Week 3 HC 5: Cytogenetische afwijkingen Flashcards

1
Q

Cytogenetica en nut ervan

A

Cytogenetica
- Lokalisatie chromosomen
- Erfelijke eigenschappen celkern
- Overdracht erfelijk materiaal
Nuttig voor:
- Stellen van een diagnose
- Bepalen van prognose; verschillende translocaties etc van AML of MDS kan verschillende prognose hebben
- Respons op chemotherapie
- Identificatie van betrokken genen; Leukemogenesis en hematopoiesis –> mogelijke behandeling opties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

AML- (cyto) genetische afwijkingen

A

50% geen afwijkingen
- Normaal karyotype
11 % complex karyotype
23% zowel chromosomale als genetische afwijkingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Detectie en identificatie van chromosomale afwijkingen op 3 manieren

A

Klassieke cytogenetica
- Banderings technieken
Moleculaire cytogenetica
- Fluorescente in situ hybridisatie (FISH)
- Array (SNAP array)
Moleculaire diagnostiek
- RQ-PCR (fusie-genen)
- Q-PCR
- Sequencing (Sanger => Next Generation Seq)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Het verkrijgen van materiaal bij cytogenetisch onderzoek, 4 stappen

A

Normaal geen chromosomen zichtbaar wanneer er geen celdeling is
Stap 1: Kweken
- Beenmerg heeft voorkeur
- Groeifactoren toegevoegd
Stap 2: Stop zetten celdeling
- Met Colcemid
- Mitose blok
- Tijdens metafase bevroren
Stap 3: Hypotone oplossing toegevoegd
- Cellen gaan zwellen en kapot
- Deze kapotte cellen worden gefixeerd met methanol-azijnzuur
Stap 4: Bandering
- R-, G- of Q-bandering
- Hierna is een streepjescode te zien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Chromosomale afwijkingen

A

Numerieke afwijkingen:
Winst (van een compleet chromosoom)
Verlies (van een compleet chromosoom)

Structurele afwijkingen:
Gebalanceerd
- Translocatie (uitwisseling van terminaal chromosomaal segment)
- Inversie (binnenkant chromosoomarm; paracentrisch. Rond centromeer; pericentrisch)
- Insertie

Niet-gebalanceerd
- Deletie (deel van een chromosoom)
- Amplificatie (duplicatie, dmin, hsr)
- Niet-gebalanceerde translocatie
- Gen Mutatie (op niveau van baseparen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Opbouw van chromosoom

A

Korte arm boven
- P-arm
Centromeer
Lange arm onder
- Q-arm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Beschrijving karyotype

A

45,XY,-7[10]
Chromosoom 7 in metafasen 10 mist bij een mannelijk karyotype
Er mist een chromosoom, daarom 45 ipv 46

Breukpunten voorbeeld: t(9;11)(p22;q23)
- Translocatie van chromosoom 9 en 11
- Bij chromosoom 9 zit breekpunt op P-arm plek 22
- Bij chromosoom 11 zit breekpunt op Q-arm plek 23

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Slechte risico afwijkingen bij AML

A

Complex karyotype:
- Meerdere afwijkingen
- Slechte prognose
Monosomaal karyotype
- 2 monosomiën of 1 monosomie en een structurele afwijking
- Zeer slecht risico, Overall Survival 7%
- Slechte overleving ondanks behandeling met allogene transplantatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

FISH (Fluorescence In Situ Hybridization)

A

Methode om mutaties zichtbaar te maken
Gericht op specifieke target
DNA van chromosoom uit elkaar gehaald door verwarmen
Probe
- Gebruikt om te kijken of stukje DNA aanwezig is
- Fluorescerende label wordt aan probe geplakt
2 Soorten FISH:
- Metafase bij gekweekte, delende cellen
- Interfase bij niet/slecht delende cellen (snelle analyse)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Voordelen en nadelen FISH

A

Voordelen:
- Detectie van microdeleties
- Breukpunt detectie en verbetering
- Detectie van cryptische translocaties en complexe genoom veranderingen
- Snelle diagnostische detectie op kernen in de interfase
- Demonstratie van een kleine hoeveelheid van afwijkende cellen
Nadelen:
- Gelimiteerde sensitiviteit
- Geeft alleen antwoord op gestelde vragen
- Beperkte target locaties om te onderzoeken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

FISH; Fusie-probes en break apart probes

A

Fusie-probes
- Specifiek ontwikkeld om translocaties aan te tonen
- Fusie signaal is geel (groen en rood)
- Ze kunnen ook zo dicht bij elkaar zitten dat er co-lokalisaties plaats vindt = vals positiviteit
Break-apart probes
- Wanneer translocatie heeft plaatsgevonden wordt er 1 fusie, geel en rood en groen waargenomen
- Wanneer er geen translocatie; 2 geel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Problemen met Multiple Myeloom (MM)

A

Moeizaam chromosomen onderzoek
Laag percentage afwijkende cellen in beenmergaspiraat
Afwijkende cellen delen niet of nauwelijks onder lab condities
- Normaal karyotype met afwijkende FISH op interfase kernen
Aantal afwijkingen zijn chromosomaal niet zichtbaar
Oplossing; hoger percentage plasmacellen nodig; zuivering van de plasmacellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Zuivering van de plasmacellen bij MM

A

Rode bloedcellen verwijdering met rode bloedcel lysis
Zuivering met anti-CD138 kit (Stem Cell Technologies)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

SNP; Singel Nucleotide Polymorphism -array

A

Er wordt genoom breed gekeken
Er wordt getest of iemand voor bepaalde SNP homozygoot of heterozygoot is
Je hebt allel A en B:
- Per individu: AA, AB, BB
- Door verschillende kleuren geven, goed opsporen
Analyse wordt gedaan dmv LogR en B-allele frequency
- LogR = Maar voor aaantal kopieen dat aanwezig is
- B-allele frequency = frequentie van SNP
Wat betekend het:
- 2 Allelen aanwezig normaal (AA, AB, BB)
- 1 Allel aanwezig = deletie (A/-, B/-)
- 2 Allelen aanwezig = duplicatie (AAA, AAB, ABB, BBB)
- 2 Allelen aanwezig, maar alleen AA en BB = verlies van heterozygositeit (AA, BB)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

FISH en SNP

A

FISH
- Geen LOH
- Wel: translocatie/ winst van chromosomen/ deleties/ gains
SNP
- Geen Translocaties
- Wel: Winst van chromosomen/ deletie/ gains/ LOH

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly