week 3, HC.6 - Risicofactoren voor osteoporose Flashcards

1
Q

definitie osteoporose

A

osteoporose is een afwijking van het gehele skelet gekenmerkt door een verlaging van de botmassa e een verlies in de onderlinge samenhang van botbalkjes –> resulterend in een verhoogde kans op een fractuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat zijn klinische gevolgen van wervelfracturen

A

acute en chronische pijn
kyfose
lengteverlies
afname bewegelijkheid
uitpuilen buik
kortademigheid
depressie
verlies onafhankelijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

klinische gevolgen van heupfracturen

A
  • 20% overleid naar 1 jaar
  • 30 % permanent invalide
  • 30% niet meer zelf lopen
  • 80% verminderde uitvoering van 1 dagelijkse activiteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

risicofactoren voor osteoporose

A

leeftijd/ geslacht
botmineraaldichtheid
prevalente fractuur
+ familie anamnese
corticosteroid gebruik
vallen. /. immobilitiet

menopauze

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hoe verloopt de botmassa in het leven

A

piek botmassa rond de 25-30 jaar

bij vrouwen rond menopauze grote afname

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat gebeurd er nog meer met het skelet in het leven

A

botverlies
vermindering kwaliteit van bot
skelet onafhankelijke facotren
- vallen, minder snel reageren, slechtere absorptie op val

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

waardoor in menopauze meer botafbraak

A

afname oestrogeen zorgt voor overproductie van RANKligand door de osteoblasen wat de osteoclasten hoeveelheid en activiteit versterkt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

waaorm hebben mannen een langere fractuurincidentie

A

kortere levensverwachting
hogere piekbotmassa
grotere botten
geen menopauze

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is het effect van glucocorticosteroide op de botten

A

vooral remming bot aanmaak door versterkte apoptose osteoblasten en oasteocyten

invloed op opname vitamine D

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is het effect van glucocorticosteroide op de botten

A

vooral remming bot aanmaak door versterkte apoptose osteoblasten en oasteocyten

invloed op opname vitamine D

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wanneer moet je aanvullend onderzoek doen naar fractuur risico

A
  1. personen ouder dan 50 met een recente fractuur
  2. personen die behandeld worden met glucocorticoiden
  3. personen met risicofactoren voor een fractuur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat word gedaan voor aanvullend onderzoek bij personen > 50 jaar

A

DXA en VFA (vertebral fracture assessmen)
LAB
-Nieren, TSH, calcium, Vit D, alkalisch fosfatase
- mannen <70 serum testosteron

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly