Week 5 - deel 1

Question 1

formule flow

Answer 1

flow = drukverval / Rtotaal

• (Pa - Pv) / (Rstenose + Rhart)
• (Pa’ - Pv) / Rstenose

Question 2

Wanneer daalt de flow

Answer 2

Als je maximaal gedilateerd bent

Question 3

Welk effect heeft lage temperatuur op een infarct

Answer 3

het maakt het infarct minder ernstig (je behoud meer zuurstof)

Question 4

Gevolgen perifeer vaatlijden

• … x hoger risico coronair lijden
• … x hoger risico op CVA
• … x hogere cardiovasculaire morbiditeit en mortaliteit
• … x hogere overall mortaliteit

Answer 4

• 7
• 3
• 6
  3

Question 5

Wat zijn de risicogroepen voor arterieel vaatlijden

Answer 5

• <50 jaar (diabeet + andere factor)
• 50-70 (gerookt of diabeet)
• 70+
• beenklachten bij inspanning
• afwijkende perifere pulsaties
• bekend met atherosclerotisch lijden

Question 6

typische klachten etalagebenen

Answer 6

• pijn in spieren
• pijn bij inspanning
• wordt minder in rust

Question 7

diagnostiek perifeer vaatlijden, fases

Answer 7

1. asymptomatisch
2. claudicatio intermittens (etalagebenen)
3. gangreen (afsterven weefsel)

Question 8

Lichamelijk onderzoek kenmerken

Answer 8

• pulsaties
• souffles
• afwezigheid haar/atrofie huid
• depending rubor
• blanching
• necrose/ niet genezende wonden

Question 9

Wat zijn souffles

Answer 9

turbelentie bloed, geruis

Question 10

Wat depending rumor

Answer 10

je hebt de zwaartekracht nodig om bloed daar te krijgen

Question 11

Wat is blanching

Answer 11

als je de voeten op tilt wordt de voet opeens wit, bij terugzetten wordt hij rood (volledige vasodilatatie van de capillairen)

Question 12

DD opstellen (5)

Answer 12

• PAV
• Neurogene claudificatie
• arthrose/arthritis
• DCT-chronische veneuze insufficiëntie
• chronische compartimenten syndroom

Question 13

Enkel arm index stappen

Answer 13

• BP enkel / BP arm
• looptest toevoegen voor nauwkeurigheid
• normaal tussen 0,9-1,3
• onder 0,9 is er iets
• boven 1,3 is de druk enkel heel hoog

Question 14

Fontaine classificatie

Answer 14

1. geen klachten
2. claudicatio intermittens
3. rust/nachtpijn
4. gangreen

Question 15

Korte termijn gevolgen hypertensie

Answer 15

• hersenbloeding
• dissectie aorta
• retinopathie

Question 16

Korte termijn gevolgen diabetes mellitus

Answer 16

1 > ketoacidose
2 > hyperosmolair
–> coma
- hypoglykemische ontregeling (medicamenteus)

Question 17

Lange termijn gevolgen hypertensie

Answer 17

micro: nefropathie (retinopathie)
macro:
- herseninfarct
- harinfarct
- aneurysmatisch vaatlijden
- perifeer vaatlijden
combi:
- hartfalen
- erectiele dysfunctie

Question 18

Lange termijn gevolgen diabetes mellitus

Answer 18

micro:
- retinopathie
- nefropathie
- neuropathie
macro:
- coronairlijden
- herseninfarct
- perifeer vaatlijden
combi:
- diabetische voet
- erectiele disfunctie

Question 19

PAV symptomen

Answer 19

• krampen en vermoeidheid
• bil, dijbeen, kuit
• directe rela met bewegen
• snelle afname bij rust

Question 20

voor en nadelen duplex

Answer 20

voordelen:
- niet invasief en veilig
- goedkoop
nadelen:
- afhankelijk van skill
- dynamisch onderzoek
- darmgas

Question 21

voor en nadelen angio

Answer 21

voordelen:
- perifeer/cruraal goed af te beelden
- gelijk behandelen
nadelen:
- invasief
- rontgenstraling
- contrasmiddel nefrotoxisch
- luminale afbeeldingen

Question 22

wat is dipping

Answer 22

’s nachts daalt de BP

Question 23

formule populatierisisco

Answer 23

prevalentie x effect

Question 24

wat kun je doen tegen de risicofactoren van hypertensie en diabetes?

Answer 24

• Na inname verminderen
• K inname verminderen
• gewicht lager
• meer beweging
• minder alcohol
• minder stress
• minder roken
  medicamenteus: placebo trials

Question 25

Hypertensie leidt tot atherosclerose

Answer 25

1. door de hoge druk in vaatwand ontstaat er schade. 2. LDL-deeltjes kunnen door de vaatwand heen treden en zorgen voor inflammatie. 3. dit zorgt voor extra schade, waardoor nog meer LDL deeltjes intreden 4. zo ontstaat een plaque

Question 26

Hypertensie leidt vaker tot ... dan tot ...

Answer 26

beroertes, hartinfarcten

Question 27

Wat is diabetische voet?

Answer 27

verzamelnaam voor alle voetafwijkingen die we bij diabetes zien - wonddefect onder enkel (ulcus) - ischemisch weefselafval - charcot voet

Question 28

Ontstaanswijze neurogeen

Answer 28

- sensibele neuropathie - autonome neuropathie - motorische neuropathie

Question 29

Wat is sensibele neuropathie

Answer 29

- verminderde pijn, tast en temperatuurzin | - trauma wordt niet gevoeld

Question 30

Wat is autonome neuropathie

Answer 30

- verminderde zweetsecretie (droge huid met kloofjes) | - verminderde bloedstroomregulatie (oedeem)

Question 31

Wat is motorische neuropathie

Answer 31

- zwakte van voetspieren - standsafwijkingen - coordinatiestoornissen

Question 32

Tegen welke neuropathie is preventief iets te doen

Answer 32

motorische neuropathie

Question 33

Voorbeelden van motorische neuropathie (voetafwijkingen)

Answer 33

- hamer tenen - klauw tenen - uitstekende caput metatarsalia - hallux valgus - ingezakte voetarcus

Question 34

Huidafwijkingen leiden tot ulcera (chronische wond), zoals:

Answer 34

- persisterende roodheid na uittrekken schoenen - callus (eeltvorming) - callus met subcuntane bloeding - fissuur - interdigitale maceratie (tenen over elkaar liggen) - afwijkende nagel groei

Question 35

resterende oorzaken diabetesvoet

Answer 35

- botontkalking - glycolysering - atherosclerose - mediasclerose

Question 36

Atherosclerose (PAV) prevalentie

Answer 36

- EAI < 0.9 - 10-20% in type 2 diabetes bij diagnose - 30% in diabetes lft > 50 jaar - 40-60% in diabetes met ulcus

Question 37

Atherosclerose (PAV) complicaties

Answer 37

- claudicatio intermittens - cardio- en cerebrovasculair lijden - vertraagde genezing ulcus

Question 38

Preventie diabetische voet

Answer 38

``` Primair: - obesitas in bevolking bestrijden Secundair: - voetverzorging - aangepast schoeisel - periodieke inspectie - goede glucose-regulatie - gezonde leefregels tertiair: - behandelen van infectie - revascularisatie ```

Question 39

Risicofactoren diabetische voet

Answer 39

- eerder doorgemaakte ulcus - lage sociaal-economische status - slecht zien - alleen wonen - eeltvorming - slecht schoeisel - afwezige achillespeesreflex - voortgaande ziekte

Question 40

Behandelen diabetische voet

Answer 40

- infectie - revascularisatie - controle

Question 41

Infectie behandelen (DV)

Answer 41

- chirurgisch draineren | - breedspectrum antibiotica

Question 42

Revascularisatie (DV)

Answer 42

- enkel-arm index - beeldvorming: ct, mri, angio - interventie: pta, operatie

Question 43

Controle (DV)

Answer 43

- regelmatige controle huisarts | - snelle verwijzing diabetische voetenpoli

Question 44

Preventie atherosclerose (statines = cholestrol aanmaak verlagen)

Answer 44

- intestinale cholesterol opname remmers - antisense apoB - CETP en MTP remmers - PCSK9 remmers - antisense LPa

Question 45

Preventie atherosclerose

Answer 45

- leefstijl - aggregatieremmers - antidiabetica - BP verlagers - cholestrolverlagers - statines - eerste diagnostiek - daarna absolute risico = CVRM