 daalt, pH daalt, pCO2 neem toe, lactaat neemt toe, adenosine neemt toe - ANP
Bij rek gaat het … kanaal dicht, wat leidt tot…
- K Kanaal
- depolarisatie, wat leidt tot Ca influx, wat leidt tot contractie
Prostaglandines en NO zorgen voor … en … verhoging, wat zorgt voor …
- cAMP en cGMP
- verlaging van intracellulair CA, wat leidt tot minder contractie. Ze verminderen ook gevoeligheid Ca
Rol van endotheel bij relaxatie
afgifte:
- NO
- Prostacycline of
- EDHF
Stoffen die afgifte NO en EDHF beïinvloeden
- acetylcholine
- serotonine
- bradykinine
- shear stress, flow
- ALLEEN bij intact endotheel
Rol van endotheel bij contractie
afgifte:
- endotheline
> angiotensine II
> vasopressine (ADH)
Endotheel en vasodilatatie stappen (intact endotheel)
- afgifte vasodilatoren
- vaatverwijders werken via stimulering van NO productie in de endotheelcel
- NO productie in endotheelcel (eNOS) gestimuleerd door Ca
- NO is short-lived (korte afstand diffunderen naar spiercel)
- NO geeft relaxatie gladde spiercel (via cGMP)
- nitraten zijn NO donoren (onafhankelijk van eNOS)