Week 3 HC's Flashcards

(8 cards)

1
Q

Alfafoetoproteine (AFP)

A
  • AFP is een eiwit dat normaal enkel wordt aangemaakt door de darmen en de lever
    van een foetus
  • Tumormarker voor hepatocellulaire carcinoma en kiemcel tumoren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

OPTICUS/CHIASMA COMPRESSIE
Welke visuele functies kunnen verminderd zijn?

A
  • Verminderde visus
  • Verminderde kleurenzien
  • Gezichtsvelduitval
  • Hallmark is bitemporale hemianopsie
  • Asymmetrische groei meer uitval ipsilateral
  • Kan veroorzaakt worden door diverse aandoeningen onder andere
  • Gliomen, cranyiofaryngeoom, hypofyse adenoom
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

ISHIHARA KLEURENZIENTEST

A

Alle oogzenuw aandoeningen veroorzaken rood-groen stoornis,
alle retinale blauw-geel, m.u.v. dominantie opticus atrofie en
retinale macula aandoeningen zoals Stargardt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

BLEKE PAPIL

A

Kermerk van schade aan de opticus tot LGN
Treedt na 4-6 weken op
Neurovasculaire degeneratie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

GEZICHTSVELD
Hele gebied dat we overzien bij rechtuit kijken

A
  • Gezichtsveldonderzoek (GVO) dient ervoor een eventuele uitval in het
    gezichtsveld op te sporen en vast te leggen
  • GVO = moeilijk onderzoek. Goldmann (kinetisch); Humphrey (HFA; statisch)
  • Duurt 20 minuten. Ieder oog afzonderlijk
  • Leercurve
  • Ervaren perimetrist
  • Past patiënt achter het apparaat?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

OPTICUS GLIOOM

A

Langzaam groeiende tumor
Veelal bij kinderen
Bij 30% ikv Neurofibromateuse type 1
Locatie
* 10% in de opticus
* 33% in de opticus met chiasma
* 33% met name chiasma
* 25% hypothalamus
* 5% multicentrisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Celtypen oog

A
  1. fotoreceptoren
  2. horizontale cellen
  3. bipolaire cellen
  4. amacriene cellen
  5. ganglion cellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Fotoreceptoren

A

Licht
-> minder afgifte glutamaat
-> hyperpolarisatie

“graded response” (dus geen AP)
Staafjes en kegeltjes

Na/K pomp bepaalt membraanpotentiaal
Minder openstaande kation-kanalen à hyperpolarisatie
Hyperpolarisatie à minder afgifte van glutamaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly